(Historische) verhalen zijn op zoveel verschillende manieren te vertellen, niet alleen heel feitelijk zoals in een geschiedenisboek. In dit project zoomen we in op drie belangrijke oorlogen in de geschiedenis van ons land: de Tachtigjarige Oorlog in de 16de eeuw, de burgeroorlog in de 18de eeuw en de Tweede Wereldoorlog. Leerlingen ontdekken via allerlei uitingen als strijdliederen, spotprenten en dagboeken deze verschillende, soms heel persoonlijke verhalen. Ook wordt er gekeken naar actuele oorlogssituaties. Door het maken van een eigen strijdlied, spotprent en dagboekverhaal leven de leerlingen zich in de (historische) situaties in.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project (Historische) verhalen zijn op zoveel verschillende manieren te vertellen, niet alleen op de objectieve en feitelijke manier zoals in een geschiedenisboek. Verhalen vormen het fundament onder ons cultureel erfgoed. Ze vertellen waar we vandaan komen en hoe we geworden zijn wie we nu zijn. Daarbij is soms zelfs flinke strijd geleverd. Persoonlijke verhalen, met meningen en gevoelens, brengen bij misschien juist wel ellendige historische gebeurtenissen als een oorlog de nare herinneringen nog dichterbij dan feitelijkheden. In dit project gaan we aan de slag met verhalen uit en over een aantal cruciale oorlogen uit onze geschiedenis. Leerlingen beseffen dat achter die gebeurtenissen, ook al zijn ze soms lang geleden, telkens weer mensen schuilgingen - mensen zoals zijzelf, hun familie en vrienden.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Benodigdheden Bij elke opdracht staat een opsomming van benodigdheden weergegeven.
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling benoemt verschillende manieren om in oorlogstijd verhalen te vertellen, zoals een strijdlied, een spotprent en een dagboek.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan eigen verhaalvormen, geïnspireerd op voorbeelden uit de oorlogsgeschiedenis van Nederland.
Benodigdheden
digibord
internetverbinding
Aan de slag in de klas
Het project kan als volgt worden geïntroduceerd:
Ooggetuigen
Lees het verhaal voor uit Met eigen ogen, over het bombardement op Bezuidenhout, dat plaatsvond op 3 maart 1945 (klik op icoontje ABC-Bommen op het Bezuidenhout).
Bespreek beide na en vergelijk, bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:
Welke plekken worden genoemd? Ken je ze?
Wat doen deze verhalen met je? Maakt het uit dat het persoonlijke verhalen zijn, verhalen van ooggetuigen, in plaats van een weergave van feiten uit een (geschiedenis)boek?
Wat raakt je meer: het voorgelezen verhaal, of de video met het persoonlijke verhaal van Bram van der Vlugt?
Bekijk eventueel de unieke filmbeelden in kleur uit 1945, gemaakt door een Amerikaanse soldaat vlak na het bombardement.
Laat de leerlingen eventueel op een plattegrond van Den Haag aangeven welke plekken er in de verhalen genoemd worden en/of op de filmbeelden te zien zijn. Welke plekken bestaan nog, welke zijn niet meer terug te vinden?
3. Oriëntatie
Benodigdheden
digibord
Aan de slag in de klas
Het filosofisch gesprek
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Is het belangrijk om een oorlog te herdenken? Waarom worden oorlogen herdacht?
Waarom maken mensen oorlog?
Zijn er in een oorlog altijd alleen maar slechte en puur goede mensen?
Als een oorlog is gestopt, blijft wat er gebeurd is in het hoofd van de mensen die het hebben meegemaakt. Wat doet dat met hen?
Voer onderstaande opdrachten uit of maak een keuze.
Zo dichtbij…
Houd een klassengesprek, bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:
Herdenk en vier je op 4 en 5 mei? Waarom?
Ken je mensen die de Tweede Wereldoorlog (of een andere oorlog) hebben meegemaakt of daar heel veel verhalen over kunnen vertellen?
