Als je door de stad loopt, dan kun je meer over de vroegere bewoners van de stad ontdekken dan je misschien zou denken. Op gevels en gebouwen hebben ze hun sporen nagelaten. Zijn al die gevelstenen, winkeluithangborden en decoraties je wel eens opgevallen? De leerlingen gaan in dit project op ontdekkingstocht langs de gevels van de stad: wat vertellen al die details over de mensen die daar vroeger werkten of woonden? Ze maken kennis met de zogenaamde gapers boven de ingang van een drogist, zien hoe winkels vroeger en nu herkenbaar waren of zijn. En ontdekken wat er nog meer achter de gevels verstopt zit, zoals het beroep dat mensen uitvoerden. Wat zouden ze in een eigengemaakte gevelsteen over zichzelf willen vertellen? En hoe zou een gevelsteen voor de hele klas eruitzien?
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project ontdekken de leerlingen de manieren om op of bij een gevel of gebouw iets over jezelf, over je beroep of over je winkel te vertellen. Hoe deed men dat vroeger, wat ontdekken we daarvan in de stad? En hoe gebeurt dat nu? De leerlingen maken kennis met de zogenaamde ‘gapers’: wie zijn deze vreemde mannen, en waarom hangen ze boven een deur van een winkel? In de eerste opdracht ontdekken de leerlingen dat er op diverse gebouwen in de stad sporen te vinden zijn van oude winkels en/of beroepen. Ze bekijken een aantal gevelstenen die met bepaalde beroepen te maken hebben. Vervolgens ‘ontwerpen’ de leerlingen een eigen gevelsteen voor een gekozen beroep in de vorm van een tableau vivant. In de volgende opdracht bedenken de leerlingen wat zij over zichzelf zouden willen vertellen en ontwerpen aan de hand hiervan een eigen gevelsteen. Tot slot maken de leerlingen een gevelsteen voor de hele klas: wat willen ze vertellen en laten zien over hun klas?
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Bij elke opdracht staat een opsomming van benodigdheden weergegeven.
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling legt uit dat gevelstenen iets kunnen vertellen over winkels, beroepen, personen en families.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling vertaalt zijn eigen identiteit en die van de klas naar een gevelsteen.
Benodigdheden
digibord
Aan de slag in de klas
Gaper
Introduceer het project met onderstaand verhaaltje: “Ik liep pas op straat en keek toevallig even omhoog. En weet je wat ik zag? Een heel grappig beeld boven de deur van een winkel. Het leek wel een soort clown, met zijn mond open”. Laat een foto van de voorkant van Drogisterij Van der Gaag aan de Groenmarkt zien.
“Ik werd nieuwsgierig en ben naar binnen gelopen, om te kijken of ik kon ontdekken wat dit gekke beeld nou was. Er bleken in de winkel nog meer van die vreemde mannetjes met open monden te staan!” Laat de foto van een verzameling gapers op de site van het Nationaal Farmaceutisch Museum zien. “Hebben jullie een idee wat dit zou kunnen zijn?”
“De meneer die in de winkel stond, kon me meer vertellen. Ik bleek in een (al heel oude) drogisterij te staan.” (Leg eventueel uit wat een drogist is.) “De drogist vertelde me het volgende: ‘Vroeger haalde je, net als nu bij de drogist, ook al pillen en medicijnen als je je niet lekker voelde of ziek was. De mensen in de stad herkenden de winkel aan het beeld boven de deur. Het beeld werd een ‘gaper’ genoemd. De gaper is een soort ouderwetse clown, een nar. Vroeger waren er mensen die van stad naar stad reisden, met een grote mand op hun rug, om onderweg hun spullen te verkopen. Ze verkochten van alles: lappen, manden, messen, maar ook medicijnen. Niet elke medicijnverkoper was te vertrouwen, soms verkochten ze nepmedicijnen. Om de mensen te overtuigen dat ze wel goede pilletjes verkochten, hadden de verkopers weleens een nar bij zich om mensen te lokken met hun grappen, en om de pillen te laten ‘proeven’ en zo te laten zien dat er niks raars gebeurde als je die pil nam. Terwijl de nar zijn grappen maakte, kon de nepdokter de mensen voor de gek houden.”
De andere beeldjes binnen zien er weer anders uit, niet als een nar. Dit zijn ook gapers, maar dan mannen in Arabische kleding met hun mond open om een medicijn in te nemen (ze gapen dus eigenlijk niet echt). Daarmee wilde de drogist laten zien dat hij goede spullen in huis had: in de Arabische wereld wisten ze toen namelijk al veel meer over medicijnen dan in ons land. Wat van ver kwam, was goed.
