Dit project gaat over helden. Leerlingen kennen ze van boeken, games en films, waar ze met superkrachten de wereld of de liefde van hun dromen redden. Maar hoe ziet de held van de toekomst eruit? Wie zijn over vijftig jaar de helden? Dat onderzoeken de leerlingen door kunst te bekijken en door allerlei opdrachten uit te voeren. Wat moet een held kunnen? Is het een man, vrouw of anders? Over welke zintuigen beschikt hij? Hoe beweegt of danst de held van de toekomst (vloeiend, hoekig, stroperig, strak, dynamisch, etc.)? Welke kleding draagt hij? En welke geluiden horen erbij? Terwijl de leerlingen dit onderzoeken komen alle kunstdisciplines aan bod, van literatuur tot dans en van mode tot film. De spectaculaire slotpresentatie kan bestaan uit een wall of fame, een heldenparade of een heldhaftige uitvoering.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In het project Held 7.0 wordt onderzocht wat heldendom is. Welke helden kennen de leerlingen en wat voor soort helden zijn er? Wat zijn heldendaden en hoe ziet de held van de toekomst eruit? Wat is een antiheld? Via internet komen leerlingen regelmatig in aanraking met heldendom; superhelden maar ook gewone mensen die een heldenstatus hebben om verschillende redenen. Onderzoeken wat een held nu eigenlijk is, maakt dat leerlingen een kritische attitude ontwikkelen t.a.v. heldendom. De fasen van het creatief proces vormen het uitgangspunt voor de verwerking waardoor de leerlingen kennis en ervaring opdoen met onderzoek, maken, presenteren en reflecteren.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie en/of digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de utopie de dystopie de attributen de vormgeving het schetsontwerp de gemengde techniek de kunststroming het DNA de personages de vijf W vragen de synopsis de improvisatie beweging -en acteerelementen: dynamisch, kracht, rust, actie, pose, vloeiend, stroperig, strak enz. het contrast het tableau vivant het contrast (beeld en muziek) de synopsis geometrisch organisch
de mindmap de antiheld de genetica de robotica bionisch de personeelsadvertentie de (kern) kwaliteit de eigenschap het kenmerk androgyn flexibel geometrisch organisch het oordeel de trendwatcher de heldenstatus de sidekick androgyn
analyseren onderzoeken
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling benoemt manieren waarop helden een rol spelen in diverse kunstdisciplines.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan een eigen toekomstheld.
Benodigdheden
boek: Helden! – Mensen die de wereld mooier maakten- Janny van der Molen
Aan de slag in de klas
Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden om het project te introduceren:
Kom verkleed als Superman of een andere held het lokaal binnen en zet het lied ‘Heroes’ van David Bowie (YouTube) op. Vertel dat u altijd al een held hebt willen zijn. U vertelt welke heldendaden u zou willen uitvoeren en gaat in gesprek met de leerlingen over heldendom. Ga als superheld met de leerlingen op de foto.
Bekijk de korte documentaire Pien de bijenkoningin op Zapp Echt Gebeurd. Bespreek de film aan de hand van de volgende vragen:
Is Pien een held? Wat voor soort held?
Heeft een held superkrachten of kan een ook held supergevoelig zijn? Denk bijvoorbeeld aan de inmiddels overleden jongen Tijn, die nagels lakte om geld op te halen voor Serious Request.
Wat is de houdbaarheid van een held?
Lees en bespreek:
het boek Helden! – Mensen die de wereld mooier maaktenvan Janny van der Molen (Ploegsma, 2009)
het boek Weblog van een antiheldvan Annemarie Bon (Zwijssen, 2007) Wat is het verschil tussen een held en een antiheld?
3. Oriëntatie
Benodigdheden
er zijn geen extra materialen nodig naast de algemene benodigheden.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wanneer is iemand een held?
Wat maakt iemand een held?
Zit in iedereen een Held?
Wat zijn heldendaden?
Over welke kwaliteiten beschikken helden?
Hebben helden in de toekomst andere kwaliteiten nodig dan vroeger?
Heeft de technologische vooruitgang daar invloed op? Geef eens een voorbeeld?
Zijn er altijd helden nodig?
Ondersteunende vragen:
Kun je dat uitleggen?
Wat bedoel je met…?
Kun je een voorbeeld geven?
Betekent wat je zegt…?
Wat is het verschil tussen …?
Denkt iemand daar anders over?
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen
100 kinderen = 100 helden Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Bespreek met de hele klas wat kenmerken van helden zijn. Inventariseer, verzamel en noteer deze kenmerken in beeld en tekst en maak hier een overzicht van. Deze bevindingen kunnen later in het project gebruikt worden.