Ben je wel eens in een museum over oorlog geweest? Welke voorwerpen zag je toen en welke verhalen werden er verteld?
Ken je (andere) oorlogsverhalen? Aan welke oorlogen moet je misschien denken naast verhalen over de Tweede Wereldoorlog?
Helaas werden en worden er vele oorlogen gevoerd in de wereld. Bekijk en bespreek de video’s van Schooltv met verhalen van kinderen uit twee recente oorlogen.
Het verhaal van Leila, die als kind de oorlog in voormalig Joegoslavië meemaakte (Nationale Kinderherdenking).
Wat wist je over deze oorlog(en)? Heb je door de persoonlijke verhalen van deze kinderen nieuwe dingen gehoord? Ken je iemand die deze oorlog zelf heeft meegemaakt?
Bekijk en beluister het lied ’Hoe een oorlog begint’. Wat is de conclusie van het lied: hoe begint elke oorlog eigenlijk?
Vraag de leerlingen in groepjes nieuwsfragmenten over de oorlog in Joegoslavië en in Syrië te zoeken, bijvoorbeeld uit afleveringen van het Jeugdjournaal.
Hoe wordt er over de oorlogen verteld, en wat?
Zijn er ooggetuigen aan het woord, is het een zakelijke weergave van wat er is gebeurd? Of anders?
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling maakt op basis van eigen onderzoek over oorlog in Nederland een strijdlied, een spotprent en een dagboekfragment.
4. Opdracht: De Opstand
In deze opdracht staan de verhalen uit de Tachtigjarige Oorlog centraal. Ook kijken we naar de strijdliederen die toen werden gemaakt, verhalen op muziek eigenlijk. Leerlingen schrijven een eigen krantenartikel over een bepaalde gebeurtenis uit die tijd, of stellen hun eigen strijdlied/rap samen.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat strijdliederen muzikale (oorlogs)verhalen zijn die gebruikt werden om op te roepen tot strijdvaardigheid.
Subdoel vaardigheid
De leerling schrijft een strijdlied, volkslied of krantenartikel geïnspireerd op voorbeelden uit de geschiedenis.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
De Opstand Bespreek met de klas dat we van recente oorlogen veel foto’s, filmbeelden en verhalen van ooggetuigen hebben. Maar hoe zit dat met oorlogen van langer geleden? Wat is daar van overgebleven? (Schilderijen, documenten, voorwerpen, etc.) Wat gebeurde er tijdens die eerdere oorlogen in Den Haag, welke (Haagse) verhalen bestaan er? We gaan ruim 450 jaar terug in de tijd, naar de 16de eeuw, het begin van een periode die ons land gevormd heeft zoals we het nu kennen; het begin van de Tachtigjarige Oorlog, ook wel de Opstand genoemd. Hoe zat het ook alweer?
Laat een of meerdere van de volgende video’s zien, die vertellen over wat deze opstand veroorzaakte en inhield.
Wat gebeurde er in… Duik dan in een aantal Haagse verhalen rondom de Opstand, op de tijdlijn van Haagse Tijden (Tijd van ontdekkers en hervormers: 1500-1600 en Tijd van Regenten en Vorsten: 1600-1700). Geef de leerlingen de opdracht in groepjes ieder de gebeurtenissen van een specifiek een jaartal te bestuderen en aantekeningen te maken. Wat gebeurde er in Den Haag in:
1566
1572
1574
1575
1585
1609
1612
1619
1625
1648
In naam van Oranje, doe open de poort! Om de vijand weerstand te bieden, werd er niet alleen gevochten met wapens maar soms ook met woorden. Zo werden er in die tijd veel strijdliederen geschreven, bijvoorbeeld:
Wist je dat… deze geuzenliederen in de Tweede Wereldoorlog nog steeds krachtige strijdliederen waren? In 1944 werd Het Nieuwe geuzenliedboek illegaal herdrukt…
Pik er één van de liederen uit, bij voorkeur het Wilhelmus. Laat eerst alleen de muziek horen. Welk lied is dit? Toon dan een video waarin het lied gezongen wordt:
In hoeverre wisten de leerlingen al hoe het lied was ontstaan?