Pas is de kapotte gaper, gemaakt door kunstenaar Ernst Hazenbroek, die hangt aan een gevel van de Dunne Bierkade, hersteld. Bekijk het beeld hier, en lees eventueel het bijbehorende artikel voor meer informatie. Dit beeld is toch weer anders dan de oude gapers. Probeer met de leerlingen te bepalen wat de verschillen met de oude gapers zijn. Er was hier in de buurt vroeger wel een drogist, maar deze gaper gaapt ook echt. Met zijn slaapmuts op valt hij bijna in slaap, maar neemt geen medicijn in. Een grapje van de kunstenaar.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wil jij van de buitenkant kunnen zien wie of wat je van binnen bent?
Waarom kan het leuk of nuttig zijn om goed om je heen te kijken als je op straat loopt?
Heb je wel eens iets ontdekt in de stad dat je nog niet eerder had gezien? Wat?
Hoe herken jij je eigen huis?
Winkels Bespreek met de leerlingen: Stel dat je in je eentje naar de bakker in de buurt wilt gaan, hoe kun je die vinden? Kun je een bakkerswinkel aan de buitenkant herkennen?
Laat wat voorbeelden zien van hoe bakkerswinkels tegenwoordig herkenbaar proberen te zijn:
Zijn er ook voorbeelden van winkels in de wijk te vinden, die duidelijk te herkennen zijn? Vraag de leerlingen iets te vertellen over een winkel waar ze met hun ouders wel eens boodschappen gaan doen.
Extra: In de wijk Loop met de leerlingen een ontdekkingsrondje door de wijk. Ga voor een winkel staan en bespreek waaraan de winkel te herkennen is.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling verbeeldt een beroep als gevelsteen en geeft vorm aan gevelstenen van zichzelf en zijn klas.
4. Opdracht: Verhaal in steen
In deze opdracht ontdekken de leerlingen dat er op sommige gebouwen in de stad overblijfselen zoals gevelstenen en schilderingen, te vinden zijn van oude winkels of beroepen. Tegenwoordig gebruiken winkels en bedrijven vaak lichtreclames en uithangborden om duidelijk te maken dat ze in het pand zitten. Vroeger werden daar o.a. gevelstenen voor gebruikt. We bekijken een aantal gevelstenen die met bepaalde beroepen te maken hebben. Vervolgens ‘ontwerpen’ de leerlingen, door het maken van een tableau vivant, een levende gevelsteen voor een zelfgekozen beroep.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat gevelstenen iets kunnen vertellen over winkels en beroepen.
Subdoel vaardigheid
De leerling beeldt in een tableau vivant een beroep uit, geïnspireerd op het principe van een gevelsteen.
Benodigdheden
digibord
bijlage, werkblad gevelstenen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Bespreek met de leerlingen hoe je tegenwoordig winkels of bedrijven kunt herkennen. Hoe zie je aan een gebouw dat daar een bepaalde winkel zit? Bekijk een aantal voorbeelden: zien de leerlingen wat voor winkel of gebouw het is?
Vroeger, toen mensen nog niet allemaal konden lezen of er nog geen elektriciteit was voor een lichtreclame, moesten winkeleigenaren iets anders bedenken om hun gebouw of winkel herkenbaar te maken. Als je goed in de stad speurt, dan vind je daar nog steeds de sporen van: gevelstenen. Dat zijn een soort van steen gemaakte schilderijtjes, die op de gevel (de voorkant van een gebouw) zijn ingemetseld.
Laat de leerlingen een aantal voorbeelden van gevelstenen zien. Wat zijn verschillen en overeenkomsten? Kunnen ze de beroepen herkennen? Zijn het allemaal ‘ouderwetse’ beroepen, beroepen van vroeger? Of bestaan sommige beroepen nu misschien nog steeds?
Volg onderstaande stappen om het project uit te voeren.
Vorm tweetallen. Elk duo kiest een beroep. Bijvoorbeeld het beroep dat (één van) de leerlingen later wil worden.
Laat de leerlingen hier een tableau vivant van maken. Als versteend, zoals de figuurtjes op een gevelsteen.
Bespreek met elkaar hoe je dit dan het beste zou kunnen doen. Hoe kun je zonder woorden, maar met een duidelijke houding en eventueel voorwerpen duidelijk maken om welk beroep het gaat? Laat de leerlingen dit uitproberen en oefenen. Zo bereiden ze de presentatie-opdracht goed voor.