Laat de leerlingen nadenken over wie hun held is en hierover met hun ouders een gesprek voeren. Vraag aan hen of ze afbeeldingen en/of een beschrijving (bijvoorbeeld met de zin: “Mijn held is …, omdat …”) meenemen naar de klas.
Creëer een bewaarplek voor de verzameling, bijvoorbeeld een heldenmuur.
Toekomst van de held Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Bespreek met de leerlingen hoe de wereld er over vijftig jaar uit zal zien. Hoe leven wij mensen? Hoe ver zijn wetenschap en techniek ontwikkeld (denk aan de genetica en robotica)? Welke soorten helden zijn er: gekweekte helden en biotechnologische helden? De held met robotelementen zoals bionische ogen, oren of hersenen? Denk na over wat de held van de toekomst kan zien, denken, doen en voelen.
Maak met de klas een DNA-structuur-mindmap, waarmee je laat zien wat de held van de toekomst ziet, denkt, voelt, doet en hoort.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling ontwerpt zijn eigen held 7.0 van de toekomst vanuit verschillende kunstvormen.
4. Onderzoeken
De leerlingen schrijven een advertentie, onderzoeken het effect van geluid en muziek bij filmfragmenten , maken een schetsontwerp van hun eigen verzonnen held en zijn sidekick, tekenen een strip op basis van een zelf geschreven synopsis over helden en bijhorende gedragsregels , spelen scènes uit en maken tableau vivants en dansen hun heldenmoves . In deze opdracht verwerken de leerlingen hun resultaten uit de onderzoeksfase in eigen werk. Voor het presenteren van eigen werk bij de afronding van dit project kan een keuze gemaakt worden uit een aantal mogelijkheden of kan er naar eigen inzicht een andere manier worden bedacht.
Subdoel kennis
De leerling vertelt over zijn onderzoek naar heldendom, waaronder de kenmerken van helden en de houdbaarheid van helden uit het verleden.
Subdoel vaardigheid
De leerling onderzoekt welke kenmerken, eigenschappen, gevoelens, bewegingen en geluiden passen bij zijn held van de toekomst.
Benodigdheden
Er zijn geen extra materialen nodig naast de algemene benodigdheden
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Welke helden hebben we over vijftig jaar nodig? Bedenk kenmerken en eigenschappen.
Laat de leerlingen in tweetallen een advertentie opstellen met de titel ‘Gezocht: een held voor de toekomst’. Houd rekening met onderstaande aandachtspunten:
Kijk voor voorbeelden op Google Afbeeldingen met de zoekterm ‘personeelsadvertentie’.
De leerlingen vermelden in de advertentie aan welke eisen de held moet voldoen. Denk aan: Wat moet de held weten, kunnen, doen en laten zien? Moet de held van de toekomst zich bijvoorbeeld snel kunnen verplaatsen (hiervoor heeft hij topografische kennis nodig)? Moet hij kunnen vliegen? Moet hij snel en wendbaar zijn? Hoe moet hij snel zijn: in zijn denken, in zijn bewegingen of allebei?
De vormgeving van de advertentie moet afgestemd zijn op de kenmerken van de gezochte held.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Selecteer een aantal afbeeldingen van het kunstproject Wonderwoman van Susanne Middelberg. Bespreek het werk aan de hand van de volgende vragen:
Wat zien de leerlingen op de foto’s?
Welke rollen speelt de held (moeder, vrouw, schoonmaakster, patiënt, kok, etc.)?
Is ze een held of een antiheld?
Welke gevoelens worden zichtbaar bij de held?
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met de beelden van helden die we kennen?
Laat de leerlingen in groepjes inventariseren welke gevoelens of handelingen niet passen bij het standaard idee over helden. Laat ze vervolgens bedenken welke ongebruikelijke gevoelens of handelingen ze juist wel willen tonen. De groepjes bedenken hierover een scène en spelen deze uit. Maak gebruik van de vijf W-vragen en eventueel van rekwisieten en/of kostuums.
De groepjes vormen een tableau vivant van hun scène. Maak hiervan een foto.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk en bespreek het werk Worstenbroek en Zonder titel van de Haagse beeldend kunstenaar Maarten Boekweit. Is dit een held of een antiheld? Waarom bewegen de kunstenaars zoals ze bewegen?
Bekijk en bespreek twee YouTube-filmpjes van dansuitvoeringen met dezelfde titel:
Laat de leerlingen in tweetallen onderzoek doen naar bewegingen van helden:
Hoe beweegt een held?
Ronaldo maakt andere bewegingen dan Superman. Welke bewegingen passen bij de kwaliteit van de held?
