De leerlingen zullen niet geloven wat ze zien. Als aftrap van dit project stort je namelijk een grote hoeveelheid (schoon!) afval uit in je klas. Want dat is het onderwerp van dit project: afval. De leerlingen weten misschien al dat dit een groot probleem is voor de wereld, maar er zijn ook oplossingen. Veel kunstenaars houden zich hiermee bezig; ze bedenken nieuwe bestemmingen voor oude materialen. Dit gaan de leerlingen ook doen, op allerlei manieren. Ze maken er kunst en muziekinstrumenten van, bedenken nieuwe woorden voor gerecyclede materialen en ontwerpen een eigen utopische wereld. Er wordt in dit project dus heel veel gemaakt, bewogen, geluid geproduceerd en geschreven! Ze presenteren dit als slotmanifestatie op een manier naar keuze.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project staat afval centraal. De leerlingen verzamelen, onderzoeken en categoriseren afval op materiaalsoort, materiaaltype, kleur en vorm. Er wordt geëxperimenteerd met de mogelijkheden die afval biedt om er andere dingen van te maken en als bron voor geluiden en verhalen. Emoties worden ingezet om nieuwe afval voorwerpen klank en kleur te geven. Geïnspireerd door voorbeelden uit de kunsten en andere relevante voorbeelden krijgt afval vorm in beweging, spel en klank.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie en/of digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de utopie het design de kunst kleurrijk de beeldend kunstenaar de materiaalsoort de bewerkingstechnieken de vormgeving de kunststroming de emoties het coulisselandschap de dirigent het personages het begeleid spel de improvisatie de bewegingscompositie de klankcompositie het ritme het samenspel de klankmemory het instrument de ruimtelijke collage
het afval het hergebruik het zwerfafval de materiaalsoort de computer chip de afvalberg de kijkdoos multifunctioneel de pitch
foto’s van ontwerpen via Google Afbeeldingen. Gebruik de zoekterm ‘kunst met plastic flessen of afval’.
Op de wereld worden veel materialen weggegooid. Deze materialen kunnen we hergebruiken en er eventueel een nieuwe betekenis aan geven: design van het hergebruik. Kom de klas in met een vuilniszak vol ‘schoon afvalmateriaal’, zoals lege petflessen, doppen en voorgevormd, kleurrijk verpakkingsmateriaal. Leeg de vuilniszak voor de ogen van de leerlingen op een tafel of in een hoek van het lokaal. Zeg niets en kijk hoe de leerlingen reageren. Voer naar aanleiding van hun reacties het filosofisch gesprek. Laat de afvalberg enige tijd liggen en vul deze aan.
3. Oriëntatie
Benodigdheden
er zijn geen extra materialen nodig naast de algemene benodigdheden.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Wanneer is iets afval?
Is afval altijd vies of lelijk?
Kan iets van afval tegelijk mooi en lelijk zijn?
Andere invalshoek
Bewaar jij wel eens afval? Waarom wel / niet?
Zou je met afval iets willen doen, of maken?
Kan iets dat met afval gemaakt is maakt kunst zijn?
Kan alles wat je van afval maakt kunst zijn?
Andere invalshoek
Hoe zou het zijn als er helemaal geen afval meer was?
fijn
nodig,
belangrijk
handig
kleurrijk
Heb je een idee wat het begrip kleurrijk inhoudt?
Ondersteunende vragen
Kun je dat uitleggen?
Wat bedoel je met…?
Kun je een voorbeeld geven?
Betekent wat je zegt…?
Wat is het verschil tussen …?
Denkt iemand daar anders over?
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk/lees en bespreek:
het interview met Dirk Groot, zwerfvuilman van Purmerend, in het SBS-programma Hart van Nederland
een fragment uit de voorstelling L’ Après-midi d’un foehn door het Franse gezelschap Compagnie Non Nova (YouTube)
Bekijk met de leerlingen het afval uit de door u omgekeerde vuilniszak. Wat voor soorten afval zien de leerlingen? Doorloop vervolgens onderstaande stappen:
Geef de leerlingen de opdracht om afvalproducten van huis mee te nemen die nog niet in de afvalberg van de klas te vinden zijn.
