Je kunt de stad horen, zien en ruiken, maar kun je haar ook proeven? In dit project onderzoeken de leerlingen de smaak van de stad in de breedste zin van het woord. Welke eetbare planten zijn er te vinden? Wat vinden stadsdieren lekker? En kun je een baksteen proeven? Ze maken kennis met de sensaties zoet, zuur, bitter en textuur en bedenken hiermee fantastische gerechten. Ook ontwerpen ze smaakpictogrammen en maken ze een film over een ‘gelatinedans’. Kortom, alle kunstvormen komen aan bod en tijdens de eindpresentatie zullen ook alle zintuigen van het publiek worden geprikkeld.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project Met het project Proef de stad gaan de leerlingen hun omgeving exploreren en worden zich bewust dat ze hun omgeving kunnen ervaren vanuit verschillende perspectieven. Het project start voor alle leerjaren met het verzamelen van stadse materialen. Deze materialen worden op verschillende manieren ingezet in het project. Het uitgangspunt in dit project voor de groepen 5 en 6 is het zintuig proeven dat wordt gekoppeld aan het begrip smaak. De leerlingen onderzoeken het begrip smaak in bredere zin en leren bewust smaaksensaties verwoorden. Ze onderzoeken of je een stad kunt proeven, of er eetbare elementen te vinden zijn en wat je daar mee zou kunnen doen. Wat stadsdieren eten en lekker vinden. Vanuit het creatief proces wordt er gespeeld met de begrippen; stad, proeven, eten en smaak, geïnspireerd op werk van kunstenaars. Er worden hiervoor eetbare en niet eetbare voorwerpen gebruikt, geven nieuwe vormen en functies aan deze materialen en zetten het om in beweging en spel.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie
digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
computer
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de anatomie de klankcompositie de vervreemding in de kunst de collage het pictogram de dialoog de rolverdeling de stop motion de compositie de dirigent de inspiratie de dialoog de vormgeving de collage de papier maché de scene de dialoog de kleioven
de quinoa de smaakervaring realistisch onrealistisch de smaakbeleving visueel het zintuig de gelatine de Agar agar het vormpje de mindmap de jury urban farming aantrekkelijk (visueel) de combinatietang
De leerling legt uit op welke manier smaak een inspiratiebron kan zijn voor verschillende kunstuitingen.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling gebruikt de smaken van de stad voor het maken van kunst.
Benodigdheden
een doos of bak
potjes en andere bewaardoosjes zoals eierdozen
Aan de slag in de klas
Samen met de leerlingen verzamelt u in een ‘Haags bakkie’ materialen uit de stad, die gedurende het project gebruikt kunnen worden bij verschillende opdrachten.
Het Haags bakkie verzamelen Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Naar Buiten Ga naar buiten, het schoolplein op en de wijk in om alle mogelijke plantjes en materialen te verzamelen die te vinden zijn in een stadse omgeving:
Zoek plantjes tussen de stenen, langs de sloot, tegen muren en bomen en in het water. Verzamel de plantjes met wortel en aarde in bakjes of doosjes naar keuze.
Verzamel ook verschillende stadse materialen, met de nadruk op grondsoorten.
In de klas Stal de verzameling uit in een hoek van het klaslokaal. Verzamel met de leerlingen de geuren en smaken die de leerlingen weten te benoemen bij het ruiken en of proeven van de gevonden materialen en plantjes. Vraag:
Wat ruik je?
Hoe zou dit kunnen smaken?
Wat proef je?
Laat de fantasie de vrije loop. Dit kan bijvoorbeeld ook met een blinddoek om. Schrijf de woorden op. Het mogen ook fantasiewoorden of klanken zijn. Deze verzameling woorden kan weer gebruikt worden in de vervolgopdrachten van het project.
NB Het verzamelen van materialen voor het Haags bakkie is een introductieopdracht voor alle leerjaren. Daardoor kun je de (wijk)wandeling ook met meerdere groepen doen (bijvoorbeeld groep 5 samen met groep 2).
