Hoe ervaar je de stad? Dat hangt af van hoe je haar bekijkt. In dit project ontdekken de leerlingen dat je je omgeving vanuit verschillende perspectieven kunt ervaren. Ze leren bijvoorbeeld hoe de kleur van een gebouw de beleving bepaalt. Ook gaan ze op zoek naar texturen, door in de stad ‘rubbings’ te maken van verschillende materialen. De klank van de stad komt vervolgens aan bod. De leerlingen maken geluiden met stadse voorwerpen en leren dat je geluid ook kunt voelen als geluidstrillingen. Er worden voelwerkstukken gemaakt en geluid en beweging worden omgezet in theater, dans en muziek. Het project eindigt in stijl met een gevoelspektakel, expositie of voorstelling voor publiek.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project Met het project ONZE STAD gaan de leerlingen hun omgeving exploreren en worden zich bewust dat je de omgeving kunt ervaren vanuit verschillende perspectieven. Het project start voor alle leerjaren met het verzamelen van stadse materialen. Deze materialen worden op verschillende manieren ingezet in het project. In het project Voel de stad ligt de focus op voelen en gevoelservaringen zoals omgaan met verleiding. De stad wordt tot leven gebracht met behulp van onderzoek naar kleur, textuur en geluidtrillingen. Er worden voelwerkstukken gemaakt en geluid en beweging worden omgezet in theater, dans en muziek.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie
digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
computer
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de textuur de installatie de architect de geluidsgolven de scene de installatie figuratief non-figuratief abstract de collage het silhouet het contour de frottage de rubbing het afgietsel de mal de rap de expositie de voorstelling de zandtekening de compositie het ontwerp de schets
de verleiding de uitstraling de trilling het reliëf het organisch materiaal de tastzin virtual reality het gevoel de zandtekening de mindmap de uitnodiging de sfeer de ondergrond de achtergrond het bronnenonderzoek de onderzoeker het proefpersoon de simulatie
De leerling legt uit hoe je textuur, kleur en geluid kunt gebruiken om gevoelens vorm te geven.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling zet eigen ervaringen en gevoelens over de stad om in een rubbing, voelconstructie, zandtekening, rap en/of dans.
Benodigdheden
doos of bak als ‘Haags Bakkie’
gevonden/verzamelde spullen uit de omgeving
doosjes en potjes waar materialen in bewaard kunnen blijven
Aan de slag in de klas
In dit project worden de zintuigen geprikkeld: de leerlingen ontdekken de kleuren, geluiden en texturen van de stad. Ze ontwikkelen hun blik, gevoel en reuk in relatie met de stadse omgeving. Samen met de leerlingen verzamelt u in een ‘Haags bakkie’ materialen uit de stad, die gedurende het project gebruikt kunnen worden bij verschillende opdrachten.
Het Haags bakkie verzamelen Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Naar buiten Laat het (zelfgemaakte) Haags bakkie zien aan de leerlingen. Dit kan een doos, kist, etc. zijn. Het bakkie is leeg. Ga het schoolplein op en de wijk in om materiaal uit de stadse omgeving te verzamelen. Denk aan natuur-, bouw- en restmaterialen. Neem ook afsluitbare potjes of bakjes mee om te vullen met bijvoorbeeld slootwater, een (water)plantje, bladeren, takjes, schelpen, steentjes, hout, pvc-pijpjes, ijzer, aluminium, plastic, isolatieschuim, etc.
Tijdens het project kan de bak verder aangevuld worden met materialen die leerlingen buiten vinden of van huis meenemen.
In de klas Stal de verzamelde materialen uit en laat de leerlingen deze voelen, het liefst met hun ogen dicht. Welke textuur heeft het materiaal? Laat de leerling het proberen te benoemen. Vraag: “Hoe voelt dit aan?” Bijvoorbeeld: korrelig, ruw, zanderig, glad, zacht, wollig, prikkelig, etc. Maak een lijst met de gevonden benamingen. Het mogen ook fantasiewoorden of zelfs klanken zijn. Deze verzameling wordt weer gebruikt in de vervolgopdrachten.
NB Het verzamelen van materialen voor het Haags bakkie is een introductieopdracht voor alle leerjaren. Daardoor kan de zoektocht naar materialen in de wijk ook met meerdere groepen uit verschillende bouwen uitgevoerd worden.