Sorteer de verschillende soorten afval op materiaalsoort (bijvoorbeeld papier, glas, doppen, folie), op kleur, op materiaaltype (bijvoorbeeld hard, zacht en sterk) en op vorm (bijvoorbeeld plat, hoekig, scherp en rond).
Maak foto’s van de verschillende ordeningen.
Onderzoek van welk afvalmateriaal je gemakkelijk een grote hoeveelheid kunt verzamelen.
Vul de afvalberg samen met de leerlingen aan.
Bespreek met de leerlingen op welke manieren je de materialen kunt gebruiken. Schrijf de ideeën op.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling gebruikt afval om een mooiere toekomst vorm te geven.
4. Onderzoek
In deze opdracht gaan de leerlingen op verschillende manieren aan het werk met afval. Er ontstaan kleurige werelden, gemaakt in een kijkdoos of glazen pot, een bewegingscompositie op zelf gemaakte klanken, verhalen met nieuw gevormde personages en afval wordt gerecycled in een kleurrijk werk voor in de school. In deze opdracht verwerken de leerlingen hun resultaten uit de onderzoeksfase in eigen werk. Voor het presenteren van eigen werk bij de afronding van dit project kan een keuze gemaakt worden uit een aantal mogelijkheden of kan er naar eigen inzicht een andere manier worden bedacht.
Subdoel kennis
De leerling vertelt over zijn onderzoek naar de mogelijke toepassingen van afvalmaterialen.
Subdoel vaardigheid
De leerling onderzoekt toepassingen van afvalmaterialen door te experimenteren met materialen, verbindingstechnieken, bewegingen en klanken.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Vorm groepjes. Geef elk groepje verschillende soorten afvalpapier en -karton om mee te experimenteren. Hoe kun je het materiaal vervormen? Gebruik de kaartjes met bewerkingstechnieken uit de Toolbox.
Orden de uitkomsten van de experimenten die zijn uitgevoerd met behulp van de kaartjes met bewerkingstechnieken. Laat de leerlingen vertellen hoe ze het papier of karton bewerkt hebben en wat ermee is gebeurd? Welke nieuwe vormen ontstaan er?
Van welke bewerkingstechnieken zijn geen voorbeelden gevonden door de leerlingen? Probeer deze vormen klassikaal uit.
Bekijk de volgende vormen van papierkunst en bespreek welke technieken er zijn gebruikt en welke technieken de leerlingen herkennen:
Bespreek met de leerlingen wat er zou kunnen gebeuren als er zoveel rommel en afval is dat de wereld verandert in een grijze, grauwe wereld vol rotzooi. Welke emoties voelen de leerlingen daarbij? Laat de leerlingen in een geleidspel door deze wereld bewegen. Hoe loop je hier? Hoe voelt dat? Is het er vies en plakkerig? Stinkt het er? Laat de leerlingen zelf met ideeën komen en de gevoelens omzetten in beweging.
Wat als de leerlingen een eigen kleur aan de wereld mogen geven? Denk met de hele klas na over hoe een blauwe, groene, rode, gele of roze wereld zou voelen. Uit welke elementen bestaat die wereld? Wat kom je daar tegen? Probeer dit ook uit in een geleidspel met eigen inbreng. Laat de leerlingen bewegen en uitbeelden. Bijvoorbeeld: de blauwe wereld bestaat uit lucht en water, waar je zweeft en je licht en vrolijk voelt.
Zoek met de leerlingen passende muziek bij de kleuren van de wereld.
Laat de leerlingen in tweetallen een materiaal uit de afvalberg pakken. Geef ze de opdracht om te onderzoeken welke klanken er in het materiaal zitten en hoe de klank ontstaat, bijvoorbeeld door te scheuren, blazen, wrijven, wapperen, tikken, knakken of door het materiaal te laten vallen. De tweetallen demonstreren hun bevindingen en benoemen wat ze ontdekt hebben.
Laat de leerlingen in tweetallen een kleine compositie verzinnen met hun vier favoriete ontdekte klanken. Ze letten daarbij op ritme, volume en samenspel.