3. Oriëntatie
In deze fase van het project verkent u met de leerlingen smaken en proeven. Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek over het thema ‘Proef de stad’. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:
Over proeven
Wie heeft er wel eens iets onbekends geproefd? Wat was het?
Durf je iets te proeven wat je niet kent?
Als je iets eet wat je al vaker hebt gegeten, proef je het dan iedere keer?
Kun je proeven met je handen, ogen, oren en neus?
Hoe beslis je of je iets wel of niet wilt proeven?
Over smaak Bespreek even kort de primaire zintuiglijke smaken die er zijn: zoet, zout zuur, bitter (en umami)
Heeft alles een eigen smaak, of een mix van smaken?
Zijn er dingen die precies hetzelfde smaken?
Hebben alle planten (bloemen, vlees, vis) een eigen smaak? En dingen?
Heeft een baksteen een smaak?
Heeft de stad een eigen smaak?
Waarom zijn er smaken? Kan een smaak je iets ‘vertellen’?
Ondersteunende vragen:
Kun je dat uitleggen?
Wat bedoel je met …?
Kun je een voorbeeld geven?
Betekent wat je zegt …?
Wat is het verschil tussen … en …?
Denkt iemand daar anders over?
In deze opdracht leren of verzinnen de leerlingen woorden om smaakervaringen te omschrijven. Serveer voor de smaakervaring bij deze opdracht een kopje brandnetelthee.
In de eerste minuten wordt de anatomie van de mond uitgelegd.
Vanaf 8:00 worden voorbeelden gegeven over bijzondere manieren om gerechten te bereiden, zoals het poffen van quinoa, branden van zeeduivel, bietjes met kervelijs, etc.
Van 9:41-11:21: hoe smaakte het eten vijfhonderd jaar geleden?
Laat de leerlingen een aantal zeer verschillende etenswaren proeven en laat ze de smaak proberen te beschrijven: zoet, zuur, zout of bitter (of misschien iets anders)?
Maak een mindmap met zoveel mogelijk smaaksoorten of een associatieve omschrijving daarvan, bijvoorbeeld:
peper = scherp
wortel = puntig
ui = overheersend
Deze smaaksoorten ga je gebruiken voor de verzamelde materialen uit het Haags bakkie. Heeft een baksteen ook smaak? Welke? Zout, zoet, hard, koud, ruw of rood?
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling geeft een eigen uiting aan ‘smaak’ door dans, een gerecht, medicijn of pictogram.
4. Onderzoeksopdrachten
Maak een keuze uit de onderzoeksopdrachten.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je door middel van stadsplanten een gezondere stad kunt krijgen.
Subdoel vaardigheid
De leerling verzint een nieuw medicijn voor een verzonnen stadsziekte en verwerkt dit in een zaadbom.
Benodigdheden
de materialen uit het Haags bakkie
kastje of andere uitstalmogelijkheid
speellokaal voor de spelopdracht
Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
De leerlingen bedenken een nieuw medicijn voor een verzonnen stadsziekte.
Bespreek met de leerlingen hoe er van planten en kruiden medicijnen gemaakt kunnen worden en doe daar onderzoek naar. Wat is er in de stad te vinden dat voor een medicijn gebruikt zou kunnen worden? Is een paardenbloem eetbaar? Hoe zou hij smaken en wat zit er in een paardenbloem dat goed zou kunnen zijn voor de gezondheid of het genezen van kwalen?
Bekijk en bespreek de website van Kunstenaar Anton Klein. Hij zette op Vlieland een laboratorium op waar kinderen medicijnen maakten voor mensen met eilandziektes. Het lab bestond uit potjes met gevonden plantjes, kruiden, etc. De kinderen gingen met een vragenlijst eilandbewoners bevragen naar hun klachten en maakten hiervoor medicijnen.
