Het landschap in en om Den Haag is vastgelegd door beroemde schilders zoals Vincent van Gogh, Hendrik Willem Mesdag en Jan van Goyen. In dit project treden de leerlingen in hun voetsporen en maken ze achtereenvolgens een zeegezicht, een stadsgezicht en een poldergezicht. Zo ervaren ze dat Den Haag vele gezichten kent. Ze maken kennis met de schilders van de Haagse School en vergelijken verschillende schilderijen. Daarbij onderzoeken ze technieken zoals kleurgebruik, licht en schaduw, en het plaatsen van de horizon. Dit brengen ze in de praktijk met hun eigen composities, bijvoorbeeld met een stadsgezicht bij nacht. Voor het poldergezicht leren ze hoe ze met aquareltechniek een landschap kunnen weergeven.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project ontdekken de leerlingen de verschillende ‘gezichten’ van Den Haag. Welke gezichten kent Den Haag? Hoe ontwerp ik een zee-, stads- en poldergezicht? De leerlingen gaan dit onderzoeken met behulp van kleur, licht- en schaduwwerking, compositie en uitsnede op het platte vlak. Hierbij maken ze gebruik van verschillende materialen en technieken.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
De leerling legt uit hoe je landschappen kunt vastleggen met behulp van kleur, het plaatsen van een horizon en licht- en schaduweffecten.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling tekent of schildert een zeegezicht, etst een stadsgezicht en maakt een poldergezicht met collagetechniek.
Benodigdheden
glow in the dark-tape
laken
lichtbronnen
donkere ruimte
zwart papier
allerlei voorwerpen voor het schimmenspel
Aan de slag in de klas
Het project kan op verschillende manieren worden geïntroduceerd. Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden.
Schimmenspel: maak een landschap van voorwerpen achter een laken en zet daar een lichtbron op. Zet dit klaar voor binnenkomst van de leerlingen.
Maak vooraf met glow in the dark-tape verschillende vormen, letters, patronen op de tafels van de leerlingen. Verduister het lokaal als de leerlingen op hun plek zitten.
Maak gaatjes van verschillende grootten in zwart papier en bedek daarmee de ramen.
Maak gaatjes in stevig papier en zet er een lichtbron achter. Projecteer op de muur, plafond, grond.
Schaduwwerking: hang, zet, leg lichtbronnen in de klas en zet daar voorwerpen voor, onder en boven.
3. Oriëntatie
Benodigdheden: n.v.t.
Aan de slag in de klas
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wat maakt een stad een stad?
Waar begint de zee?
Mogen mensen overal bouwen?
Doorloop de volgende stappen:
Bekijk de digitale versie van het Panorama Mesdag. Kijk naar de lichte en donkere kleuren.
Maak met de leerlingen een toonverloop in kleur. Laat de leerlingen één kleur verf uitzoeken en wit of zwart. Geef iedere leerling hier een kleine hoeveelheid van. Laat de leerlingen de kleur met wit verlichten of met zwart verdonkeren door steeds een beetje wit of zwart toe te voegen.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling ontwerpt een eigen zeegezicht, stadsgezicht en poldergezicht in diverse technieken waarbij hij rekening houdt met kleurgebruik, een horizon en licht- en schaduweffecten.
4. Opdracht: Aan zee
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen het zeegezicht en het principe van een panorama. Ze doen dit door diverse kunstwerken van de Haagse School te bestuderen en door verschillende kunstwerken naast elkaar te plaatsen, waarbij gelet wordt op de gelijke hoogte van de horizon. Op basis van deze studie ontwerpen de leerlingen een eigen zeegezicht. Ze houden hierbij rekening met de hoogte van de horizon, het weer en het daarbij passende kleurgebruik.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een panorama is.
Subdoel vaardigheid
De leerling schildert of tekent een zeegezicht met een horizon en een bepaald weertype met bijpassend kleurgebruik.
Benodigdheden
kleurstalen (gratis te verkrijgen bij de bouwmarkt)
A2 (of A3) schilderpapier (liefst dikker dan tekenpapier)
kwasten (dik en dun)
acryl- of plakkaatverf
mengbakjes (plastic afvalbakjes of lege eierdozen)
potten water (voor het uitspoelen van de verfkwasten bij wisseling van kleur)
verfschorten of oude overhemden
kleurkopieën van de werken van Mesdag
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop de volgende stappen:
Vorm groepjes van drie of vier leerlingen en deel de kleurstalen uit.
Print voor elk groepje twee of drie schilderijen van bijvoorbeeld de Haagse School.
Laat de groepjes de afbeeldingen bekijken en antwoord geven op de volgende vragen:
Wat zie je allemaal, van links naar rechts en van boven naar beneden (voorstelling)?
Welke kleuren gebruikte de kunstenaar vooral?
Verzamel een aantal verschillen kleurstalen. Laat de leerlingen de kleurstalen selecteren die bij de schilderijen passen.
Laat de leerlingen de geselecteerde afbeeldingen naast elkaar plaatsen, zodanig dat de horizon overal op dezelfde hoogte is. Bespreek het effect van een lage en een hoge horizon.
Geef de leerlingen de opdracht om een zeelandschap te schilderen op een vel A3- of A2-papier. Laat hen eerst een horizon tekenen.
