De leerlingen gaan op ontdekkingstocht naar kenmerkende muziek van over de hele wereld en kijken in hoeverre dat ook aanwezig is in hun eigen stad en thuis. Daarnaast onderzoeken ze welke muziekstijlen en muziekinstanties er allemaal bij hun in de buurt te vinden zijn. Wat kan je daar leren? Wat zou je willen leren? Ook onderzoeken ze met behulp van een computerprogramma hoe de skyline van Den Haag, hun straat en het schoolgebouw klinken. Diverse bodypercussie-ritmes, eigen inbreng, eventueel gecombineerd met expertise uit de wijk, vormen de basis van een muzikale eindpresentatie. De leerlingen krijgen inzicht in de gelaagdheid van muziek.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project gaan de leerlingen op ontdekkingstocht naar kenmerkende muziek van over de hele wereld en kijken in hoeverre dat ook aanwezig is in hun eigen stad Den Haag en thuis. Daarnaast gaan ze onderzoeken welke muziekstijlen en muziekinstellingen er allemaal bij hun in de buurt te vinden zijn. Wat kan je daar leren? Wat zou je willen leren? Is er een voorstelling die we met de klas zouden willen bezoeken? Ook onderzoeken de leerlingen hoe de skyline van Den Haag, hun straat en het schoolgebouw klinken. Hierbij gebruiken ze een computerprogramma. Ze onderzoeken wat er in hun eigen klas en wijk te vinden is aan expertise op het gebied van muziek en combineren dit alles in een eindpresentatie. Diverse bodypercussie-ritmes en eigen inbreng vormen de basis voor een muziekstuk met meerdere lagen. In dit project krijgen de leerlingen flink inzicht in de gelaagdheid van muziek!
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Open bijlage 1, PowerPoint Haagse bands en zet het digibord op ´freeze´ zodat de leerlingen niet kunnen zien wat je aanklikt. Luister naar het begin van een zestal nummers van bekende bands die uit Den Haag komen. Bespreek de fragmenten aan de hand van de albumcovers van de bands (bijlage 1).
Welke muziek hoort bij welke albumcover?
Kun je aan de albumcover zien wanneer de muziek gemaakt is? Waar zie je dat aan?
Kan je horen in welke tijd de verschillende nummers gemaakt zijn? Kan je horen welke ouder zijn en welke nieuwer? Waaraan hoor je dat?
Di-rect is als band begonnen in 1999. De leadzanger was toen Tim Akkerman die vlak achter Basisschool De Elout, achter de Copernicusstraat in Den Haag, woonde. Vanaf 2009 is Marcel Veenendaal de leadzanger van de band. Ze treden nog steeds op.
Shocking Blue was een rockband uit Den Haag die in de jaren ’60-’70 succesvol was. Leadzangeres Mariska Veres is in 2006 overleden.
Golden Earring werd opgericht in 1961 en bestaat nog steeds. De band heeft grootschalig internationaal succes gehad. De drummer Cesar Zuiderwijk heeft veel betekend voor de stad Den Haag en ontving in 2007 de Cultuurprijs. Hij heeft Musicon opgericht, een podium en plek voor bands in Den Haag om te kunnen oefenen, lessen te kunnen volgen en ervaring op te kunnen doen met optreden. Hij is altijd werkzaam geweest als docent en probeerde veel kinderen en volwassenen te inspireren.
Kane is opgericht in 1998 in Den Haag. De groep werd ontdekt tijdens een optreden in café De Paap. De zanger Dinant Woesthoff is getrouwd geweest met Guusje Nederhorst, de bedenker van Woezel en Pip. Het lied ´Dreamer´ heeft hij geschreven na het overlijden van Guusje.
Earth and Fire was actief in de jaren ’70 en ’80. In 1970 brak de band door met een nummer geschreven door de gitarist van Golden Earring.
Anouk brak in 1997 door met de single ´Nobody’s Wife´. Ze kwam o.a. in contact met Barry Hay, de zanger van Golden Earring. De band heeft haar geholpen bekendheid te verwerven. Ze heeft meerdere keren in hun voorprogramma gestaan.
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Volg daarbij onderstaande stappen.