3. Oriëntatie
Benodigdheden
extra doos voor ‘verboden aan te raken’ materialen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Over verleiden
Wanneer is iets verleidelijk?
Hoe is het om te verleiden?
Hoe is het om verleid te worden?
Is iets wat (eigenlijk) niet mag/kan verleidelijker dan iets wat wel mag/kan?
Over gevoel en voelen / tasten
Is er verschil tussen voelen en tasten? Is dat te dat vergelijken met horen/luisteren, zien/kijken?
En betasten/aanraken? Aanvoelen/ergens een gevoel bij krijgen?
Kun je iets voelen zonder het aan te raken?
Zet de volgende begrippen op volgorde kan wel - kan niet, om er daarna over in gesprek te gaan: je kunt de stad: voelen-betasten-aanraken-aanvoelen
Is de stad buiten hetzelfde als binnen?
Kan de stad zelf iets voelen?
Ondersteunende vragen:
Kun je dat uitleggen?
Wat bedoel je met …?
Kun je een voorbeeld geven?
Betekent wat je zegt …?
Wat is het verschil tussen … en …?
Denkt iemand daar anders over?
Onderzoek met de leerlingen het omgaan met verleiding. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Leg vooraf (een deel van) de gevonden materialen uit het Haags bakkie in een nieuwe doos. Maak de doos aantrekkelijk. Maak er bijvoorbeeld een gouden of fluwelen doos van. Vul deze met materiaal dat makkelijk aan de handen blijft kleven, zoals glitters. Zorg dat de doos afgesloten is met een deksel dat je er makkelijk af kunt halen, of maak er een gat ter grootte van een hand in.
Zet de doos op een tafel waar de leerlingen bij kunnen en plaats deze op een willekeurige plek in de klas, de gang, de centrale hal of de gemeenschappelijke ruimte. Plaats er een bord bij: “Verboden aan te raken! Verboden te voelen!” Trek een rood-wit lint om de tafel, of maak met tape op de vloer een kader rondom de tafel. Indien mogelijk kun je er een verborgen camera bijzetten, zodat de beelden terug te kijken zijn.
Betrapt!!! Een leerling heeft glitters aan zijn handen. Bespreek dit met de leerlingen.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft vorm aan eigen gevoelens in diverse kunstuitingen met behulp van textuur, kleur en geluid.
4. Onderzoeksopdrachten
Maak een keuze uit onderstaande onderzoeksopdrachten.
Subdoel kennis
De leerling legt de begrippen textuur en rubbing uit.
Subdoel vaardigheid
De leerling geeft zijn gevoel over een plek vorm door middel van een rubbing of een voelconstructie.
Benodigdheden
lint of tape
bord met de tekst “Verboden Toegang”
eventueel een opnameapparaat
spullen uit het Haags bakkie en organisch materiaal
bevestigingsmaterialen zoals ijzerdraad, plakband, touw, etc.
gekleurd of wit papier (tot maximaal A4)
grote vellen papier om de collages op te maken
oliekrijt
Benodigdheden
Lint of tape
Bord met de tekst “Verboden Toegang”
Eventueel een opnameapparaat
Je laat de leerlingen ervaren wat een verbod met je doet.
Tip: reserveer Niet aanraken, s.v.p. bij je bibliotheek via leesplein.nl.
Zoek met de leerlingen een plek op het schoolplein die vanuit de klas te zien is. Zet hier een vierkante meter af met lint of tape op de grond.
Vraag een ouder of leerling om deze plek te bewaken tijdens een pauze. Als leerlingen de lijn naderen, vraagt de ‘bewaker’ vriendelijk of ze hier niet overheen willen lopen, want het is een kunstwerk. Vraag de ouder of het kind in zijn rol te blijven als bewaker van het kunstwerk.
Op een bepaald moment gaat de ‘bewaker’ weg en plaatst er een bord bij met “Verboden Toegang!” erop.
Bekijk samen met de klas wat er gebeurt. Film het eventueel. Observatieopdrachten kunnen zijn:
Beschrijf wat je ziet.
Hoe gedraagt de ‘overtreder’ zich?
Hoeveel ‘overtredingen’ waren er?