Verdeel de klas in groepjes. Elk groepje bedenkt een medicijn voor een zelfverzonnen stadsziekte of -kwaal. Gebruik hierbij het Haags bakkie. De leerlingen maken hierover een korte scène. Begin met de rolverdeling, bijvoorbeeld: de medicijnman, de patiënt, de moeder, de pillendraaier. Dan bepalen de leerlingen wat er gebeurt. Denk aan: werkt het medicijn of niet? Is er een meningsverschil of ontstaat er ruzie? Hoe is de werking van het medicijn? Krijgt de patiënt stuiptrekkingen? Worden er naast de medicijnen ook rituelen gebruikt? Hoe loopt het af?
De leerlingen oefenen de scènes en laten ze aan elkaar zien. Bespreek ze na. Waren er bijzondere ziektes en medicijnen? Was het verrassend? Bleven de spelers goed in hun rol en waren ze overtuigend?
Benodigdheden
De materialen uit het Haags bakkie
De leerlingen onderzoeken welke geluiden je met de verzamelde materialen kunt maken.
Bekijk en bespreek het eerste gedeelte van het filmpje Vegetable Orchestra. Hierin worden instrumenten van groenten gemaakt. Wijs de leerlingen op de geluiden die ontstaan bij het maken van de instrumenten.
Geef de leerlingen de opdracht om een stadsklankcompositie te maken met geluiden die met materialen uit het Haags bakkie gemaakt kunnen worden. Onderzoek mogelijkheden zoals schuiven, tikken, blazen, wrijven, rammelen, etc.
Laat de leerlingen in groepjes experimenteren. Bepaal samen klankcategorieën zoals scherp, puntig, zuur, zoet, koud, rond, soepel, etc. Laat de leerlingen hun geluiden daarin onderbrengen.
Benodigdheden
Dubbelzijdige tape of plakfolie
Afbeeldingen van de stad
Tekenspullen
De leerlingen onderzoeken het effect van ongebruikelijke combinaties en de vervreemding die daardoor ontstaat. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Bekijk en bespreek het werk van de kunstenaars Diego Cusano en Sarah Illenberger:
De leerlingen bedenken een nieuw stadsgerecht met ongebruikelijke smaakcombinaties: een beetje hard met een beetje zacht, krokant met flauw, zoet met zuur, etc. Bijvoorbeeld: ‘broccoli met baksteen op een bedje van aarde gegarneerd met slagroom en paardenbloem’.
De leerlingen maken hiervan een collage en gebruiken materialen uit het Haags bakkie, afbeeldingen van de stad, eigen tekeningen en woorden en wat ze zelf nog verzinnen.
Benodigdheden
Muziekfragmenten
De leerlingen onderzoeken de eigenschappen van gelatine en zetten deze om in beweging. Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit:
Bekijk en bespreek dit filmpje van dansende gelatineblokjes (Vimeo). Kennen de leerlingen dit product en waarvan het gemaakt wordt? Gelatine komt uit de botten en huid van varkens en wordt o.a. gebruikt om te binden. Het zit bijvoorbeeld in dropjes. Gelatine wordt niet alleen in eten gebruikt. De vegetarische variant heet ‘agar-agar’.
Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes van vijf à zes leerlingen een gelatinedans te bedenken. Start met een warming-up. Laat de leerlingen alle ledenmaten afzonderlijk van elkaar bewegen, alsof ze gemaakt zijn van gelatine. Ze hebben geen botten en spieren meer, maar een gelatinearm, een gelatinebeen, etc. Wissel langzame en snelle bewegingen af.
Laat de leerlingen zelf muziek kiezen. Geef de leerlingen tijd om te oefenen. Daarna laten ze de dansjes aan elkaar zien. Bespreek na.
Benodigdheden
Kladpapier
Tekenspullen
Kartonnen kaartjes
De leerlingen zetten taal om in eenvoudig en goed te begrijpen beeld.
Bespreek met de leerlingen wat een pictogram is (een eenvoudige tekening waaraan je meteen ziet wat hij betekent). Laat de leerlingen zelf voorbeelden geven en vertellen waar pictogrammen gebruikt worden.
