Korte opdracht: Kinderboekenweek 2023
Benodigdheden
- dozen
- scharen
- restmateriaal
- verf en/of tekenmaterialen
- gekleurd papier
- transparant gekleurd papier
- lijm
- tijdschriften en kranten
- diverse restmaterialen: stof, wol, blaadjes, takjes, karton, stukjes hout
- tape
- tip: prentenboek Binnen bij de buren van Einat Tsarfati
Handig voor het digibord
Om het toepassen van het lesmateriaal wat makkelijker te maken, hebben we speciaal voor deze opdracht een PowerPoint gemaakt. Download PowerPoint
Tijdsindicatie: 2 à 3 keer 45 minuten
1. Bekijk en bespreek met elkaar: het inkijkexemplaar of het hele prentenboek Binnen bij de buren van Einat Tsarfati.
Wat is er te zien achter elke deur? Wie wonen er en hoe wonen ze?
2. Bekijk en bespreek de video-installatie Gewoon je huis van Anne van Campenhout op Vimeo. We kijken binnen in verschillende huizen. De installatie bestaat uit meerdere televisies.
Vertel dat de leerlingen vanuit hetzelfde idee een kijkdoos gaan maken. Door de kijkdozen te stapelen als een flatgebouw, ontstaat een soort van verzamelgebouw met voor iedereen een kamer.
3. Laat de leerlingen een tekening maken van hun eigen kamer of woonkamer. Laat ze daarna in tweetallen bespreken wat er speciaal of kenmerkend is voor de kamer. Waaraan kun je zien dat het jouw kamer is? Laat ze kernwoorden bij hun tekening zetten.
Tip: Natuurlijk mag er ook gekozen worden voor het maken van fantasiekamers of wenskamers.
4. Zorg voor voldoende dozen. De leerlingen gaan naar aanleiding van hun tekening een kijkdoos maken. Vraag hen om ook zelf op zoek te gaan naar materialen of foto’s die ze kunnen gebruiken.
Bekijk de video Kijkdoos (Shoebox diorama) door Anne Rietmeijer (2012) op YouTube.
Houd rekening met de volgende aandachtspunten:
- Laat de leerlingen eerst hun voorwerpen, afbeeldingen en woorden/teksten in de doos zetten voordat alles vastgelijmd wordt. Is het duidelijk wat zij willen tonen? Zijn de voorstellingen goed te zien als je in de dozen kijkt?
- Denk daarbij aan compositie (de plaatsing van de verschillende onderdelen ten opzichte van elkaar), maatvoering en lichtinval.
5. De leerlingen kunnen een gedicht of kort verhaal bij hun kijkdoos schrijven.
Lees en bespreek met elkaar de gedichten van Edward van de Vendel uit de bijlage.
Bespreek met elkaar wat het een gedicht maakt. Wijs op het ritme van de schrijfwijze, de rijmwoorden.
De gedichten zijn een klein verhaaltje, een observatie van de dichter – iets wat hij ziet en waarover hij zich verwondert. Ook is er een grapje in verwerkt .
Geef de leerlingen de opdracht een object, gebeurtenis of een verwondering over iets in hun kijkdoos te kiezen en daar een gedicht bij te bedenken.
6. Stapel de dozen op elkaar als een flatgebouw. De leerlingen lichten hun eigen werk toe en/of medeleerlingen vertellen wat over de identiteit van de maker en geven aan waaraan je die kunt herkennen in de kijkdoos. Maak foto’s van het eindresultaat.