Wat hoor je in de tekst over de Opstand?
Past het goed bij Nederland? Waarom wel/ niet?
Voer onderstaande opdrachten uit, maak een keuze of laat de leerlingen een keuze maken.
Strijdlied De leerlingen gaan in groepjes of individueel een kort strijdlied schrijven. Bijvoorbeeld een strijdlied voor een gebeurtenis uit de geschiedenis die indruk op hen heeft gemaakt. Dit kan in de vorm van een gedicht of een rap. Ze kunnen hier eventueel een bestaande melodie bij gebruiken (zoals men dat vroeger ook wel deed).
Het Wilhelmus revisited Leerlingen bestuderen de tekst van het Wilhelmus nog eens goed. Stel dat ze door de koning zouden worden gevraagd de tekst te herschrijven en daarbij meer toe te spitsen op het nu en vooral ook op wat er intussen in de afgelopen 450 jaar in de geschiedenis is gebeurd, hoe zou hun nieuwe tekst er dan uitzien?
Nieuws uit de Tachtigjarige Oorlog De groepjes gaan een krantenartikel schrijven over de gebeurtenis van het jaar dat ze bestudeerden in het onderzoek: ‘Wat gebeurde er in…‘.
De strijdliederen worden voorgedragen of gezongen.
Hang de geschreven krantenartikelen op of bundel de artikelen samen tot een (digitale) krant.
Bespreek het na met elkaar, bijvoorbeeld aan de hand van de reflectievragen.
Reflectie subdoelen
Welke gebeurtenis hoor je terug in het strijdlied of lees je in het krantenartikel?
Reflectie proces
Waar zou je vandaag de dag een strijdlied over willen maken?
5. Opdracht: De patriotten: over varkens en ezels
Om bepaalde onderwerpen aan de kaak of ter discussie te stellen, worden cartoons of spotprenten gemaakt. Met een grap en een knipoog zet de maker de toeschouwer aan tot nadenken. In ons land kan dat ongestraft. Maar in tijden van (burger)oorlog, zoals ruim 200 jaar geleden, toen de patriotten en de orangisten lijnrecht tegenover elkaar stonden, was dat wel anders. Voor het maken en/of verspreiden van zo’n prent kon je zwaar gestraft worden. Leerlingen bestuderen die periode van burgeroorlog, vergelijken prenten van nu en van toen en ontwerpen vervolgens zelf een spotprent over een onderwerp dat hen aan het hart gaat.
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een spotprent is.
Subdoel vaardigheid
De leerling zet een eigen mening om in een spotprent.
Benodigdheden
digibord
potloden, stiften, verf
papier
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Spotprenten en cartoons
Volg onderstaande stappen om het project te onderzoeken.
Zoek voorafgaand aan dit project een spotprent in de krant, bij voorkeur over een actuele gebeurtenis in de wereld waarvan je weet dat de leerlingen op de hoogte zijn. Of kijk op een van de volgende sites:
Toon de spotprent op het digibord en laat de leerlingen er even naar kijken. Bespreek dan waar de prent over gaat: wat zien we, wat is de boodschap, waar wordt een grap over gemaakt, waar wil de tekenaar ons over laten nadenken? Vind je dit goed gelukt?
Tegenwoordig mag je in ons land gelukkig grappen maken over en commentaar leveren middels spotprenten op bijvoorbeeld de politiek. In andere landen is dat wel eens anders, daar kun je er soms een lange gevangenisstraf voor krijgen. Zie voor meer informatie over cartoons en spotprenten van nu, de aflevering van het Klokhuis.
