Den Haag heeft niet voor niets een ooievaar in het stadswapen. Het is een echte vogelstad, ontdekken de leerlingen in dit project. Ze bekijken kunstwerken van vogels en bestuderen de leefomgeving van deze dieren. Ook vogels hebben een woning: een nest. De leerlingen onderzoeken waar een nest allemaal aan moet voldoen en tekenen of schilderen een ‘Haags nestje’. In de tweede deelopdracht bekijken ze kunst waarin de woonplek van mensen centraal staat. Dit geeft ze de inspiratie om met natuurlijke materialen een nest te bouwen. Tot slot bedenken en maken de leerlingen een Haagse fantasievogel. Ze beelden zo met vorm en materialen uit wat voor hen ‘Haags’ is.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project Onder de titel Haagse vogels gaan leerlingen op ontdekkingstocht naar nesten en (Haagse) vogels, waarbij de nadruk ligt op het creëren van een fijne woonplek voor een Haagse vogel. Welke vogelsoorten kent Den Haag? Hoe ontwerp ik een aangenaam nest voor een vogel? Hoe bouw ik een nest? Hoe bedenk ik een Haagse fantasievogel? De leerlingen gaan dit onderzoeken met behulp van vorm en kleur in verschillende beeldende materialen en technieken.
Het project kan op de volgende manieren worden geïntroduceerd
Maak met de leerlingen een wandeling in de buurt (schoolplein, park) en verzamel samen allerlei natuurlijk materialen: takjes, gras, mos, veertjes, steentjes e.d.. Let op de plekken waar vogels zijn.
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wat maakt een huis een fijne plek?
Mogen vogels zelf kiezen waar ze wonen?
Voelen vogels zich overal thuis?
Zou een vogel zich in jouw bedje thuis voelen?
Hebben vogels een voordeur met een huissleutel nodig?
Zouden stadsvogels zich wel of niet thuis voelen in een bos? En andersom.
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Ga naar Google Earth en vul het adres in van de school.
Ga naar de Street View-modus en sleep het poppetje naar het adres van de school.
Maak een digitale wandeling.
Bezoek op dezelfde wijze een aantal adressen van leerlingen.
Ga naar de Earth-weergave.
Zoom langzaam in op Den Haag, de wijk en de school.
Bekijk op dezelfde manier een aantal huizen van leerlingen van bovenaf.
Bespreek met de leerlingen dat dit is wat vogels zien als ze in de lucht vliegen (bovenaanzicht).
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling ontwerpt een nest, een woonplek en een fantasievogel waarbij hij rekening houdt met kenmerken als functie, vorm en materiaal.
4. Opdracht: Haags nestje
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen de functie van een nest of nestkastje. Zij doen dit door diverse kunstwerken van vogels te bestuderen en door vogels in hun eigen omgeving te observeren. Op basis van het onderzoek kiezen de leerlingen een vogel die hun voorkeur heeft. Vervolgens tekenen of schilderen ze een Haags nestje, waarbij ze rekening houden met de behoeften van een vogel: slapen, zitten, relaxen en landen.
Subdoel kennis
De leerling legt uit waar hij rekening mee moet houden bij het ontwerpen van een vogelnest (functie, vorm, plaats en materiaal).
Subdoel vaardigheid
De leerling tekent of schildert een nest voor een specifieke vogel.
Benodigdheden
A4- of A3-tekenpapier (niet te dun)
A2- (of A3-)schilderpapier (liefst dikker dan tekenpapier)
kleurpotloden
scharen
kwasten (dik en dun)
acryl- of plakkaatverf
mengbakjes (plastic afvalbakjes of lege eierdozen)
potten water (voor het uitspoelen van de verfkwasten bij wisseling van kleur)
verfschorten of oude overhemden
stevige (plastic) tasjes
snoeischaar
diverse bouwmaterialen (plastic, krantenpapier, watjes, wol, etc.)
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop onderstaande stappen:
Vraag de leerlingen om samen met hun ouders de verschillende vogels te fotograferen in de omgeving van hun huis of ga met de leerlingen naar buiten en fotografeer in de omgeving van de school. Laat in het geval van de ouders de foto’s naar school sturen via de mail of WhatsApp en print de foto’s uit.
Deel in een kringgesprek de ontdekkingen: welke vogels ken je en welke vogels heb je gezien? (meeuwen, kauwen, eenden, duiven, nijlganzen, halsbandparkieten, reigers, mezen ). Vraag de leerlingen de vogel te omschrijven als ze niet op de naam kunnen komen.
Bekijk en bespreek een aantal kunstwerken waarop vogels afgebeeld zijn. Bijvoorbeeld:
Laat de leerlingen een vogelsoort kiezen uit hun eigen foto’s. Zie ook de Vogelgids van de Vogelbescherming.
Laat de leerlingen de vogel en een (t)huis voor deze vogel tekenen of schilderen. De vogel moet er kunnen slapen, zitten, relaxen en landen.
Voer onderstaande opdracht uit:
Hang de foto’s en de tekeningen bij elkaar.
Laat het werk aan elkaar zien.
Reflectie subdoelen
Waarom past dit nest zo goed bij jouw vogel?
Reflectie proces
In welk nest van jouw klasgenoten zou jouw vogel graag op bezoek gaan?
