Speeltuinen zijn zo vanzelfsprekend, dat je er eigenlijk nooit bij stilstaat. Maar dat is precies wat de leerlingen tijdens dit project gaan doen. Zo maken ze kennis met de bekendste speeltuinontwerper van Nederland: Aldo van Eijk. Ze krijgen vervolgens de opdracht om zelf een speeltuin te ontwerpen. Dat is nog niet zo eenvoudig, want wat maakt een speeltuin nou mooi? En wat maakt ’m veilig? In de tweede deelopdracht maken de leerlingen een filmreportage over een speeltuin in de buurt. Een journalist kan daarbij over de kneepjes van zijn vak komen vertellen. In de slotopdracht ontdekken de leerlingen natuurspeeltuinen en ontwerpen ze speelsculpturen voor hun ideale speeltuin. Alles komt samen in de eindpresentatie: een multimediaal Speeltuinjournaal.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project gaan de kinderen op zoek naar de mooiste en meest veilige speeltuin in de buurt. Snel zal duidelijk worden dat die speeltuin misschien wel helemaal niet bestaat. Wat maakt een speeltuin nou mooi? Wat maakt ’m veilig? En nog belangrijker: hoe zou jouw ideale speeltuin eruit zien? De kinderen onderzoeken, interviewen en reflecteren. Daarnaast gaan ze natuurlijk ook zelf ontwerpen. Uiteindelijk presenteren de kinderen hun bevindingen in een ‘speeltuinjournaal’, waarbij ze gebruik maken van diverse media, waaronder Google Earth.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie en/of digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
computer met internetverbinding
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de journalist het journaal het interview het nieuws de camera de telefoon de tablet de laptop de computer de media Google Maps het verslag 2D en 3D de website de reporter de speelsculptuur de sfeer de omgeving de checklist de enquête de kopie digitaal het digibord de vlogger de plattegrond de montage het model ruimtelijk de constructie het camerastandpunt
het onderzoek de toekomst het ideaal het onderzoeksrapport het speeltoestel de locatie de media de natuurspeeltuin leegstaand het thema het gevoel favoriet het verschil de overeenkomst tot stand komen het onderdeel de verbinding verantwoordelijk de aanleg het onderhoud
spelen ontwerpen bouwen interviewen rapporteren verslaan (het nieuws) veranderen vertellen filmen benadrukken opladen opleveren monteren reageren fotograferend delen (via social media) onderzoeken vervangen plaatsen
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling legt uit dat aan de invulling van een speeltuin een idee en een ontwerp ten grondslag ligt.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling maakt een videoreportage over een zelf ontworpen speeltuin en speelsculptuur.
Benodigdheden
Zie bronnen
Aan de slag in de klas
Het project kan op verschillende manieren worden geïntroduceerd:
Van klas naar speeltuin Verdeel de klas in groepjes en laat de leerlingen van de klas een speeltuin maken. Ze mogen alleen materiaal uit de klas gebruiken.
Laat eerst één groepje leerlingen een deel van de klas veranderen in een speeltuin. Geef de leerlingen de opdracht om met het materiaal uit de klas speelmogelijkheden te creëren. Laat ze zelf bedenken en bouwen. Begeleid de leerlingen in het omzetten van de ideeën naar mogelijkheden. Denk aan:
maak van stoelen een trein
maak een hut met behulp van meubilair en een lap stof
maak een doolhof met tafels die ondersteboven zijn gezet
creëer een andere ruimte door kasten en tafels te verplaatsen
NB Let goed op de veiligheid. Zet eventueel muziek op tijdens het ombouwen.
Als de speeltuin klaar is, vertelt het groepje wat er is gemaakt en welke speelmogelijkheden er zijn ontstaan.
Laat steeds een volgend groepje verder bouwen aan de speeltuin en/of veranderingen/ verbeteringen aanbrengen en bespreek dit met alle leerlingen.