Verzamel ondoorzichtige flesjes. Vul steeds twee flesjes met hetzelfde materiaal. Zet de flesjes door elkaar en laat de leerlingen hiermee klankmemory spelen.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Lees, bekijk en bespreek het gedicht Lijmen van Joke van Leeuwen, uit de bundel Ozo heppie en andere versjes (Querido, 2000). Maak eventueel gebruik van:
Laat de leerlingen uit de berg afval twee verschillende soorten materiaal kiezen. Benoem de materialen. De leerlingen stellen uit de twee materiaalnamen een nieuwe naam samen, door de woorden te hakken en plakken. Bijvoorbeeld: schroefje en doosje wordt droefje, of touwtje en karton wordt kouwton.
Het nieuwe woord vormt de naam voor een wezen of creatie die de leerlingen samenstellen met de gekozen afvalmaterialen. Ze experimenteren met het verbinden van de voorwerpen, zodat het nieuwe ontwerp zo goed mogelijk past bij het woord.
Leg de nieuwe voorwerpen of wezens in het midden van de kring. Laat een leerling de nieuwe, ‘gelijmde’ naam (zie google voor neologisme) noemen. De andere leerlingen kijken of ze er het juiste voorwerp bij kunnen vinden. Dit kan ook andersom.
Reflectie subdoelen
Welk materiaal maakt het mooiste geluid?
Reflectie proces
Welke afvalmateriaal heeft jou het meest verrast?
5. Uitvoeren
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe de resultaten uit het onderzoek toegepast zijn in het ontwerp.
Subdoel vaardigheid
De leerling past de ontdekte materialen, bewegingen en klanken toe in een nieuw ontwerp zoals een muziekinstrument, ruimtelijke collage of improvisatie.
Benodigheden
glazen potten en (schoenen)dozen
extra materialen om van afval instrumenten te maken: elastiekjes, steentjes enz.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Laat de leerlingen in een kijkdoos of glazen pot een eigen wereld vormgeven. Ze gebruiken daarbij zoveel mogelijk afvalmaterialen en maken een keuze voor de kleur van hun utopische wereld. Aan de vormgeving moet je duidelijk kunnen zien voor welke wereld er is gekozen. In een kijkdoos maken de leerlingen een coulisselandschap. In een glazen pot maken ze een ruimtelijke collage die van alle kanten bekeken kan worden.
De leerlingen verzinnen een kort avontuur dat ze zelf zouden willen meemaken in hun nieuwe wereld. Ze kunnen het verhaal vertellen wanneer iemand de kijkdoos of glazen pot bekijkt.
Laat de leerlingen vanuit de resultaten uit onderzoeksopdracht 3.3. meerdere afvalmaterialen samenvoegen tot een snaar- of slaginstrumentje. Denk aan een doosje met steentjes erin, een potje met elastiekjes eroverheen gespannen, papier aan een stokje dat door te wapperen geluid produceert, etc.
Vorm groepjes van vijf of zes leerlingen. Met hun instrumentjes maken de groepjes een bewegings- en geluidscompositie van ongeveer een minuut waarin ze een mooiere, toekomstige wereld laten horen en voelen. Houd rekening met de volgende aandachtspunten:
De mooiere wereld wordt zichtbaar door de manier waarop de instrumenten bespeeld worden. Laat de leerlingen hun bewegingen op elkaar afstemmen alsof ze één instrument vormen. Denk aan vloeiende of hoekige, snelle of trage, kleine of grote, lage of hoge bewegingen.
Laat de leerlingen afspraken maken over welke emoties ze willen laten horen en zien in hun compositie. Geef indien nodig één leerling de rol van dirigent.
Laat de composities aan elkaar horen en bespreek ze na. Welke emotie hoorde je? Welk beeld van de mooiere wereld kreeg je bij het beluisteren van de geluidscompositie?
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bespreek met de leerlingen hoe het zal zijn als in de toekomst alle voorwerpen (in de klas) kunnen denken en praten. In ieder voorwerp zit een denk- en praatchip. De printer kan nu zeggen: “Ik print niet, ik ben moe vandaag”. De plant in de vensterbank zegt: “Ik voel me zo slapjes, ik heb water nodig”. En het bureau van de juf zegt: “Ik wil opgeruimd worden”.
Laat de leerlingen in tweetallen een voorwerp kiezen uit de klas. Ze bedenken een nieuwe naam voor het voorwerp, een naam die bestaat uit een combinatie van hun eigen naam en de naam van het voorwerp. Bijvoorbeeld: Yusef en stoel wordt Yousoel. Dit is de naam van het nieuwe personage dat de leerlingen gaan spelen. Laat ze nadenken over hoe het personage beweegt, wat voor stem en welk karakter hij heeft.