Zie voor tips het toolboxfilmpje Theater over Tableau Vivant.
Om de beurt laten de duo’s hun levende gevelsteen zien.
Kan de rest van de klas raden om welk beroep het gaat? Maak er bijvoorbeeld een raadspel van. Degene die de meeste gevelstenen heeft geraden, wint.
Tip: Maak eventueel van alle tableau vivants een foto, om te bewaren.
Reflectie subdoelen
Welk beroep herkende je meteen door de houdingen die je zag?
Reflectie proces
Welk tableau zou je als gevelsteen willen ophangen?
5. Opdracht: Jouw eigen gevelsteen
In deze opdracht bedenken de leerlingen, geïnspireerd door eerdere voorbeelden, wat zij over zichzelf zouden willen vertellen. Ze ontwerpen aan de hand hiervan een eigen gevelsteen.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat een gevelsteen iets kan vertellen over je eigen identiteit.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een gevelsteen die uitdrukking geeft aan zijn eigen identiteit.
Benodigdheden
digibord
A4-papier
klei
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
We hebben in de vorige opdrachten gezien hoe mensen (vroeger) iets over zichzelf of hun beroep konden vertellen met gevelstenen. Maar er werd met gevelstenen niet alleen over beroepen verteld. Je kon aan sommige gevelstenen bijvoorbeeld zien wat voor functie een gebouw had, of welke familie er woonde. Laat hiervan nog wat voorbeelden zien, dwars door de tijd heen.
Angenis Hooft, E. van Velsen, O. Steen, Anno 1756 Midden in het oude centrum van Den Haag, aan de Assendelftstraat, ligt ’t Hooftshofje. Dit hofje van liefdadigheid werd in 1755/1756 gebouwd in opdracht van Angenis Hooft (1678-1734). Zij bepaalde in haar testament dat het hofje gebouwd moest worden voor ‘bejaarde vrijsters of weduwen die de Gereformeerde religie belijden’. Op de gevelstenen is de naam van het hofje te lezen, het jaar dat het hofje gesticht werd, en een aantal namen, o.a. die van Angenis Hooft. De tweede steen is mooi versierd, en boven de naam van Angenis is een hoofd te zien; een portret, of gewoon een hoofd in het algemeen?
t Goutsmits Keur Huys, Binnenhof 6 Het Goudsmids Keurhuis werd gebouwd in het tweede kwart van de 17e eeuw, in opdracht van het meest welvarende gilde van Den Haag, dat van de goud- en zilversmeden. In het gebouw werd het werk van hun smeden gekeurd: was het werk van goede kwaliteit, en zat er genoeg edelmetaal in? Op de gevelsteen zie je allerlei gereedschappen die de smeden gebruikten, en een prachtige gouden beker.
't Goude Hooft 't Goude Hooft is de oudste herberg van Den Haag, al in 1423 wordt het genoemd. 't Goude Hooft was een herberg voor mensen van buiten de stad, een taveerne voor de bezoekers van de markten en een ontmoetingsplaats waar ridders vergaderden. De gevelsteen laat letterlijk zien hoe het gebouw heet: een hoofd van een man, gemaakt van goud. Om het hoofd heen staan de letters ‘’t goude hooft 1660’.
Kunstschilder Gerard ter Borch Dit wapen is aangebracht op het huis waarvan men denkt dat de beroemde 17e eeuwse schilder Gerard ter Borch werd geboren. Het is zijn familiewapen; een rode leeuw met een blauwe tong, en daarboven een ridderhelm en nog een rode leeuw.
Geef de leerlingen de opdracht om een mindmap te maken over zichzelf. In het midden van de mindmap zetten ze het woordje ‘IK’. Daaromheen illustreren ze met woorden of tekeningetjes wat hun hobby’s zijn, hun familie, lievelingskleuren, huisdier, sport, vrienden, of wat ze zelf nog meer kunnen bedenken.
Tip: de mindmap kan eventueel met knipsels worden gemaakt, dan plakken de leerlingen plaatjes uit oude tijdschriften op hun mindmap.
Vraag de leerlingen goed naar hun mindmap te kijken:
Wat hebben ze opgeschreven/ getekend/geplakt?
Kunnen ze groepjes maken/ordenen: bijvoorbeeld ‘hier hou ik van’, ‘hier woon ik’, ‘dit zijn belangrijke mensen in mijn leven’. Laat hen deze groepjes met bijvoorbeeld kleuren op de mindmap aangeven.
Laat ze vervolgens bepalen wat ze het belangrijkste vinden en het meest vinden passen bij henzelf.