Maak van elke speelplaats een foto of een kort filmpje als de leerlingen er spelen.
De klas als speeltuin
Maak eventueel met behulp van een collega van de klas een speeltuin, voordat de leerlingen binnenkomen.
Laat bij binnenkomst een deel van de klas spelen en een deel toekijken, wissel daarna om.
Bespreek dan samen de ervaringen. Wat vonden ze van het spelen? Wat zagen ze?
Maak van de verschillende groepen foto’s of een kort filmpje en bespreek de verschillen in gebruikswijzen.
3. Oriëntatie
Benodigdheden
speeltuin(en) in de buurt
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Verzamel eerst een aantal voorbeelden uit de groep van iets dat de leerlingen graag/vaak spelen op het schoolplein.
Is buiten spelen fijner of anders dan binnen spelen? Als er verschil is, wat is dat verschil dan?
Is samen spelen hetzelfde als alleen spelen?
Wat is spelen?
Wat als er geen plek zou zijn om buiten te spelen?
Kun je ook spelen op een plek die niet bedoeld is om te spelen?
Kan je overal/altijd spelen?
Heb je om buiten te spelen speeltoestellen nodig?
Is spelen op een schoolplein of in een speeltuin beter, leuker, anders dan spelen op straat?
Is een speeltuin alleen voor kinderen of ook voor grote mensen?
Is er iets wat je graag in een speeltuin zou willen zien of doen, maar wat niet kan?
Probeer je eens voor te stellen dat je nergens buiten zou kunnen spelen. Hoe zou dat zijn?
Vraag de leerlingen wat hun favoriete speelplek is. Is dit een speeltuin of een andere plek? Welke speeltuinen en speelplekken zijn dat?
Bespreek met elkaar de verschillen en overeenkomsten tussen een speeltuin en andere speelplekken. Denk aan veiligheid, hufterproof, eigen inbreng van kinderen, afstemming op gebruik door kinderen, etc.
Bezoek met de leerlingen een speeltuin in de buurt en laat ze 10-15 minuten spelen.
Bespreek ter plekke de bevindingen:
Wat is leuk aan deze speeltuin?
Wat is het fijnste speeltoestel?
Wat is er niet leuk aan de speeltuin?
Past de omgeving bij de speeltuin?
Wat zou je eventueel willen veranderen?
Voor welke leeftijd is deze speeltuin het meest geschikt?
Kun je er veilig spelen?
Mocht er geen gelegenheid zijn om naar een speeltuin te gaan, bespreek dan met de leerlingen de speelmogelijkheden op het schoolplein.
Ga weer terug naar school. Vergelijk de speeltuin met de speelmogelijkheden van hun eigen schoolplein.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft met verschillende media vorm aan een speeltuin en speelsculptuur en presenteert deze in een journaal.
4. Opdracht: Spelen is een kunst
In de eerste deelopdracht bekijken de leerlingen beeldmateriaal van architect Aldo van Eijk, die in Amsterdam veel speeltuinen heeft ontworpen in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw. Vervolgens gaan ze zelf ontwerpen. Dit doen ze op een foto van een leeg stuk grond in Den Haag. Ze tekenen en schilderen op welke manier zij hier een speeltuin willen maken. Hiervoor bedenken ze een thema en een gevoel.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat een architect een speeltuin kan ontwerpen.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een eigen speeltuin op basis van een zelfgekozen thema en een gevoel.
Benodigdheden
checklist (zie bronnen)
enquêteformulier (Toolbox)
scorelijst (Toolbox)
speeltuin in de buurt
speeltuinrapport
stickers (rood, geel groen)
foto- en opnameapparatuur (smartphone of tablet)
kopieën A3-formaat foto’s leegstaande plek
boeken ter inspiratie voor het te bedenken speeltuinthema
stiften (felle kleuren)
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Doorloop de volgende stappen in volgorde:
Bespreek met de leerlingen de checklist speeltuinen en waarom deze bestaat. Hier is o.a. te zien aan welke eisen een speeltuin officieel moet voldoen.