Ooit was dat ook in ons land wel anders. Tijdens een burgeroorlog ruim 200 jaar geleden, waarbij de patriotten (tegenstanders van de stadhouder) en de orangisten (voorstanders van de stadhouder) lijnrecht tegenover elkaar stonden, probeerden sommigen hun ideeën via geheime pamfletten en spotprenten te verspreiden. Werden ze gepakt, dan waren ze goed de pineut. Kijk over deze burgeroorlog en de rol van spotprenten en pamfletten de canonclip (4min12) of de Klokhuis-aflevering over de Patriotten (15min04).
Bekijk en bespreek de twee spotprenten die in de Klokhuis-aflevering aan bod komen: de patriotten ezel en het stadhouderzwijn. Wat vertellen de prenten, wat is het verhaal, wat kun je er uit lezen? Wat is de grap?
Tip: uit een andere historische periode, maar wel een interessante spotprent: een vouwblaadje van een zwijn.
Een verhaal (over een oorlog) kun je dus niet alleen ontdekken via een vertelling, maar ook via beeld en grappen.
Vraag de leerlingen, alleen of in duo’s, te brainstormen over onderwerpen die hen aan het hart gaan, en waar ze een mening over hebben. Denk bijvoorbeeld aan een recente oorlog of ander conflict, iets dat speelt in de hedendaagse politiek. Maar het mag ook gaan over bijvoorbeeld: een heel oude boom die dreigt te worden omgekapt, de bio-industrie, dierproeven, het milieu, het ontslag van een voetbaltrainer, etc. In de brainstorm bedenken ze:
Wat vinden ze er precies van?
Welk verhaal zouden ze willen vertellen?
Wie zouden ze terecht willen wijzen?
Welke grap zou daar bij passen?
Vraag de leerlingen een eigen spotprent te maken met potlood, verf of stift, eventueel met een korte toelichtende zin.
Stel met de spotprenten een Kahoot-quiz voor de hele klas samen: waar gaan de prenten over? Welke leerling heeft de meeste prenten goed?
Hang de spotprenten op in de klas of verspreid ze in de hele school en bekijk wat er gebeurt. Welke roept de meeste reacties op? Waarom die?
Reflectie subdoelen
Van welke spotprent wist je meteen waarover het ging?
Reflectie proces
Hoe lukte het om jouw mening in een tekening te laten zien?
6. Opdracht: Oorlogsdagboek
In deze opdracht zoomen de leerlingen in op verhalen over de Tweede Wereldoorlog, vanuit dagboekfragmenten met heel persoonlijke verhalen. Ze ontdekken, lezen en bekijken de persoonlijke verhalen en verwerken hun ontdekkingen door middel van het schrijven van een zelfbedacht dagboekfragment van een (fictief) historisch figuur uit die tijd.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat dankzij geschreven bronnen, zoals dagboeken, persoonlijke verhalen uit de Tweede Wereldoorlog bewaard zijn gebleven.
Subdoel vaardigheid
De leerling schrijft een dagboekfragment van een fictief persoon in een oorlogssituatie.
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
Kind in de oorlog Bespreek dat we over de Tweede Wereldoorlog veel verhalen kennen dankzij foto’s, film en geschreven bronnen, meer dan van de oorlogen daarvoor. Op basis van al die bronnen worden veel (persoonlijke) verhalen opnieuw verteld en gereconstrueerd.
Bekijk bijvoorbeeld:
De interactieve landkaart van Nederland Jong in de Oorlog, met diverse (lokale) verhalen zoals het verhaal van de toen 7-jarige Haagse Zoni Weisz.
Is zo’n persoonlijk verhaal anders dan een feitelijk verhaal in een geschiedenisboek?
Lief dagboek…
Nog dichterbij de verhalen en gebeurtenissen kom je misschien wel door het lezen van iemands dagboek. Iedereen kent waarschijnlijk wel Anne Frank, het Joodse meisje dat met haar familie in Amsterdam onderdook en op dat adres een dagboek bijhield. (Zie eventueel de Klokhuis-aflevering, de canonclip, of het videodagboek.)