Volg onderstaande stappen om het project uit te voeren:
Geef de leerlingen de opdracht om met de resultaten uit het onderzoek een eigen gevelsteen te gaan ontwerpen en maken. Wat zou jij graag op je slaapkamerdeur willen afbeelden? Laat hen als uitgangspunt de mindmap uit het onderzoek gebruiken.
Vraag de leerlingen eerst een ontwerp in tekening, een schets, te maken.
Laat hen dit ontwerp vervolgens uitwerken in klei, als een echte gevelsteen. Laat het werk drogen en laat ze het eventueel beschilderen met verf.
Stal alle werkstukken uit in de klas. Bespreek met de leerlingen de resultaten. Kunnen ze ontdekken welke gevelsteen van wie is?
Als het goed gezien is, kan de maker kort over wat hij heeft gemaakt vertellen.
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je zien dat dit jouw gevelsteen is?
Reflectie proces
Wat is een goede plek om jouw gevelsteen op te hangen?
6. Opdracht: Dat spreekt voor zich
We hebben gezien dat gevelstenen iets kunnen vertellen over een winkel of een persoon, maar ook over een familie of een groep. In groepjes denken de leerlingen na over een gevelsteen voor de klas: Wat is er bijzonder aan de klas? Wat willen ze vertellen en laten zien? Ze maken een ontwerp en voeren het uit in 2D of 3D.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat een gevelsteen iets kan vertellen over een familie of groep mensen.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt samen met klasgenoten een gevelsteen die de hele klas representeert.
Benodigdheden
digibord
voorbeelden ‘herkenningstekens’
materialen om eigen herkenningsteken te ontwerpen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Bekijk nog een aantal voorbeelden van gevelstenen. Bijvoorbeeld:
Bespreek welke voorbeelden de leerlingen het leukst, of mooist vinden. Waarom vinden ze dat? Welke stenen zijn het meest duidelijk?
Leg uit dat, door iets te vertellen over jezelf of je beroep, je met een gevelsteen op je huis of je winkel vroeger liet zien dat jíj daar woonde of welk werk jij of je familie deed. Het was ook handig voor mensen die hun weg door de stad probeerden te vinden of op bezoek gingen bij iemand. Er bestonden namelijk nog geen huisnummers en straatnaambordjes, dus je kon niet zeggen: “Ik woon op de Brouwersgracht 14”, maar je kon wel zeggen: “Ik woon in het huis naast de melkboer”, of: “Ik woon in het huis met het schip”.
Dit wapen is te zien op het hek voor Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning; de Nederlandse leeuw, een kroon erboven, en de wapenspreuk: ‘Je Maintiendrai’. Dat betekent ‘Ik zal handhaven’.
Geef de leerlingen de opdracht om een gevelsteen voor op de deur van de klas te maken. Hoe herkennen anderen dat het om hún groep gaat?
Bespreek eerst met elkaar wat de leerlingen willen vertellen: bijvoorbeeld: wij zijn een gezellige groep, wij zijn een sportieve groep, wij houden van zingen, wij hebben een lieve juf, wij zijn allemaal anders, etc. Maak bijvoorbeeld samen een mindmap op het digibord om ideeën te verzamelen.
Laat de klas dan in kleine groepjes iets bedenken dat zij goed bij hun klas vinden passen en dat heel duidelijk zou zijn uit te beelden op een gevelsteen. Vraag elk groepje op basis van hun idee een gevelsteen te ontwerpen en te schetsen.
Maak met elkaar de keuze hoe de ontwerpschetsen uitgewerkt worden:
Op het platte vlak. Ze maken dan een schilderij, collage of een foto met tableau vivant.
Driedimensionaal met klei, of een collage/constructie met echte voorwerpen (schelpen, steentjes, etc.) en restmateriaal.
Laat elk groepje hun gevelsteen om de beurt tonen en erover vertellen, aan elkaar of aan de ouders. Kies elke dag een andere gevelsteen voor boven de deur van de klas, zodat alle gevelstenen aan de beurt komen.
Reflectie subdoelen
Welke gevelsteen past het beste bij jullie klas?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat zou je graag aan anderen vertellen over dit project?
Loop je voortaan anders door de stad, nu je meer over gevelstenen weet?
Heb je iets ontdekt in de stad of de wijk dat je nog niet eerder gezien hebt? Wat?
Wat kun je vertellen over alles wat jullie gemaakt hebben?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welk verhaal zou je nog meer willen vertellen op een gevelsteen?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Wat zou jij boven je kamerdeur hangen om te laten zien wie jij bent?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.