Voer een gesprek over het inwoner zijn van Nederland en – in het bijzonder – van Den Haag. Wat betekent dat? Voelt de leerling zich op die manier betrokken bij zijn stad? Andere mogelijke vragen:
Noem eens een aantal kenmerken van Nederland die veel gebruikt worden in het toerisme.
Klopt het beeld dat daarmee geschetst wordt?
En hoe zit dat met Den Haag?
Is er iets bijzonders aan Den Haag?
Heeft Den Haag iets wat andere steden niet hebben?
Ben jij trots op je stad?
Waar ben je trots op?
Laat tussendoor, op het moment dat de laatste twee vragen aan bod komen of als het er toevallig over gaat, het nummer ´Oh, oh, Den Haag´ horen (zie benodigdheden). Het lied is geschreven door Harry Jekkers, die zelf enorm trots is op zijn stad.
Kennen de leerlingen het lied?
Herkennen ze zich in het lied?
Waar zijn ze trots op?
Kennen zij alle plekken waar hij het over heeft? Welke wel/niet?
Zing het lied samen met de klas. Maak zelf een keuze uit de twee tekstversies en gebruik eventueel de karaoke-versie.
Stel een aantal van onderstaande vragen:
Schaam je je weleens voor iets in jouw stad?
Voel je je thuis in Den Haag?
Waardoor voel jij je hier wel of niet thuis?
Wat moet een stad hebben zodat jij je er thuis voelt?
Ik hoor, ik hoor, wat jij niet hoort en het is…?
Ter oriëntatie op het thema gaan de leerlingen luisteren naar verschillende muziekstijlen van over de hele wereld. Daarvoor gebruiken ze bijlage 2, Werkblad Wereldkaart. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Vorm tweetallen of viertallen. Deel de werkbladen uit; één werkblad per groep.
Geef de volgende instructie bij het luisteren:
Schrijf de namen van je groepje bovenaan het werkblad.
Leg de volgende kleurpotloden klaar: Rood, Blauw, Groen, Geel, Oranje, Roze, Paars.
Je krijgt straks verschillende luistervoorbeelden te horen. Eerst luister je, daarna krijg je kort de tijd om te overleggen.
Vervolgens geeft de leerkracht aan welke kleur je bij het betreffende luistervoorbeeld gebruikt.
Kleur het land/werelddeel, waarvan jij denkt dat de muziek er het beste bij past, in met die kleur. Laat de leerlingen om de beurt een gebied inkleuren!
Waar komt deze muziek van origine vandaan?
Laat één voor één de verschillende luisterfragmenten horen:
Bespreek na wat er ingevuld is. Bij het nabespreken laat je telkens weer even een kort stukje van het liedje horen. “Dit was het eerste fragment. Welk deel van de wereld denk je dat daarbij hoort? Waarom? Waar hoor je dat aan?”. Het inkleuren hoeft niet heel precies, ongeveer is ook prima. Het kan zijn dat de leerlingen een gedeelte van een werelddeel inkleuren of het hele werelddeel. Het is al knap als ze aardig in de buurt zitten. Dat hangt ook af van de muziek die ze tot nu toe hebben gehoord. Het kan zijn dat deze compleet nieuw voor ze is.
Toelichting:
Fragment 1 (bijlage 5) – Rood ´Sambo di Brasil´, sambamuziek uit Brazilië, met name bekend van het carnaval in Rio de Janeiro in het werelddeel Zuid-Amerika. Het muziekgenre is ‘latin’ (van de andere naam voor Zuid-Amerika: Latijns-Amerika), herkenbaar doordat er veel slagwerk wordt gebruikt: allerlei trommels (bongo’s, conga’s, timbales), shakers, bellen (cowbell, agogo) en ook het fluitje. Het ritme met al dat slagwerk is kenmerkend voor latin muziek. Dat is vooral in het intro goed te horen. Het is dansmuziek. Hoe dans je hierop? Hoe heten Zuid-Amerikaanse dansen? (Salsa, mambo, lambada, merengue.)
Fragment 2 (bijlage 6) – Blauw Dit is de groep Ladysmith Black Mambazo met Zuid-Afrikaanse muziek. De zang is wat meer vertellend en is meerstemmig waarbij één persoon start en de groep antwoordt. (Vraag en antwoord.)