Laat de leerlingen bepalen welk weer het is. Aan de hand daarvan kiezen ze de kleuren die ze willen gebruiken voor de lucht, zee en het strand.
Eventueel kunnen de leerlingen schepen en mensen toevoegen.
Doorloop de volgende stappen:
Maak samen met de leerlingen een panorama van de werkstukken door de werken naast elkaar te plaatsen en de horizon gelijk te houden.
Laat de leerlingen aan elkaar vertellen wat zij ontdekt en gemaakt hebben.
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je in jouw zeegezicht zien welk weer het is?
Reflectie proces
Wat zou je veranderen aan je tekening als het weer ineens omslaat?
5. Opdracht: Stad bij nacht
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen het licht en de schaduwwerking in stadsgezichten. Aan de hand van dit onderzoek maken ze met wasco een stadsgezicht bij nacht.
Subdoel kennis
De leerling legt het effect van licht en schaduw uit.
Subdoel vaardigheid
De leerling etst een stadsgezicht in de nacht met wasco en plakkaatverf.
Benodigdheden
Google Earth en Google Streetview
voorbeelden van foto’s van het huidige Den Haag door kunstenaars (internet)
A3 of A4 tekenpapier (niet te dun)
wasco
zwarte plakkaatverf of wasco
saté- of cocktailprikkers
waslijn en knijpers
Vraag de leerlingen om met hulp van hun ouders een foto te maken vanuit hun slaapkamerraam, zowel overdag als ’s avonds. Laat de leerlingen deze foto’s meenemen of opsturen naar school om ze te kunnen bespreken bij het onderdeel onderzoek.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop de volgende stappen:
Maak een stadswandeling en let daarbij op licht en donker, of toon de leerlingen stadsgezichten van Den Haag met Google Earth en Instant Google Street View.
Bekijk en bespreek foto’s van de Haagse Beeldbank. Bespreek het licht, de uitsnede en de compositie.
Bekijk en bespreek de foto's die de leerlingen hebben gemaakt vanuit hun slaapkamerraam, van overdag en 's avonds.
Doorloop de volgende stappen:
Demonstreer de techniek van het bedekken van een ondergrond met verschillende kleuren wasco, met daaroverheen een laag van zwarte plakkaatverf of zwarte wasco. Geef de leerlingen de opdracht om met verschillende kleuren wasco hun ondergrond van kleur te voorzien. Door de (droge) zwarte laag weg te krassen met bijvoorbeeld een saté- of cocktailprikker wordt de kleurlaag weer zichtbaar.
Laat de leerlingen aan de hand van hun avondfoto een werkstuk maken.
Presenteer de werken in het klaslokaal aan bijvoorbeeld een lijn of prikbord. Houd daarbij rekening met onderstaande punten:
Breng samen met de leerlingen een volgorde aan in de werkstukken. Denk daarbij aan de horizon, de vorm, het kleurgebruik, de plekken in de stad.
Bespreek hoe de nachtgezichten er overdag uit zouden kunnen zien. Welke dingen zie je nu niet die je overdag wel ziet?
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je zien dat het nacht is in jouw stadsgezicht?
Reflectie proces
Hoe zou je de dag in jouw stadsgezicht kunnen laten zien?
6. Opdracht: Poldergezicht
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen hoe diverse kunstenaars de natuur buiten de stad hebben vastgelegd. Vervolgens maken ze een eigen poldergezicht.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe hij een landschap kan vormgeven in een kunstwerk.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een poldergezicht door middel van collagetechniek.
Benodigdheden
Google Maps
boek Holland op z’n mooist van Charlotte Dematons (Leopold, 2015)
oude tijdschriften om uit te knippen
lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel en lijmkwast
sterke hobbylijm voor zwaardere materialen (kant en klaar verkrijgbaar in flessen)
scharen
gekleurd papier (niet te dun)
verschillende kleuren wol
diverse soorten textiel (met en zonder patroon)
knopen
gedroogde planten en bloemen
verschillende zaden
bakje met fijn zand
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Doorloop de volgende stappen:
Gebruik Google Maps om de randen van de stad te laten zien en zoom langzaam in.
Bekijk en bespreek een aantal werken van de Haagse School.
Laat de leerlingen in een ‘beeldweb’ tekeningetjes maken over de natuur rondom de stad.
Laat de leerlingen een collage van een natuurlandschap maken. Stimuleer hen om met allerlei verschillende materialen te werken: afbeeldingen en woorden uit tijdschriften, gekleurd papier, wol, stof, knopen, gedroogde planten en bloemen, zaden, zand en takjes.
Richt een tentoonstelling in met al het gemaakte werk (stadsgezichten, zeegezichten en natuurlandschappen) en laat de leerlingen elkaar en/of hun ouders rondleiden.
Reflectie subdoelen
Welke materialen heb je gekozen om jouw poldergezicht vast te leggen?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen.
Met welke materialen heb je fijn gewerkt?
Hoe vond je het om over je eigen werk te vertellen?
Welke nieuwe kleur(en) heb je ontdekt?
In welk deel van het panorama zou je willen zwemmen?
Wat zou je de volgende keer misschien anders doen?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
In welk ontworpen landschap zou je op vakantie willen gaan?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welk ander landschap zou je willen vastleggen in de buurt van Den Haag?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.