Geef de leerlingen de opdracht om zelf pictogrammen te bedenken. Dit doen ze voor de begrippen die verzameld zijn in de mindmap van de oriëntatieopdracht 2.2 (De pittige brandnetel).
De leerlingen schetsen vier tot zes pictogrammen. Bespreek in groepjes of de pictogrammen duidelijk genoeg zijn. Maak een keuze uit de geschetste pictogrammen en werk er één uit op een kartonnen kaartje.
Reflectie subdoelen
Waarom past jouw medicijn bij de stadsziekte?
Reflectie proces
Waar zou jij je zaadbom willen gooien?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat heb je van de stad ontdekt?
Welke nieuwe smaken heb je ontdekt?
Hoe beweeg je nu door de stad?
Zou je zonder geld kunnen overleven in de stad?
Wat was het meest verrassende in jullie proces?
Wat zou je het liefst hierna willen maken?
5. Uitvoeropdrachten
Maak een keuze uit de uitvoeropdrachten.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat ongewone combinaties van geluiden, smaken en materialen tot vervreemding leiden.
Subdoel vaardigheid
De leerling past vervreemding toe in een fantasiegerecht.
In de stad leven behalve mensen ook veel zichtbare en onzichtbare dieren. Denk aan ratten, muizen, vogels en insecten. Onderzoek met de leerlingen welke dieren er allemaal leven in de stad en hoe ze weten te overleven. Wat is hun smaak? Wat eet een rat? Waar vindt hij zijn voedsel? Waar woont een spin? Welk dier staat er symbool voor de stad Den Haag?
Laat de leerlingen in tweetallen een dialoog verzinnen over twee hongerige stadsdieren op zoek naar voedsel. De beide dieren voeren een gesprek over de geur en smaak van eten. De leerlingen schrijven de tekst op. Tot slot voeren ze de dialogen uit.
Benodigdheden
Materialen uit het Haags bakkie
Klei
Verf
Borden
Met gebruik van de verzamelde materialen en klei ontwerpen de leerlingen gerechten.
Moet een gerecht er aantrekkelijk uitzien? Heeft dat invloed op de smaak en de eetbeleving? Bekijk en bespreek de volgende voorbeelden van bijzondere gerechten:
Zoek met Google Afbeeldingen naar ‘Ferran Adrià food’. Toelichting: chefkok Ferran Adrià koppelt de smaakbeleving aan het visuele. Zijn gerechten zijn kunstwerken die alle zintuigen willen prikkelen. Zo ontstaat er een totaalbeleving. Hij wil zijn gasten niet alleen culinair verassen, maar ook een aparte beleving meegeven. Dus denkt hij na over welke vormen en kleuren de smaakbeleving versterken.
Geef de leerlingen de opdracht om met klei of papier-maché een ontwerp te maken van een visueel aantrekkelijk fantasiegerecht. Laat ze een smaak kiezen en daar een vorm bij maken. Maak gebruik van de materialen uit het Haagse bakkie. De leerlingen bedenken een naam voor het gerecht en maken een korte beschrijving met de gebruikte ingrediënten. Presenteer het gerecht op een bord aan een aantal medeleerlingen. Deze spelen voor jury zoals in kookwedstrijden.
Benodigdheden
Fototoestel, tablet of telefoon
Agar-agar
Vormpjes
De leerlingen verdiepen hun inzicht in vorm en beweging door een stopmotionfilmpje te maken.
Geef de leerlingen de opdracht om een stopmotion filmpje te maken met als titel De agar-agardans. De leerlingen maken elk een vormpje van gelatine en in groepjes van drie of vier leerlingen gebruiken ze deze vormpjes in het filmpje.
Agar-agar en gelatine zijn erg geschikt om in vormen te gieten en te vullen met materialen uit het Haags bakkie. Het resultaat is bewegelijk. Maak bijvoorbeeld roze gelatinepoppetjes gevuld met brandnetelblaadjes. Gebruik hiervoor bestaande mallen zoals zandvormpjes of maak ze zelf.
