Opdracht
Verhalen vind je in voorwerpen, in vorm en beeld, muziek en dans, in andere kunstuitingen. Verhalen komen vanuit taal en schrift: letters, woorden, zinnen, nieuwe communicatievormen, nep of geheimtaal. In deze korte opdracht maken de leerlingen kennis met diverse vormen van schrift en verzinnen ze er klank en beweging bij.
Tijdsindicatie: 45 minuten
- Bekijk en bespreek het filmpje TypoGaga / טיפוגאגא, een project van Maayan Kra Oz waarin letters van het alfabet worden gedanst. Let op! Geef vooraf deze uitleg nog niet.
• Wat zien de leerlingen erin?
- Bespreek de eerste vormen van schrift en toon daarbij voorbeelden op de site toptienlijstjes.nl Top tien oudste schriften aller tijden. Bedenk samen zoveel mogelijk manieren waarop talen kunnen ontstaan.
Bekijk en bespreek het verhaal over spijkerschrift op Wikikids. Laat de leerlingen nadenken over wat de mensen in die tijd zouden bedoelen met het verhaal dat ze uitgehakt hebben.
Tips: Bekijk eventueel ook een animatie over het ontstaan van het schrift en/of een filmpje waarin je ziet hoe verschillende schriften geschreven worden. (zie voor het spijkerschrift vanaf minuut 2.38)
- Gebruik de bijlage met de V-vormen. In kleine groepjes gaan de leerlingen met de V-vormen verschillende patronen op een rij leggen en hier een betekenis aan geven. Laat de leerlingen onderzoeken vanuit de volgende mogelijkheden:
• De groepjes verzinnen een belangrijke boodschap die er zogenaamd staat alsof het geheimtaal is.
• De groepjes proberen passende klanken bij de vormen te bedenken en maken een gesproken fantasie-neptaal.
• Om er uitleg aan te geven, bedenken ze ook illustrerende bewegingen.
Geef de groepjes voldoende tijd om verschillende manieren uit te proberen.
- De groepjes laten hun nieuwe klanktaal met de bewegingen aan de anderen zien. Snappen de anderen wat er gezegd wordt? Kunnen de leerlingen een gesprekje naspelen in de nieuwe taal?
- Bespreek met de leerlingen dat ze een Spijkerschrift-dans gaan maken. Laat de leerlingen in groepjes met de V-vormen weer verschillende patronen op een rij achter elkaar leggen.
• Maak gebruik van de onderzoeksresultaten uit punt 3 en 4.
• Vanuit deze zinnen of lijnen maken de leerlingen een bewegingspatroon als een dans.
• De leerlingen verzinnen er eventueel zelf klanken bij. Zij maken deze klanken met hun eigen mond, handen of lichaam. Of ze maken gebruik van bestaande muziek.
Geef de leerlingen voldoende tijd om te experimenteren en te oefenen.
- De leerlingen presenteren hun spijkerschriftdansen aan elkaar. Zonder uitleg, zonder tekst.
Reflectievragen
- Wat gebeurt er als er geen taal is?
- Hoe communiceerden mensen zonder taal te gebruiken
- Hoe is het om een taal te bedenken?
- Zou het vroeger ook op die manier zijn gegaan?
- Wat is het belang van klanken en gebaren bij taal?
- In welke dans zijn de V-patronen nog te herkennen?