Is er verschil tussen het gedrag van oudere en jongere leerlingen? En tussen leerlingen en volwassenen?
Benodigdheden
Foto’s van een gebouw of de eigen school
Potloden, stiften, pastel of acrylverf
Overtrekpapier
De leerlingen onderzoeken welk effect kleur kan hebben op de beleving van een gebouw.
Architecten willen hun gebouwen een bepaalde uitstraling geven. Welke rol speelt kleur bij het bepalen van de uitstraling?
Bespreek met de leerlingen de invloed van kleur op het gevoel dat een gebouw je geeft. Is een grijs gebouw saai of verdrietig? Is een oranje gebouw vrolijk?
Bekijk en bespreek wat één of meerdere kleuren doen met een gebouw.
Zoek met Google Afbeeldingen naar ‘colored buildings’.
Laat de leerlingen een Haags gebouw kiezen (zie Bijlage) en de contour overtrekken op overtrekpapier. Laat de leerlingen vervolgens een kleurontwerp maken op dit overtrekpapier om zo het kleureffect te onderzoeken en te ervaren. Bespreek met de leerlingen de kleurontwerpen. Hang de overeenkomstige gebouwen bij elkaar om het effect te bespreken. Welk gevoel komt er bij de leerlingen op?
Benodigdheden
Gekleurd of wit papier (tot maximaal A4)
Grote vellen papier om de collages op te maken
Oliekrijt
De leerlingen maken ‘rubbings’ van oppervlaktes met verschillende texturen.
Zoek met Google Afbeeldingen naar ‘Mark Boyle Sand, Wind and Tide series’ (1969) Bekijk en bespreek de 3D-straatafgietsels.
Zoek met Google Afbeeldingen naar ‘frottagetechniek’ of ‘brass rubbing’ en bekijk een aantal afbeeldingen.
Oefen het rubben met de leerlingen. De leerlingen leggen papier op of tegen het oppervlak van bijvoorbeeld een stoeptegel en wrijven er met de lange zijde van oliekrijt overheen. Let erop dat ze het voorzichtig en met de lange zijde van het krijtje doen, anders loopt het reliëf dicht en kun je de textuur niet meer goed zien. Wijs de leerlingen bij het kiezen op de eigenschappen van verschillende oppervlakken. Laat de leerlingen experimenteren met licht en donker door hard en zacht met het krijt te drukken. Laat ze minimaal zes verschillende texturen rubben.
Benodigdheden
Blinddoeken
Stoelen
Spullen uit het Haags bakkie
De leerlingen ervaren dat geluid trilling is.
Bespreek met de leerlingen of en hoe je geluid kunt voelen. Kunnen ze een voorbeeld geven van een ervaring waarbij ze zelf geluid hebben gevoeld?
Sla op een triangel of een bekken en laat de leerlingen voorzichtig hun vingertop ertegen houden. Laat twee leerlingen een opgeblazen ballon tussen hun hoofden houden met hun lippen er tegenaan en laat ze tegen elkaar praten. Of laat de leerlingen een lied tikken op de arm van een ander.
De leerlingen gaan een geluids- en gevoelssimulatie spelen.
Deel de klas in tweeën. De ene helft van de groep gaat geblinddoekt zogenaamd in de tram door Den Haag rijden. De andere groep leerlingen maakt daar geluid en bewegingen bij.
Onderzoek vooraf hoe geluiden die bedacht en gemaakt worden ook gevoeld kunnen worden. Denk aan stampen op de vloer zodat er naast het geluid ook trillingen te voelen zijn. Blazen en sissen is de wind als de deuren open gaan. Beweeg de stoelen en laat ze trillen.
Oefen deze bewegingen en geluiden goed en maak duidelijke afspraken voordat de simulatie nagespeeld wordt. Gebruik eventueel spullen uit het Haags bakkie voor stadse geluidseffecten.
Benodigdheden
Verschillende materialen uit het Haags bakkie
Voelen met verschillende lichaamsdelen staat in dit onderzoek centraal.
Bespreek met de leerlingen hoe mensen voelen en tasten. Is je ervaring van gevoel in je vingers, ellenbogen, wangen of voeten anders?