Welke soort beweging ontstaat er (vloeiend, hoekig, stroperig, strak, dynamisch, etc.)?
Laat de leerlingen drie verschillende houdingen verzinnen, bijvoorbeeld houdingen die passen bij de termen ‘kracht’, ‘rust’ en ‘actie’. Ze nemen deze poses aan en bedenken de overgangen tussen de drie houdingen. Laat de poses aan elkaar zien en geef tips en tops. Maak foto’s van de poses.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk en bespreek:
de Nederlandse versie van het nummer Hakuna Matata uit de film De Leeuwenkoning (YouTube);
De aflevering De Leeuwenkoning uit de serie Stemmen van Toen, over het inspreken van tekenfilms.
Laat de leerlingen op internet zoeken naar geluidsfragmenten die horen bij hun favoriete helden. Dit kunnen de tunes zijn van een serie of film, maar ook geluidsfragmenten die onder bepaalde heldendaden zijn gezet, of het geluid dat de held maakt tijdens de heldendaad.
Bekijk met elkaar de fragmenten met én zonder geluid. Analyseer hoe de beelden en daden overkomen met en zonder geluid. Bespreek met de leerlingen welke invloed het geluid heeft en analyseer wat het geluid met het beeld doet.
Elke leerling zoekt een geluid dat in contrast staat met het bestaande geluid in zijn fragment. Bijvoorbeeld: bij een diepe bas wordt een hoog fluitgeluid gezocht.
De leerlingen vertellen voor welk nieuw geluid ze hebben gekozen. Vraag aan de klas welk effect het nieuwe geluid heeft.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Onderzoek en bespreek met de leerlingen hoe lang iemand een held kan zijn en hoe lang heldendaden houdbaar zijn. Kan iemand die een oorlog gevoerd heeft, voor welk ‘goed’ doel dan ook, een held zijn en blijven?
Bekijk en bespreek:
de aflevering over Michiel de Ruyter van het NTR-programma Vroeger & Zo;
In de oorspronkelijke lijst uit de 17e eeuw zitten verwijzingen naar de heldendaden van Michiel de Ruyter. Het is een vergulde trofeeënlijst met een familiewapen. Waarom is hij een held? Wat zijn de voors en tegens om Michiel de Ruyter een held te noemen?
Bekijk en bespreek het artikel op Historiek over het bekladden van het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen.
Reflectie subdoelen
Welke kwaliteit heeft jouw held waardoor hij over 100 jaar nog steeds een held is?
Reflectie proces
Wat heb je ontdekt waardoor je een echte held van de toekomst kunt vormgeven?
5. Uitvoeren
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe de ideeën uit de onderzoeksfase toegepast zijn in het ontwerp van zijn held 7.0.
Subdoel vaardigheid
De leerling geeft zijn held 7.0 vorm in beeldend werk, spel, strip of dans.
Benodigdheden:
tekenpapier A2-formaat
teken-, collage- en/of schildermaterialen
rekwisieten en/of decorelementen
Geef de leerlingen de opdracht om in tweetallen een held 7.0 en zijn sidekick te ontwerpen. Een held heeft soms een sidekick die vaak tegenovergestelde kwaliteiten bezit. Denk aan Batman en Robin, Kuifje en Bobby. Samen zijn ze superkrachtig.
Houd rekening met onderstaande aandachtspunten:
Wat is kenmerkend voor jullie held?
Tot welk soort behoort de held: is het een wezen, robot, mens of een combinatie?
Welk geslacht heeft de held: is het een vrouw, man, androgyn?
Hoe ziet jullie held eruit: breed, smal, lang, kort, flexibel, hard, kleurrijk, zwart-wit, glimmend of dof, glad of harig, rond of hoekig?
Draagt de held kleding? Waarvan is de kleding gemaakt?
Stel dezelfde vragen bij het ontwerpen van de sidekick.
Laat de leerlingen ontwerpen vanuit contrasten. Bijvoorbeeld: mens-dier, jong-oud, lang-klein, dik-dun, hoekig-rond, geometrisch-organisch.
Ze maken een schetsontwerp op A2-formaat in een zelfgekozen techniek. Denk aan tekenen, schilderen, een (foto)collage of gemengde techniek.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk en bespreek:
de site over de trilogie Superhelden met 3D-game van Marcel van Driel;
Stel met de hele klas leef- of gedragsregels op waaraan elke held zich moet houden. De sidekick hoeft zich niet aan de regels te houden. Bijvoorbeeld: de held mag niet hoger dan tien meter vliegen, hij moet altijd beleefd zijn, een heldendaad gaat voor alles, ook een held eet met mes en vork, een held velt geen oordeel.