Fragment 3 (bijlage 7) – Groen Een fragment van ´Old Dan Tucker´ van Bruce Springsteen; een traditioneel (Noord-) Amerikaans lied in een ´rock jasje´. Er wordt gespeeld op folk- en country-instrumenten: accordeon, wasbord, banjo.
Fragment 4 (bijlage 8) – Geel Dit is traditionele Russische muziek. Een typisch Russisch instrument is de Balalaika.
Fragment 5 (bijlage 9) – Oranje Bij deze traditionele Chinese muziek worden niet alle tonen van onze toonladder gebruikt, waardoor je vaak heel goed hoort dat het Chinese muziek is. Ze gebruiken de pentatonische toonladder (in de toonladder van C zijn dat: C, D, E, G en A). Er wordt vooral melodie en ritme gebruikt. Typische Chinese instrumenten zijn o.a. de Guzheng of Guqin, tafelmodel snaarinstrumenten, de Paixiao (een soort panfluit), metalen slaginstrumenten zoals de gong, en verschillende soorten trommels.
Fragment 6 (bijlage 10) – Roze Dit is muziek uit Algerije (Noord-Afrika): ´Lillah´ van de zanger Khaled. De muziekstroming heet ´Raï´ en is afkomstig uit West-Algerije. Typisch zijn de stembuigingen (versieringen) die je in de melodie hoort. Typische traditionele instrumenten zijn onder andere: de Darboeka, een slaginstrument dat lijkt op de djembé, de Gasba, een rietinstrument/blaasinstrument zoals de Turkse Ney, maar ook koperblazers zoals de trompet.
Fragment 7 (bijlage 11) – Paars Deze muziek is afkomstig uit Australië. Je hoort een duet van Adèle Zalem op de didgeridoo, een blaasinstrument waar ze constant op kunnen spelen door de techniek ´circular breathing´ toe te passen. Je ademt dan in terwijl je tegelijkertijd uitademt; heel lastig!
Fragment 8 (Bijlage 12) – Bruin Deze uit Schotland afkomstige muziek is heel herkenbaar aan de doedelzak (bagpipes).
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling maakt eigen muziekstukken waarin de variatie van de stad en de leerlingen in de klas te horen zijn.
4. Opdracht: Herhaling en variatie
In deze opdracht starten de leerlingen met een energizer met bodypercussie die een rode draad vormt in de komende lessen. Daarnaast gaan de leerlingen onderzoeken welke muziekstijlen en muziekinstellingen er allemaal bij hun in de buurt te vinden zijn. Wat kan je daar leren? Wat zou je willen leren? Is er een voorstelling die we met de klas zouden willen bezoeken? Vervolgens kijken de leerlingen naar de stad en de directe omgeving, bedenken ze of er in de stad sprake is van herhaling en variatie net als bij de energizer en maken ze een muzikale vertaling van diverse foto’s die in Den Haag genomen zijn.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je variatie en herhaling toepast in muziek.
Subdoel vaardigheid
De leerling vertaalt herhaling en variatie die in de stad te zien is naar muziek.
De onderdelen kunnen ook in verschillende delen door de week heen worden gedaan. Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Energize je mee?! (ca. 5/10 min.)
Doorloop onderstaande stappen:
Iedereen gaat staan. Zet de Energizer 1 Warming-up deel 1 aan en doe mee. Herhaal dit eventueel nog een keer als dat wenselijk is. Let op! Het kan heel goed zijn dat leerlingen ´in de knoop´ raken omdat je meerdere dingen tegelijk doet, dat is heel normaal. De hersenen hebben tijd nodig om dit te verwerken. Mochten ze in de knoop raken, laat ze dan altijd het basisritme doen, het heen-en-weer stappen met de voeten. Vervolgens doe je alleen de eerste klap op de borst mee. Gaat dit ook, dan doe je de klap erna mee, enz. De laatste twee zijn eigenlijk het lastigst. Het is helemaal geen probleem om hierin je eigen keuze te maken en het rustig op te bouwen en iets weg te laten.
Probeer dit nu eventueel ook zelf een keer te doen, het liefst in een kring. Tel 4 tellen vooraf. Tip! Het is ook mogelijk om een leerling te laten starten die dit goed kan.