Geef de leerlingen de opdracht om in twee- of viertallen een scène te maken, waarbij ze onderzoekers en proefpersonen spelen. De onderzoekers onderzoeken bij de proefpersonen met welk lichaamsdelen ze het best of het prettigst voelen. Is er verschil in gevoel tussen je oorlelletje, je rechterbil of je kleine teen? De onderzoekers demonstreren de resultaten en geven uitleg. Bijvoorbeeld: “Meneer X ervaart de textuur van de baksteen echt beter met zijn voet of elleboog dan met zijn vingertoppen.” De onderzoekers benoemen ook de verschillen. Geef de leerlingen tijd om te experimenteren en hun scènes te oefenen. Gebruik daarbij materialen uit het Haags bakkie met verschillende texturen. Vul eventueel aan met materialen uit de klas.
Laat de scènes aan elkaar zien en bespreek ze na.
Reflectie subdoelen
Welk materiaal dat je hebt gebruikt, weerspiegelt jouw gevoel het beste?
Reflectie proces
Hoe zorgde je ervoor dat je gevoel goed overgebracht wordt in het kunstwerk?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Voelt de stad overal hetzelfde?
Op welke plek in de stad voel jij je het prettigste? Waarom?
Als jij de stadsbouwmeester zou zijn, wat zou je dan als eerste veranderen?
Waar voel je de meeste sensatie of spanning in de stad?
Kun je het gevoel van de stad vangen
5. Uitvoeropdrachten
Maak een keuze uit onderstaande uitvoeropdrachten.
Subdoel kennis
De leerling benoemt de invloed, het effect en toepassingen van kleur.
Subdoel vaardigheid
De leerling tekent een stadsverhaal in zand.
Benodigdheden
Spullen uit het Haags bakkie en organisch materiaal
Bevestigingsmaterialen zoals ijzerdraad, plakband, touw, etc.
Maak een keuze uit onderstaande opdrachten of laat uw leerlingen kiezen.
De leerlingen gaan in groepjes een stadsgevoelsconstructie maken. Gebruik de materialen uit het Haags bakkie. Denk na over bevestigingsmaterialen zoals ijzerdraad, tape, elastiek en touw. Verzamel eventueel extra materiaal uit de natuur, zoals zand, mos, bast, takken, bladeren en stenen.
De leerlingen maken zelf de keuze wat ze van de stad willen laten ervaren: het zachte, harde, koude, ruwe, etc. Laat de leerlingen direct ruimtelijk werken en op elkaar reageren. Bespreek wat het beeld ons van de stad wil laten zien en voelen. Verzin met elkaar titels voor de werkstukken.
Benodigdheden
Gekleurd of wit papier (tot maximaal A4)
Grote vellen papier om de collages op te maken
Oliekrijt
De leerlingen maken een stadscollage van dierbare plekken die ze vastleggen door ze te ‘rubben’.
Geef de leerlingen de opdracht om een rubbing te maken van een dierbare plek met verschillende kleuren krijt. Laat de leerlingen nadenken over welke kleur het beste past bij het gevoel dat de plek voor ze heeft.
Maak een collage met de gekozen rubbings met als titel: Ons dierbare stadslandschap.
De leerlingen gaan in tweetallen hun eigen verhaal verbeelden. Vraag ze om een kort verhaaltje te bedenken over een zelfverzonnen gebeurtenis of eigen beleving in de stad. Het verhaal moet heel simpel zijn. Laat ze het verhaaltje schetsmatig uittekenen als een stripverhaaltje van ongeveer vier tot zes plaatjes
De leerlingen tekenen het verhaaltje in het zand, terwijl ze het verhaal erbij vertellen. Let op: het beeld spreekt voor zich; het verhaal geeft de details zoals sfeer, gevoel en geluid.
Voorbeeld: ‘Het verhaal van de storm’
Maak met een harkje de zee in het zand. Vertel over de kleur van de zee en doe de schuimkoppen en het geruis van de branding na.
Er vaart een bootje op de zee.
Het gaat stormen, de golven worden heel hoog, het bootje kantelt bijna.
Dan wordt de zee weer kalm en de zon gaat schijnen.
Geef de leerlingen de opdracht om hun eigen stadsrap te schrijven met de woorden en geluiden afkomstig uit de onderzoeksopdrachten. Uit de rap moet duidelijk worden hoe de leerlingen de stad ervaren.