Benodigdheden
Echte zaadjes, metaalsnippers, houtsnippers, baksteenkorrels, etc.
De leerlingen stellen een zaadmengsel samen dat goed is voor de stad. Een stadsmedicijn.
Bespreek met de leerlingen dat er steeds meer mensen komen en dat de trek naar de stad groter wordt. Het is voor onze gezondheid en ons welbevinden belangrijk dat er ook in de stad natuur om ons heen is. Bovendien moeten al die mensen ook eten. De laatste jaren ontstaat er daarom steeds meer stadslandbouw. Landbouw in de stedelijke omgeving is ook goed voor bijen, mussen en andere dieren die het moeilijk kunnen hebben in de stedelijke omgeving.
De leerling stelt een zaadbom samen. Hiermee beïnvloedt hij hoe de stad eruit komt te zien. De inhoud van de zaadbom wordt afgestemd op de wil van de makers. Zijn het genezende kruiden? Bloemen voor de bijen en vlinders? Of zelfgroeiende klim- of fietsenrekken van metaal? Willen ze meer geur of juist kleur? Overal grote bomen of muren? De zaadbom kan worden samengesteld met elk mogelijk materiaal: echte zaadjes, metaalsnippers, houtsnippers, baksteenkorrels, etc.
Laat de leerlingen een recept met de ingrediënten voor hun ideale zaadbom schrijven. Ze geven het bommetje een passende naam en maken een pictogram.
Welke ontdekte combinatie kon je goed gebruiken voor je fantasiegerecht?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat heb je van de stad ontdekt?
Welke nieuwe smaken heb je ontdekt?
Hoe beweeg je nu door de stad?
Zou je zonder geld kunnen overleven in de stad?
Wat was het meest verrassende in jullie proces?
Wat zou je het liefst hierna willen maken?
6. Presenteren
In dit project staat het ontwikkelproces centraal en staat het eindproduct op de tweede plaats. In het creatief stroomdiagram wordt daarom ook gesproken over uitkomsten. De manier van presenteren staat niet vast, hieronder volgen een aantal suggesties. Het is zelfs heel goed mogelijk dat er een presentatievorm ontstaat die niet is omschreven. Luister en kijk naar de kwaliteiten en voorkeuren van u en uw leerlingen en vergeet uw eigen kwaliteiten niet in te zetten in het proces.
Maak een keuze uit één van de uitkomsten. Gebruik daarbij de resultaten uit de gemaakte opdrachten, het bezoek aan de culturele instelling (voorstelling of expositie) en de kunstenaar in de klas.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je taal naar beeld kunt omzetten en eigenschappen van materialen naar beweging.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een smaakpictogram en een gelatinedans.
De stad in beweging. De stad wordt overwoekerd door geuren, smaken, geluiden, begroeiingen en materialen. Door mensen, dieren en door verhalen. Maak bijvoorbeeld een knallende zaadbommendans op knerpende baksteenmuziek. Strooi, stamp en knal!
Maak een fantastisch vormgegeven Haagse lunchtafel met de smaken en vormen van de stad. Van een heerlijke brandnetelsoep en verse muntthee tot bakstenenpuree op een bedje van zwerfvuil.
Presenteer de uitkomsten van de diverse opdrachten naar eigen inzicht.
Reflectie subdoelen
Welke beweging leek het meest op gelatine en welk pictogram geeft het duidelijkst een smaak weer?
Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat heb je van de stad ontdekt?
Welke nieuwe smaken heb je ontdekt?
Hoe beweeg je nu door de stad?
Zou je zonder geld kunnen overleven in de stad?
Wat was het meest verrassende in jullie proces?
Wat zou je het liefst hierna willen maken?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
In welk van jouw kunstwerken zie je het duidelijkst de invloed van smaak terug?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Welke smaak vind je het lekkerst en wat zou je daarmee willen maken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.