Mijn stad swingt! (Introductie ca. 10 min.)
In de Introductie en de Oriëntatie zijn de leerlingen bezig geweest met bands in Den Haag en een aantal verschillende muziekstijlen van over de hele wereld. Kom hierop terug maar betrek het nu op de eigen omgeving en eigen ervaring. (Het is ook mogelijk om dit gesprek in delen door de week heen te doen.) Stel vragen als:
Komen jullie ook verschillende muziekstijlen tegen in onze stad? Bij ons in de buurt?
Zo ja, waar kom je ze dan tegen?
Zijn er instellingen hier in de buurt waar je bepaalde muziek(stijlen) kan beluisteren? Zo ja, wat voor soort muziek hoor je daar dan?
Zijn er instellingen in de buurt waar je een muziekinstrument zou kunnen leren bespelen? Zo ja, waar kan je dat leren?
Wat zou je graag willen leren bespelen? Waarom?
Wie bespeelt er een instrument in de klas? Kan je daar iets over vertellen?
Kan je er ook andere dingen leren dan muziek maken? (Vaak kun je er ook andere creatieve dingen doen, zoals dansen/breakdancen, musical-les, schilderen, enz.)
Tip! Kijk of het mogelijk is om een bezoek te brengen aan een instelling in de buurt. Vaak is een korte rondleiding mogelijk en kun je zien wat er allemaal aangeboden wordt. Wellicht is het ook mogelijk om naar een voorstelling te gaan van een bepaalde band/groep/stijl.
Huiswerkopdracht: Geef de leerlingen de mogelijkheid om muziek mee te nemen die zij thuis vaak luisteren, zelf of in het gezin. Je kunt dit bijvoorbeeld tijdens een eet-/drinkpauze aan zetten, zodat het niet van de lestijd afgaat.
Let’s improvise! (ca.10 min.)
Herhaal de energizer uit de vorige les nog een keer. Laat daarna Energizer warming up deel 2 zien. Bespreek wat ze gezien hebben en doorloop daarbij onderstaande stappen:
Vraag de leerlingen of ze hebben begrepen wat de opdracht is. Je begint met het basisritme en daarna gaat iedereen om de beurt iets improviseren. Tip! Het is handig om voordat je aan de beurt bent iets eerder te stoppen.
Leg uit wat improviseren is (zelf iets verzinnen) en leg ook uit dat je niks fout kan doen, aangezien niemand weet wat je gaat doen. Je gebruikt daarbij bodypercussie-geluiden; geluiden met je lijf en/of met je stem. Tip! Mocht dit nieuw voor ze zijn, geef ze dan een minuutje de tijd om te ontdekken welke geluiden je allemaal met je lijf kunt maken.
Hebben ze gezien hoe lang je de tijd krijgt om iets te verzinnen? (Twee keer het basisritme.)
Doe nu hetzelfde zonder gebruik te maken van het filmpje, maar dan als volgt:
De hele klas doet het basisritme en blijft daarmee doorgaan.
Om de beurt improviseert iedereen een keer (net zolang als twee keer het basisritme).
Doe zelf eventueel niet mee met het basisritme en geef alleen maar aan wanneer de volgende aan de beurt is (tel eventueel 4 tellen vooraf). Dit om te voorkomen dat je in de knoop raakt.
Muzikale foto’s (ca. 20/25 min.)
Stel de volgende vragen:
Was er in de oefening die we hebben gedaan sprake van herhaling?
Was er ook sprake van variatie? (Niet altijd, variatie betekent een kleine verandering, dus bijvoorbeeld hetzelfde ritme maar dan 2 klappen i.p.v. 1 klap. Soms is het echt iets totaal anders.)
Is er herhaling en variatie te vinden in de stad? Laat ze verschillende voorbeelden geven.
Dit is een voorbeeld voor de leerkracht om een idee te hebben van de bedoeling van onderstaande opdracht, mocht je je er geen voorstelling bij kunnen maken. Mochten de leerlingen niet op ideeën komen, dan kun je ze daardoor beter helpen en gerichter vragen stellen.