Den Haag heeft haar eigen Anne Frank, namelijk Edith van Hessen. Zij begint een dagboek te schrijven in 1938, als ze 13 jaar oud is. Ze maakt veel mee in de Tweede Wereldoorlog en noteert dit allemaal. Anders dan Anne Frank overleeft ze de oorlog en geeft later zelf haar dagboek uit. In dit fragment vertelt ze er zelf over. Bekijk samen dit fragment en bespreek het na: wat maakt indruk? Wat maakt het een Haags verhaal? Waarom zouden mensen (in die tijd) een dagboek bijhouden?
Maar Anne en Edith waren natuurlijk niet de enigen. In 1954 publiceerde het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (het huidige NIOD) een verzameling van dagboekfragmenten uit de Tweede Wereldoorlog van wel meer dan 100 ‘gewone mensen’: Dagboekfragmenten 1940-1945. In Bijlage 2 staat een selectie van Haagse dagboekfragmenten. Selecteer twee korte fragmenten of kies één lang fragment en lees dit samen met de leerlingen. Bespreek met de leerlingen eventuele moeilijke woorden en probeer met hen een antwoord te geven op de volgende vragen:
Wat voor feitelijke informatie is uit het fragment af te leiden over de schrijver van het dagboek?
Wat voor feitelijke informatie geeft het fragment over de periode waarin het dagboek is geschreven?
Wat zegt het fragment over de emotionele toestand van de schrijver, hoe voelt hij of zij zich?
Is uit het fragment iets af te leiden over de achtergrond van de schrijver?
Als je twee korte fragmenten met elkaar vergelijkt, bespreek dan met de leerlingen of er opvallende verschillen in beide fragmenten zijn (bijvoorbeeld in informatie die wordt gegeven of emoties), en hoe die verschillen misschien te verklaren zijn.
Tip: De website Dagboek uit Moria geeft online het dagboek weer van de 17-jarige vluchteling Atifa uit Afghanistan.
Geef de leerlingen de opdracht een fictief persoon voor te stellen in een oorlogssituatie en een verhaal in de vorm van een dagboekfragment te schrijven:
Hoe ziet een dag er uit?
Hoe voelt de persoon zich?
Wat gebeurt er op zo’n oorlogsdag?
Mag hij/zij naar school?
Heeft hij/zij honger?
Vallen er bommen?
Gaat hij/zij buiten spelen?
Laat de leerlingen dat wat ze allemaal onderzocht en geleerd hebben, op deze manier verwerken.
Eventueel extra: Vraag de leerlingen een moment in hun dagboekfragment te kiezen en daarvan een tekening te maken, alsof het een bewaarde foto van toen is. Voeg tekst en beeld samen.
Voer onderstaande opdrachten uit of maak een keuze:
De leerlingen vertellen waarom ze voor deze persoon hebben gekozen, lezen hun verhaal voor en tonen de ‘foto’ erbij op het digibord. De andere leerlingen mogen na afloop vragen stellen.
De verschillende producten worden gepresenteerd in een tentoonstelling. De leerlingen schrijven een objectlabel dat een toelichting geeft over hun verhaal en ‘foto’.
De verhalen en ‘foto’s’ worden gebundeld tot een ‘dagboekverhalen-boekje’.
Reflectie subdoelen
Hoe heb je je kunnen inleven in de personage(s) in je verhaal?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Welke manier van vertellen over historische oorlogsgebeurtenissen, welke verhalen grijpen jou het meest aan?
Welke manier is volgens jou het krachtigst om historische gebeurtenissen levend te houden: cartoons, liederen, films of een andere vorm?
Welke opdracht/uitvoering sprak je het meeste aan?
Waar zou je nog wel meer over willen ontdekken?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Door welke verhaalvorm uit dit project kun jij je de geschiedenis het best voorstellen?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke andere manier kun jij bedenken om elkaar verhalen te vertellen in een oorlogssituatie?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.