Voer een onderzoek uit over speeltuinen met behulp van een enquêteformulier (zie Toolbox). Vul deze enquête eventueel aan met eigen vragen, die specifiek te maken hebben met de speeltuin die jullie hebben bezocht. Verzamel de resultaten uit de enquêtes (bijvoorbeeld aan de hand van de scorelijst in de Toolbox) en bespreek deze met de klas. NB De enquêtes heeft u weer nodig bij deelopdracht 2.
Is er iets kapot of vies in een speeltuin, meld dat dan bij de gemeente Den Haag.
Speeltuinen en speeltoestellen worden bedacht en ontworpen. Ze komen er niet zomaar. Er moeten ook vergunningen worden aangevraagd en er moet een onderhoudsplan zijn. Daarna moet het allemaal gebouwd worden. In de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn veel speeltuinen en speeltoestellen in Amsterdam ontworpen door de architect Aldo van Eijk. Voorbeelden vind je in dit artikel op nos.nl. Hij bouwde alleen al in Amsterdam meer dan zevenhonderd speeltuinen. Er waren veel open plekken in de stad waar huizen hadden gestaan die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren verwoest. Veel speeltoestellen van Aldo van Eijk zijn in de rest van Nederland overgenomen.
Zoek een leeg terrein in de buurt van de school en maak daar een foto van. Laat die lege ruimte aan de leerlingen zien. Gebruik eventueel Google Earth, zie Toolbox, of maak een kort filmpje.
Bespreek met de leerlingen dat ze voor de lege plek een speeltuin mogen ontwerpen. Verwerk de resultaten van jullie onderzoek naar speelplekken uit de Oriëntatie.
Wat is het thema van de speeltuin? Bijvoorbeeld: Disney, jungle, bouwplaats, ridders, cowboy, elfen, Barbie, etc.
Welk gevoel wil je de kinderen geven als ze daar spelen?
Print de foto uit op A3-formaat in zwart-wit. Zorg ervoor dat de afdruk niet te donker is, want de leerlingen gaan erop tekenen. Op de afdruk tekent de leerling het ontwerp met stift. Laat de leerlingen alleen of in duo’s werken.
Maak van elke tekening een digitale foto en toon deze op het bord. De leerlingen lichten hun ontwerpen toe. Bespreek met de leerlingen thema en gevoel. Geef iedere tekening twee tops en één tip.
Reflectie subdoelen
Waaraan kun je het thema herkennen in jouw ontwerp?
Reflectie proces
Welke speeltuin zou je het liefst uitgevoerd zien?
Bespreek met elkaar wat de vijf beste, spannendste, leukste, stoerste speeltoestellen zijn. Waarom vindt de klas dat? Vormen deze speeltoestellen samen misschien weer een nieuw thema?
5. Opdracht: Reportage over Onze speeltuin
In deelopdracht 2 gaan de leerlingen na het bekijken van een aantal nieuwsitems over speeltuinen een reportage maken over een speeltuin in de buurt. Een goed moment om een echte journalist in de klas uit te nodigen, die precies kan uitleggen hoe het maken van een nieuwsitem in zijn werk gaat. De reportage wordt in groepjes gemaakt in de speeltuin. De leerlingen vervullen de rollen van cameraman, interviewer en leerling. Nadat de film gemonteerd is, kan ervoor gekozen worden de reportages naar de gemeente Den Haag te sturen of te delen op de Facebookpagina van de school.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende werkzaamheden die verricht worden bij het maken van een videoreportage, zoals inhoud bepalen, interviewen en filmen.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een korte videoreportage over een speeltuin in de buurt.