Uitleg aan de hand van foto 1:
Op de foto zie je links en rechts hetzelfde: de ring/zijkant van de zaal waar mensen zitten. Dit zou dus bijvoorbeeld het basisritme kunnen zijn van de energizer. Als je nog gedetailleerder kijkt, dan zie je dat elke zijkant 3 vierkante vakken/ramen heeft. Dat zou kunnen betekenen dat het basisritme drie keer wordt gedaan voordat het verder gaat. (enz.)
Het middenstuk, het podium en de zaal zijn anders. Daar kan een eigen geïmproviseerd stukje komen of een nieuw ritme dat je met de groep bedenkt. Het kan ook zijn dat de leerlingen vinden dat het podium en de stoelen twee aparte delen zijn. Het geheel wordt aan elkaar geplakt en geoefend.
Stel dat we nu de eerste foto gaan combineren met de oefening die we eerder hebben gedaan, hoe gaan we dat dan doen? Tip! Stel alleen maar vragen en probeer ze niet te sturen. Stel eventueel vragen als:
Wat zie je?
Hoeveel voorwerpen/van die vormen zie je?
Zijn ze allemaal hetzelfde?
Kunnen we dat aantal combineren met een onderdeel uit de oefening?
De leerlingen kunnen dus komen met het basisritme, maar ook met een ander ritme dat iemand heeft gedaan, dat maakt niet uit.
Bedenk een muzikale oplossing die bij foto 1 past en voer deze met de klas uit. Verdeel nu de rest van de foto’s over de verschillende groepjes in de klas (ca. 4 per groepje) en geef ze een paar minuten om te brainstormen en te oefenen. Laat de oplossingen aan elkaar zien. Herkennen de leerlingen de foto in de muziek? Hoe hebben ze de foto vertaald?
Variatie: Het is ook mogelijk om leerlingen foto’s te laten maken in en om de school, op zoek naar herhaling en variatie en deze te vertalen naar muziek.
Presenteer een vorm van de energizer die geleerd is:
Basisritme gecombineerd met improvisaties. ( onderdeel ‘Let’s improvise’)
De muzikale vertaling van de foto’s van de stad. (onderdeel ‘Muzikale foto’s’)
Een combinatie hiervan.
Een eigen variant.
Laat het geheel eventueel aan de ouders of een andere groep zien en horen. Of maak een opname van het geheel.
Reflectie subdoelen
Op welk moment hoor je in jouw muziek duidelijk een variatie uit de stad terug?
Reflectie proces
Vind jij het fijner om met variatie of met herhaling te werken?
5. Opdracht: Een muzikale skyline
In deze opdracht maken de leerlingen kennis met Music Lab Songmaker. Ze onderzoeken hoe ze het programma in kunnen zetten om hun eigen muzikale skyline te maken. Hoe klinkt de compositie? Hoe klinkt het als ik gebruikmaak van herhaling en variatie? Ze werken toe naar een eind-compositie en laten deze horen aan de klas.
Subdoel kennis
De leerling weet hoe het programma Music Lab Songmaker werkt.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een eigen muzikale skyline van Den Haag waarbij variatie en herhaling worden toegepast.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Music Lab Songmaker
Wie weet wat het woord ´skyline´ betekent? Hoe zou de skyline van Den Haag eruit zien? Laat de klas bedenken welke gebouwen er te zien zijn en laat ze grofweg iets tekenen op het bord (alleen de contouren, de buitenste lijnen van het gebouw).
Welke gebouwen zijn markant voor het centrum? Welke voor Scheveningen? Wie zou de contouren kunnen tekenen van die gebouwen?
Kan je ook een skyline maken van jullie straat? Of van het schoolgebouw? Hoe ziet dat eruit?
Bekijk nu de Video Uitleg Programma Music Lab Songmaker waarin uitgelegd wordt hoe het programma Music Lab Songmaker werkt. Bespreek wat ze hebben gezien. Je kan een eenvoudige melodie maken, zelfs twee- of meerstemmig en er een ritmische begeleiding aan toevoegen. Attendeer ze op het feit dat er in het begin van het filmpje gebruik wordt gemaakt van een herhalend patroon. De kleuren die je ziet, komen overeen met de boomwhackers!