5. Opdracht: Hier woon ik
In deze opdracht gaan de leerlingen hun getekende ‘nest’ ruimtelijk uitwerken. Ze bekijken kunstwerken van diverse beeldend kunstenaars waarin de woonplek een grote rol speelt. Aan de hand van het onderzoek maken de leerlingen hun vogelhuis.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe hij bij zijn ontwerp voor de vogelwoonplek rekening houdt met de functie hiervan (landen, slapen, eten).
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een creatieve, ruimtelijke woonplek voor zijn gekozen vogel met diverse materialen.
Benodigdheden
schaaltjes of bakjes
karton (stevig)
scharen
gekleurde veertjes
kosteloos materiaal, bijvoorbeeld kurk, wc-rollen, knijpers, watten, textiel, bubbelplastic, aluminiumfolie
diverse natuurlijke materialen
fijne Chamotte-klei (kleur naar eigen keuze)
kleimatjes of andere stevige, gladde ondergrond
Vraag de leerlingen om met hulp van hun ouders een foto te maken vanuit hun slaapkamerraam, zowel overdag als ’s avonds. Laat de leerlingen deze foto’s meenemen of opsturen naar school om ze te kunnen bespreken bij het onderdeel onderzoek.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Bespreek met de leerlingen wat voor hen een fijne woonplek is.
Bekijk en bespreek voorbeelden van creatieve woonplekken voor vogels:
Geef de leerlingen de opdracht om te bedenken wat voor soort ‘huis’ ze willen maken: hard, zacht, groot, klein, etc. Wat heeft de vogel allemaal nodig om te landen, leven, slapen, eten? Willen ze nog iets aan hun ‘huis’ toevoegen?
Maak met de leerlingen een wandeling in de buurt (schoolplein, park) en verzamel als een vogel samen allerlei natuurlijke materialen: takken, gras, mos, veertjes, steentjes, papier, stof. Let vooral op de plekken waar vogels zitten: nestjes, takken, vogelhuisjes. Zorg van tevoren voor voldoende plastic tasjes.
Tip: laat de leerlingen ook materialen verzamelen onderweg naar school of naar huis.
Doorloop de volgende stappen:
Geef de leerlingen de opdracht om een nest te maken waar in elk geval ruimte is voor de vogel om te landen, slapen en eten. De leerlingen kunnen eventueel zelf nog een functie toevoegen.
Laat de leerlingen een keuze maken uit de verschillende materialen. De leerlingen bekleden het nest aan de binnenkant met kleine stukjes papier, watten, stukjes stof en/of klei.
Laat de leerlingen een naam voor hun nest verzinnen.
Tip: gebruik als basis bijvoorbeeld een doosje, schaaltje of bakje.
Tip: naast de natuurlijke materialen kunnen de leerlingen ook andere materialen gebruiken, zoals karton, was, kurk, wc-rollen en knijpers. Als het nest nergens aan wordt bevestigd, kan als ondergrond een stevig stuk karton worden gebruikt.
De nestjes kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden:
Koppel alle werkstukken aan en op elkaar tot een ´vogelhotel´ of maak een ´vogeldorp´.
De nestjes worden op een kijktafel neergezet. Ouders en andere leerlingen kunnen de vogelplekken bekijken.
Leerlingen vertellen elkaar over wat ze hebben gemaakt.
Reflectie subdoelen
Welke vorm en materiaal heb je gebruikt voor de landingsplek in het nest?
Reflectie proces
In welke ontworpen nesten kan jouw vogel iets bijzonders doen?
6. Opdracht: Mijn Haagse vogel
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen hoe zij verschillende kenmerken van vogels kunnen gebruiken om een fantasievogel te maken. Vervolgens maken de leerlingen hun bedachte vogels met kosteloos en natuurlijk materiaal.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe hij de kenmerken van vogels zoals kleur, afmeting en vorm toepast in zijn eigen ontwerp.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een fantasievogel van verschillende materialen.
Benodigdheden
tekenpapier
(kleur)potloden
kwasten (dik en dun)
acryl- of plakkaatverf
mengbakjes (plastic afvalbakjes of lege eierdozen)
potten water (voor het uitspoelen van de verfkwasten bij wisseling van kleur)
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Bespreek in een kringgesprek de kenmerken van een vogel (denk aan kleur, grootte, vorm, silhouet, staart, veren).
Laat de leerlingen verschillende fantasievogels tekenen.
Laat de leerlingen één van de getekende vogels ruimtelijk uitwerken. Laat ze beginnen met een grote basisvorm en daar gevonden natuurlijk en kosteloos materiaal aan toevoegen. Denk aan kleine takjes en veertjes voor de staart, kuif, snavel.
Het project kan op verschillende manieren worden gepresenteerd:
Verspreid de vogels over verschillende plekken in en bij de klas, buiten op het schoolplein of in een boom in de buurt. Houd een rondwandeling door het ‘bos’ en bevraag de leerlingen als ‘boswachter’ over de verschillende vogels en nestjes. Tip: nodig hier ouders bij uit.
Span een draad in het lokaal of de gang en hang de vogels hieraan.
Tip: presenteer de tekeningen erbij
Reflectie subdoelen
Waaraan zie je dat jouw fantasievogel een vogel is?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat ben je te weten gekomen over vogels?
Welke materialen zijn heel belangrijk voor jouw vogel?
Wat zou je nog meer voor je vogel kunnen maken?
Zou je in jouw nest willen wonen?
Wat ben je te weten gekomen over de verschillende woonplekken in Den Haag?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Van welk ontwerp (nest, woonplek of fantasievogel) zou je een echte versie willen hebben?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Wat zou je nog meer willen ontwerpen voor jouw fantasievogel?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.