Benodigdheden
schrijfgerei
A0-papier
scharen
tijdschriften
zachte kleurpotloden
grijze tekenpotloden
pastelkrijt
zachte waskrijtjes (of Pandakrijt)
lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel + lijmkwast
stiften
handleiding ‘gebruik verschillende media’ (Toolbox).
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Bekijk en bespreek een aantal filmpjes over speeltuinen en speeltoestellen:
De leerlingen gaan een nieuwsitem maken. Bekijk dit YouTubefilmpje over het meisje uit Palestina dat al vanaf haar tiende jaar filmreportages maakt over wat er in haar land gebeurt.
Inventariseer welke werkzaamheden verricht moeten worden voordat een nieuwsitem tot stand komt. Denk aan materialen, licht, verslaggever, redacteur, enz.
Nodig een verslaggever, (eind)redacteur van een (lokale) tv- of radiozender of krant, een filmmaker of vlogger uit om in de klas te vertellen hoe een reportage tot stand komt.
Voer de volgende stappen in volgorde uit:
Geef de leerlingen de opdracht een speeltuinreportage te maken over een speeltuin in de buurt. Verwerk de resultaten uit deelopdracht 1.
Bekijk (nogmaals) de speeltuinen in de buurt op een plattegrond of via Google Maps/Streetview. Via de site van de gemeente Den Haag zijn kaarten te vinden met speeltuinen per wijk.
Vorm groepjes van vier leerlingen.
Bedenk per groepje wat de kern van de reportage is. Waar gaat het over, wat willen jullie benadrukken? Wat vind je goed aan de speeltuin, of wil je juist iets verbeteren?
Vervolgens bedenkt elk groepje drie interviewvragen. Bijvoorbeeld: is de speeltuin schoon en veilig?
Wat is er zo leuk aan de speeltuin, en waar zie je dat aan?
Is er iets aan de hand met de speeltuin of met onderdelen daarvan? (schoon, veilig, onderhoud)
Wat moet je doen om hem veiliger en schoner te maken?
Verdeel het groepje in een interviewer, een cameraman en twee leerlingen die geïnterviewd gaan worden.
Ga met de leerlingen naar de speeltuin. Neem zelf een camera (telefoon of tablet) mee. Tip: check dat het apparaat is opgeladen en dat er voldoende geheugenopslag is. Laat de groepjes de interviews ter plekke oefenen. Vervolgens filmt de cameraman het interview. Tips:
Let op het camerastandpunt (zie Toolbox).
Houd de vaart erin; maak een scène niet langer dan dertig seconden.
Monteer de stukken film aan elkaar (zie Toolbox voor handleiding). Mocht filmen een probleem opleveren, dan kunt u ook kiezen voor:
geluidsopname: een speeltuinradioverslag
een speeltuinkrant in woord en beeld (analoog of digitaal)
een beeldverslag (foto’s met onderschrift)
Zie de Toolbox voor de handleidingen voor het gebruik van de verschillende media.
Doorloop de volgende stappen in volgorde:
Laat de montage van de verschillende reportages op het digibord zien.
Maak eventueel een link op de website van de school, de Facebookpagina of de klassenapp.
Nodig ouders en andere leerlingen uit om erop te reageren en bespreek de reacties in de klas.
Stuur de film eventueel naar diegenen die verantwoordelijk zijn voor speeltuinen bij de gemeente Den Haag.
Reflectie subdoelen
Wat zou je nog aan je videoreportage willen toevoegen?
Reflectie proces
Welke rol zou je willen hebben als je nog eens een videoreportage maakt?
Doorloop de volgende stappen in volgorde:
Bekijk nogmaals het filmpje over de Gouden Glijbaan. Benoem verschillen en overeenkomsten met de filmpjes van de leerlingen.
Bespreek het doorlopen proces en de resultaten aan de hand van de volgende vragen:
Ben je tevreden over de samenwerking?
Ben je tevreden met jouw bijdrage aan de film en in het groepje?