Laat de leerlingen in groepjes een synopsis schrijven met daarin de volgende gegevens:
titel
korte omschrijving van het type held en sidekick
naam van de held en sidekick
locatie
andere personages
situatie
ontwikkeling
heldendaad
een heldenkreet
de regel die overtreden wordt met de eventuele gevolgen
passende of contrasterende emoties
De leerlingen verwerken hun synopsis individueel tot een korte strip. Bespreek de strips na aan de hand van de ingrediënten van de synopsis.
Geef de leerlingen de opdracht om een personage te maken van hun persoonlijke toekomstheld. Hoe ziet de held eruit? Hoe heet hij? Hoe spreekt hij? Wat gaat de held doen of oplossen en op welke manier? Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
De leerlingen oefenen al improviserend een korte dialoog tussen twee helden. In de dialoog scheppen ze op over hun kwaliteiten en heldendaden. Let op stemgebruik en lichaamshouding. Verwerk in het opscheppen zoveel mogelijk illustrerende geluiden.
Met de hele klas worden de beste improvisaties uitgekozen. Let op de overtuigingskracht van de held, zijn bijzondere kwaliteiten, het utopische van de held en hoe de held reageert op de ander.
De gekozen improvisaties worden een paar keer geoefend en de afspraken worden vastgelegd. Zoek passende kostuums en rekwisieten. Maak eventueel filmopnames.
Geef de leerlingen in groepjes de opdracht om een heldendans te maken van hun moves uit opdracht 3 Houd rekening met de volgende aandachtspunten:
De leerlingen bedenken een heldenactie die ze in de dans met de moves
Door de poses en moves aan elkaar te schakelen, ontstaat er een choreografie van zestien maten.
De leerlingen kiezen passende muziek en bepalen het ritme en de snelheid van de moves.
Gebruik eventueel een object, zoals de opblaastompouce van de Hema of de rubberboot uit het YouTube-filmpje Heroes van de Canadian Dance Company.
Laat de dansen aan elkaar zien. Geef tips en tops.
Verwerk alle losse resultaten tot een grote heldendans.
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je jouw held van de toekomst herkennen?
Reflectie proces
Welk idee uit het onderzoek heb je niet toegepast in het ontwerp van jouw held 7.0?
6. Presenteren
In dit project staat het ontwikkelproces centraal en komt het eindproduct op de tweede plaats. In het creatief stroomdiagram wordt daarom gesproken over uitkomsten. De manier van presenteren staat niet vast, hieronder volgen een aantal suggesties. Het is zelfs heel goed mogelijk dat er een presentatievorm ontstaat die niet is omschreven. Luister en kijk naar de kwaliteiten en voorkeuren van de leerlingen en vergeet uw eigen kwaliteiten niet in te zetten in het proces.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende manieren van presenteren zoals wall of fame, parade en performance.
Subdoel vaardigheid
De leerling presenteert zijn held 7.0 aan publiek in een zelfgekozen presentatievorm.
Zoek een geschikte plek of een digitale vorm voor een heldenmuur. Bijvoorbeeld een Wall of Fame in de gang, een doorlopende digitale presentatie of een vlogserie over helden. Verwerk alle beeldende opbrengsten, zoals de gemaakte stripverhalen, op of in de ‘heldenmuur’ en geef er een heroïsche uitstraling aan.
Houd een parade door de school, straat of wijk. Zorg voor mooie aankleding en attributen. Verwerk de moves, dansen en heldenkreten. Eindig de parade met een mannequinchallenge.
Maak een performance waarin bijvoorbeeld alle helden op het podium staan en hun verhalen vertellen in een zelfgekozen vorm, zoals de dialogen. Zoek naar manieren om de helden krachtmetingen te laten doen, zoals met de poses en de kreten. Stel een top drie van helden samen aan de hand van een wedstrijd of verkiezing.
Presenteer de uitkomsten van de diverse opdrachten naar eigen inzicht.
Reflectie subdoelen
Waarom past deze gekozen presentatievorm het beste bij jouw held?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Hoe ziet de held van de toekomst eruit?
Wat maakt iemand een held?
Is heldendom utopisch?
Welke nieuwe helden heb je ontdekt?
Wat zijn de verschillen in status tussen verschillende helden?
Welke rol heb je gespeeld bij de voorbereiding en tijdens de presentatie?
Wat past beter bij jou: onderzoeken, maken of presenteren?
Ben je zelf gegroeid op de ladder van het heldendom?
Schuilt er in iedereen een held?
Wat heeft je het meest verrast bij je medeleerlingen?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welke held 7.0 heeft jou het meest verrast?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke held 7.0 zou je willen ontmoeten over 100 jaar?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.