De leerlingen starten in tweetallen met het maken van een woordveld of mindmap. Met behulp van deze woorden schrijven ze een rap.
Zoek met Google Afbeeldingen naar ‘Den Haag muziekstad’. Bekijk en bespreek de afbeeldingen.
Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes van vijf à zes een dans op zelfgekozen muziek van een Haagse dj te maken. Laat ze op internet lezen over en luisteren naar:
tranceproject Dash Berlin (YouTube) Dash Berlin is een Haagse groep, gevormd in 2007 door Eelke Kalberg en Sebastiaan Molijn. De frontman is dj Jeffrey Sutorius.
Zet stoelen zo neer alsof het de zitplaatsen in een tram zijn. Deze opstelling vormt de basis voor de zelfgemaakt choreografie. Gebruik de opbrengsten uit de onderzoeksopdracht Hoe voelt geluid?
Laat de dansen aan elkaar zien en bespreek na.
Reflectie subdoelen
Welk stukje van het verhaal was het gemakkelijkst vorm te geven in het zand?
Reflectie proces
Hoe voelde het om een verhaal vorm te geven in één kleur?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Voelt de stad overal hetzelfde?
Op welke plek in de stad voel jij je het prettigste? Waarom?
Als jij de stadsbouwmeester zou zijn, wat zou je dan als eerste veranderen?
Waar voel je de meeste sensatie of spanning in de stad?
Kun je het gevoel van de stad vangen
6. Presenteren
In dit project staat het ontwikkelproces centraal en staat het eindproduct op de tweede plaats. In het creatief stroomdiagram wordt daarom ook gesproken over uitkomsten. De manier van presenteren staat niet vast, hieronder volgen een aantal suggesties. Het is zelfs heel goed mogelijk dat er een presentatievorm ontstaat die niet is omschreven. Luister en kijk naar de kwaliteiten en voorkeuren van u en uw leerlingen en vergeet uw eigen kwaliteiten niet in te zetten in het proces.
Maak een keuze uit één van de uitkomsten. Gebruik daarbij de resultaten uit de gemaakte opdrachten, het bezoek aan de culturele instelling (voorstelling of expositie) en de kunstenaar in de klas.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je eigen ervaringen kunt omzetten in muziek en dans.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt en voert een stadsrap of stadsdans uit, waaruit blijkt hoe hij de stad ervaart.
Maak een geluidspektakel met geluidstrillingen, dans en rap. Gebruik kleuren en licht. Laat de leerlingen nadenken over de locatie en vorm van presentatie. Laat ze ook nadenken over publieksparticipatie. Hoe breng je sfeer op de locatie? Verleid het publiek tot meezingen, juichen, bewegen, klappen en stampen.
Maak een voorstelling waarbij het publiek een denkbeeldige theatrale rit door de stad maakt. Onderweg komen ze van alles tegen en de inhoud hiervan wordt bepaald door de uitkomsten en ervaringen die de leerlingen hebben opgedaan bij de opdrachten.
Stel met de gemaakte werken een expositie samen. Denk ook aan de kunstwerken van de kunstenaar in de klas. Plaats daarbij borden met teksten zoals “Niet aanraken”, “Verboden over deze lijn te stappen” of “Aanraken mag”. Omkleed de expositie op een theatrale manier door bijvoorbeeld de leerlingen suppoost, directeur, curator, bewaker of onderzoeker te laten spelen. Ze bewaken de kunstwerken, vertellen erover of doen onderzoek naar de gevoelservaringen van de bezoekers.
Presenteer de uitkomsten van de diverse opdrachten naar eigen inzicht.
Reflectie subdoelen
Welke stadse ervaring voel je duidelijk terug in jouw rap of dans?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Voelt de stad overal hetzelfde?
Op welke plek in de stad voel jij je het prettigste? Waarom?
Als jij de stadsbouwmeester zou zijn, wat zou je dan als eerste veranderen?
Waar voel je de meeste sensatie of spanning in de stad?
Kun je het gevoel van de stad vangen
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Op welke manier kon jij het beste jouw gevoelens over de stad uitdrukken in dit project?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke textuur zou je verder willen onderzoeken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.