Mijn eigen muzikale skyline
Afhankelijk van het aantal computers in de klas moet de opdracht worden aangepast. De leerlingen kunnen deze opdracht om de beurt door de week heen doen of bijvoorbeeld als ze klaar zijn met hun werk.
Geef ze nu de volgende opdracht: Maak zelf je eigen skyline van de straat, het schoolgebouw, een wijk of van de stad. Het kan ook veel kleiner, bijvoorbeeld de contouren van de spullen op je tafel of op de kast. Vul deze skyline aan met een ritmische ondersteuning. Zorg dat er in jouw compositie herhaling en variatie wordt verwerkt!
Laat de verschillende composities horen aan de rest van de groep. Ook dit kan door de week heen gedaan worden.
Tip! Het is mogelijk om een van de composities op het bord te laten zien en uit te voeren met de hele klas op de boomwhackers (mits deze niet al te ingewikkeld is). Er kan zelfs iemand het ritme spelen op bijvoorbeeld een trom, djembé of ander slaginstrument.
Reflectie subdoelen
Waaraan herken je Den Haag in jouw skyline?
Reflectie proces
Waardoor klonk jouw skyline anders dan die van jouw klasgenoten?
6. Opdracht: Hoe klinkt onze klas?
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen verschillende ritmes en bodypercussie-motieven. Ze gebruiken er één als basis voor een eigen compositie die past bij de groep. Ze maken gebruik van de expertise die al in de klas aanwezig is en die ze wellicht hebben opgedaan door op onderzoek uit te gaan naar culturele instellingen in de wijk op het gebied van muziek en dans. Ook komen hier de begrippen ‘herhaling’ en ‘variatie’ weer in terug.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat gelaagdheid betekent in relatie tot muziek.
Subdoel vaardigheid
De leerling voert, samen met anderen, een zelfbedacht muziekstuk uit dat bestaat uit verschillende lagen.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Mijn eigen bodypercussie-ritme Doorloop onderstaande stappen: (ca. 20 min.)
Herhaal nog een keer het basisritme van de energizer die we in 4de eerste deelopdracht hebben gedaan.
Laat nu alleen de eerste 30 seconden zien van de ‘Energizer Warming-up deel 3’. De leerlingen gaan net als in het filmpje een nieuw bodypercussie-ritme bedenken van 8 tellen. Dat mag van alles zijn, niets is fout. In het filmpje zie je ook twee heel verschillende oplossingen.
Laat de verschillende oplossingen aan elkaar zien. Tip! Vraag aan de klas welk voorbeeld ze heel duidelijk vonden en laat dit duo hun versie aan de anderen aanleren. (Dit kan later ook met de andere groepjes worden gedaan.)
Muzikale laagjes stapelen
Het is mogelijk om muzikale laagjes te ´stapelen´. Bekijk de video ‘Energizer Warming-up deel 3’ nu nog een keer helemaal. Je ziet daarin een logische opbouw:
Laagje 1 – Het basisritme
Laagje 2 - Een van de zelfbedachte bodypercussie-ritmes uit de vorige opdracht.
Laagje 3 - Een nieuw laagje, zoals in dit geval een eenvoudig melodietje.
Laagje 4 - Een nieuw laagje, zoals in dit geval een ritme op een slaginstrument.
De gemeenschappelijke deler is de hartslag, die je in het basisritme van de video met je voeten doet. We gaan eerst laag 1 en laag 2 koppelen. Gebruik hiervoor ter ondersteuning eventueel bijlage 16: mp3 basisritme ´Laagjes stapelen´. Het gaat als volgt:
Verdeel de klas in twee groepen.
Zet bijlage 16 aan. Groep 1 doet mee met de opname.
Tel af tot 4 in het tempo dat de voeten van groep 1 maken.
De andere helft doet één van de uitgekozen zelfbedachte ritmes uit de vorige opdracht. Bijvoorbeeld het ritme dat het duo heeft aangeleerd aan de klas.
Tip! Het kan heel goed zijn dat de groep het lastig vindt en in de war raakt. Dat is heel normaal omdat je erg veel dingen tegelijkertijd doet: bewegen, luisteren, nadenken, klappen enz. Het is enorm goed voor je hersenen, maar niet altijd makkelijk. Als je dit wat vaker doet, gaat het steeds beter!