Vorm groepjes en improviseer met de leerlingen een scène. Geef een zestal leerlingen een plek in het speel- of klaslokaal. Ze zijn hun nieuwe personage. Vertel dat de directeur heeft besloten dat alle meubels en materialen uit de klas worden vervangen en weggegooid . De voorwerpen zijn hierdoor bang en verdrietig. De groepjes bedenken een oplossing; ze gaan op zoek naar een wereldidee. Bijvoorbeeld:
Kunnen de voorwerpen niet gerecycled worden, zodat er wat nieuws van hen wordt gemaakt en de wereld van morgen een beetje mooier wordt?
Als de voorwerpen kunnen praten en denken, dan kunnen ze misschien ook wel bewegen en ontsnappen.
Kunnen de voorwerpen samen iets nieuws vormen: een samengeteld multifunctioneel voorwerp, zodat de directeur heel blij is met het nieuwe geheel?
Zorg dat alle leerlingen aan de beurt komen en bespreek de improvisaties na.
Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen:
Bekijk en bespreek het werk met petflessen van kunstenaar Veronika Richterová.
Laat de leerlingen in groepjes een kleurrijk product ontwerpen en maken om de school mee op te sieren. Ze gebruiken hiervoor de verzamelde afvalmaterialen. Bijvoorbeeld: een verstopplaats gemaakt van petflessen, een super-instrument, planten van kunststof voor in de vensterbank of een waakhond voor de klas.
De groepjes zoeken naar een geschikte plek voor hun werkstuk. Vervolgens bedenken ze een pitch die de directeur ervan moet overtuigen dat hun werk op de gekozen plek mag staan.
Reflectie subdoelen
Welk afval kon je het beste gebruiken om iets nieuws van te maken?
Reflectie proces
Waarom koos je voor deze toepassing?
6. Presenteren
In dit project staat het ontwikkelproces centraal en komt het eindproduct op de tweede plaats. In het creatief stroomdiagram wordt daarom gesproken over uitkomsten. De manier van presenteren staat niet vast, hieronder volgen een aantal suggesties. Het is zelfs heel goed mogelijk dat er een presentatievorm ontstaat die niet is omschreven. Luister en kijk naar de kwaliteiten en voorkeuren van de leerlingen en vergeet uw eigen kwaliteiten niet in te zetten in het proces.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende manieren van presenteren zoals tentoonstelling, spel en geluidstrack.
Subdoel vaardigheid
De leerling presenteert zijn eigen gemaakte werk aan publiek in een zelfgekozen presentatievorm.
Laat de leerlingen het werkstuk kiezen waarop ze het meest trots zijn. Richt een tentoonstelling in met de gekozen producten. De leerlingen vertellen waarom ze trots zijn op hun werkstuk en waarom het werkstuk bijdraagt aan een mooiere wereld van morgen.
De leerlingen kiezen voorwerpen waarmee ze zich kunnen personifiëren, om vanuit die voorwerpen avonturen te bedenken en uit te spelen. In hun spel laten ze zien welke ideeën ze hebben over hoe ze de wereld mooier en kleurrijker kunnen maken.
Maak een filmpje met daarin beelden van de gemaakte producten ondersteund door een geluidstrack met de geluiden van de gemaakte instrumenten.
Presenteer de uitkomsten van de diverse opdrachten naar eigen inzicht.
Reflectie subdoelen
Waarom past deze presentatievorm het beste bij jou en jouw kunstwerk?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat vind je ervan dat je van afval iets nieuws kunt maken?
Wat heb je bedacht en gemaakt om jouw wereld van morgen een beetje mooier te maken?
Is mooier altijd beter? Waarom?
Wat ben je te weten gekomen over het begrip ‘kleurrijk’?
Als je een voorwerp was, welk voorwerp zou je dan willen zijn?
Hoe is het om na te denken over de mogelijkheden in de toekomst?
Werk je liever samen of alleen? Waarom?
Ben je tevreden over de keuze van de presentatievorm?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welk ontwerp maakt de wereld van morgen echt een beetje mooier?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Wat zou je nog meer kunnen doen met afval om de wereld mooier te maken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.