6. Opdracht: Mijn speelsculptuur
Tenslotte maken de leerlingen een model van een speelsculptuur van natuurlijk en kosteloos materiaal. Maar wat is eigenlijk een speelsculptuur? Voorafgaand bekijken de leerlingen beeldmateriaal over kunst waar je mee, op of in kunt spelen. Verder wordt er beeldmateriaal bekeken van een aantal natuurspeeltuinen en wordt er onderzoek gedaan naar de overeenkomsten en verschillen tussen een natuurspeeltuin en een gewone speeltuin. Bij het maken/bouwen van de speelsculptuur gaan de leerlingen meteen aan de slag. Er wordt niet eerst een ontwerp gemaakt. Al bouwend vertellen de leerlingen hoe hun ideale speeltuin eruit zou moeten zien.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat kunstenaars speelsculpturen kunnen ontwerpen.
Subdoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan een eigen speelsculptuur met aandacht voor materiaalgebruik, speelmogelijkheden en locatie.
Benodigdheden
schrijfgerei
stroken karton voor titel speelsculptuur
zachte kleurpotloden
grijze tekenpotloden
pastelkrijt
zachte waskrijtjes (of Pandakrijt)
lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel + lijmkwast
stiften
natuurlijke materialen (takjes, veertjes, bladeren, mos, klei, enz.) en ander kosteloos materiaal (draadjes, rietjes, eierdozen, wc-rollen, doosjes, wol, textiel, enz.)
plastic tasjes (eventueel voor het verzamelen van natuurlijke materialen)
Monkeybos (Meijendel, Wassenaar) Welke natuurspeeltuinen kennen de leerlingen? Bespreek de verschillen tussen een gewone speeltuin en een natuurspeeltuin. Denk hierbij aan de aanleg, het gebruik, onderhoud, eigen inbreng, etc.
Er bestaat ook kunst waar je op, in of mee kunt spelen. Bijvoorbeeld:
Geef de leerlingen de opdracht om een model van een ruimtelijke speelsculptuur te maken. Gebruik hiervoor betekenisvol materiaal, zoals draadjes, buisjes, rietjes, stukken karton of papier, ijzerdraad, papier en/of natuurlijke materialen zoals takjes, touw, klei, bladeren, etc. De leerlingen werken op een grondplaat van dik karton en gaan meteen met de materialen aan de slag. De constructie moet uitnodigen om erop of erin te spelen. Laat de leerlingen ter plekke bedenken wat en hoe je kunt spelen.
Werk dit onderdeel uit in één les. Fotografeer alle resultaten vanuit verschillende standpunten. Maak indien mogelijk een kort filmpje waarbij u de sculptuur van verschillende kanten filmt.
Maak duo’s en laat de leerlingen elkaar interviewen over het gebruik van de speelsculpturen. Bespreek de speelmogelijkheden en de veiligheid. Maak indien mogelijk een filmopname van de interviews.
Doorloop de volgende stappen in volgorde:
Monteer de interviews aan elkaar en toon deze op het digibord.
Laat de foto’s/films van de speelsculpturen zien op het digibord en bespreek de resultaten aan de hand van de volgende punten:
speelmogelijkheden
gebruikte materialen
een geschikte plek
titel
Beschrijf je sculptuur. Iemand die hem nooit heeft gezien moet zich er een voorstelling van kunnen maken.
Reflectie subdoelen
Welke speelsculpturen zou je willen samenvoegen tot een nieuwe speeltuin?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Op welke plek in de speeltuin die jullie onderzochten past jouw speelsculptuur het beste?
Welke speeltuintoestellen zou je willen vervangen door een ontwerp van je medeleerlingen?
Hoe ziet jouw ideale speeltuin er uit?
Waar in de stad zou jij jouw speelsculptuur willen plaatsen? Hoe groot moet hij dan zijn?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welke nieuwe ideeën voor speelobjecten heb je gekregen?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Over welke objecten in jouw buurt zou je nog een reportage willen maken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.