Variatie:
Dit kan ook worden gedaan met de andere groepjes die ritmes hadden bedacht.
Het is mogelijk om een aantal ritmes van de vorige opdracht (3 à 4) tegelijkertijd te doen, net als in het laatste stuk van de video. Verdeel de klas hiervoor in 3 à 4 groepen en kies drie of vier verschillende ritmes uit. Begin weer met bijlage 16 en voeg daar het eerste ritme aan toe; als dat loopt, komt nummer 2 erbij, enz.
Muzikale laagjes stapelen - Eindpresentatie
In dit onderdeel gaan we het fenomeen ‘laagjes stapelen’ nog wat verder uitbreiden. Net als in het filmpje Energizer Warming-up deel 3 kan je er zelf nog een paar eenvoudige laagjes aan toevoegen. Dit onderdeel kan zowel klassikaal als in groepjes van 5 à 6 worden gedaan. Hierbij kan bijlage 17: zelfstandig werken opdracht ´Maak een eindpresentatie´ worden gebruikt.
Volg onderstaande stappen om het project uit te voeren:
Vertel: “In deel 2 van hoofdstuk 4 hebben jullie gekeken naar de talenten in jullie eigen groep en hebben jullie ervaringen opgedaan bij muzikale instanties in de buurt”. Stel de volgende vragen:
Wat zijn jullie bevindingen?
Is er iemand die een instrument kan bespelen of graag zingt?
Is er iemand die goed kan dansen/breakdansen/rappen?
Hebben jullie les gehad van iemand die jullie geïnspireerd heeft?
Hebben jullie een voorstelling gezien bij jullie in de buurt?
We gaan proberen om deze ´talenten´ te gebruiken bij de eindpresentatie. Een muziekstuk waarin verschillende muzikale dingen worden samengevoegd. Met ´talenten´ bedoelen we uiteraard niet alleen iemand die al jarenlang optreedt, maar juist iemand die het leuk vindt om een instrument te bespelen of te dansen en dan maakt het niet uit of je pas drie maanden of al jarenlang les hebt. Een akkoord toevoegen kan al heel mooi zijn, of een eenvoudige melodie of coole move. Het kan ook een bestaand gedeelte uit een nummer/refrein zijn dat goed bij jullie basis past, of een zelfverzonnen melodie/tekst/rap.
Dit is een voorbeeld van het stapelen van de laagjes (allerlei varianten zijn mogelijk!):
Laagje 1 – Basisritme bodypercussie.
Laagje 2 – Eventueel een tweede laag bodypercussie.
Laagje 3 – Voeg een ritme-instrument toe, zoals bijvoorbeeld een schudei of tamboerijn.
Laagje 4 – Voeg er een instrument aan toe dat een akkoord kan spelen.
Laagje 5 – Voeg er een instrument aan toe dat een melodie kan spelen.
Laagje 6 – Voeg er zang, dans of rap aan toe.
Probeer verschillende dingen uit en probeer tot een gezamenlijk muziekstuk te komen.
Tip! Het is ook mogelijk om hier een looper/loopstation bij te gebruiken om de laagjes te stapelen. (In dat geval hoeft het fragment niet steeds herhaald te worden. Ook een app zoals Loopy HD kan hierbij gebruikt worden.) Mocht er in groepjes worden gewerkt, laat dan de verschillende muziekstukken aan elkaar horen.
Oefen de uiteindelijke presentatie(s) totdat ze er goed inzitten. Neem deze daarna op of laat de presentatie(s) zien aan een andere groep, of aan de ouders. Kleed het geheel eventueel nog aan.
Reflectie subdoelen
Hoe lukte het jou om de verschillen en variaties van Den Haag te verklanken?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat vind je het leukste dat je gedaan/gezien hebt in dit project? Waarom?
Hoe vond je het om kennis te maken met de muziekinstelling bij jou in de buurt? Was het helemaal nieuw of is het bekend terrein?
Waar zou je meer van willen weten/leren/ontdekken?
Heb je Den Haag op een andere manier leren kennen? Kan je dat toelichten?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welke variatie zou je nog willen toevoegen aan jouw muziekstukken?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welk muziekstuk kan de stad veranderen?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.