De leerlingen hebben allemaal gehoord van het milieu en het afvalprobleem. Maar toch vinden ze nieuw speelgoed vaak het leukst. Dit project daagt hen uit om anders te denken over spullen die stuk of oud zijn. Misschien kun je er wel iets nieuws van maken dat nog leuker is! In de eerste opdracht verzamelen de leerlingen kapot speelgoed. Geïnspireerd door de kleurrijke kunst van Joan Miró maken ze hier kunstwerken van en stellen deze tentoon. Daarna onderzoeken ze hoe je van het kapotte speelgoed en voorwerpen zoals kleerhangers iets nieuws kunt maken. Ook deze ontwerpen worden tentoongesteld. In de slotopdracht bekijken de leerlingen kunst van gerecyclede materialen, zoals de bewegende kunst van Tinguely en Calder. Van de onderdelen van hun kapotte speelgoed maken ze nu muziekinstrumenten. De filmpjes die ze hiervan maken, vormen de eindpresentatie.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project In dit project Speelgoed recyclen zijn speelgoed en muziek het uitgangspunt. De leerlingen bekijken veel beeldmateriaal van kunstwerken die van afval zijn gemaakt en bewegen en kunstenaars die speelgoed las onderwerp voor hun kunstwerken gebruiken. Hoe speelgoed tot leven komt in bijvoorbeeld Disneyfilms en dat klein speelgoed levensgroot kan lijken. Het woord recyclen wordt geïntroduceerd en de leerlingen verzamelen oud speelgoed waar weer nieuw speelgoed en muziekinstrumenten van gemaakt kunnen worden.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen:
klaslokaal of speellokaal
muziekinstallatie en/of digibord
digitaal foto- en filmtoestel
(kleuren)printer
postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas
Begrippenlijst Nederlandse taal
Vaktaal
Algemene woorden
Werkwoorden
de website de schoolkrant technisch digitaal het tandwiel de chip elektrisch de functie het affiche de poster
het speelgoed favoriet de robot het blik de dop de petfles het overzicht de kringloopwinkel 2e hands het formaat – de afmeting de vorm figuratief – ‘als in het echt’ de inspiratie de overeenkomst het verschil het resultaat het onderdeel de kleerhanger het afval het ijzer het plastic het hout
recyclen samenspelen weggooien uit elkaar halen – demonteren brainstormen veranderen verzinnen overleggen verrassen toevoegen uitwerken klinken experimenteren
2. Introductie
Hoofddoel kennis
De leerling legt uit hoe oude en kapotte materialen gerecycled kunnen worden tot een nieuw object.
Hoofddoel vaardigheid
De leerling geeft vorm aan verschillende objecten gemaakt van oud speelgoed.
Benodigdheden
één of meerdere stukken speelgoed
Aan de slag in de klas
Maak een keuze uit onderstaande opdrachten:
Muziek spelen Bekijk en bespreek de film van het Two Man Orchestra van Mauricio Kagel, waarin twee muzikanten een enorme hoeveelheid muziekinstrumenten bespelen: https://www.youtube.com/watch?v=oM5SttMyulE (2011)
Is dit muziek?
Waarom noemen ze ‘muziek maken’ ook wel ‘muziek spelen’?
Bekijk en bespreek werk van kunstenaars die speelgoed tot hun onderwerp maken, zoals bijvoorbeeld:
Jeff Koons (Play-Doh, Balloon Dog)
Robert Bradford
Martin Creed
Speelgoed Neem een stuk voor u belangrijk stuk speelgoed van huis mee en plaats dit centraal in de groep. Bekijk en bespreek het speelgoed:
Herkennen ze het?
Hebben ze er zelf weleens mee gespeeld?
Waarom zou dit een favoriet stuk speelgoed van de leerkracht zijn?
Waar speel je graag mee?
Wat zou jouw ideale speelgoed allemaal moeten kunnen?
3. Oriëntatie
Benodigdheden
er zijn geen extra materialen nodig naast de algemene benodigdheden.
Aan de slag in de klasDoorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht.
Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Kan alles speelgoed zijn?
Waarom is iets geen speelgoed?
Kun je ook spelen op een plek die niet bedoeld is om te spelen?
Is spelen op een plek waar het niet mag leuker?
Wanneer ben je aan het spelen en wanneer ben je iets aan het doen?
Kan je altijd spelen?
Is speelgoed van nu beter?
Kun je samenspelen met een robot? En met een computer?
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Speelgoed kan kapotgaan. Beluister en bespreek de begintune van Ernst en Bobby: https://youtu.be/CGZp3Edn5k0 Voer een klassengesprek over speelgoed dat kapot gaat:
Wie heeft er ook wel eens meegemaakt dat er speelgoed kapot ging?
Waarom was je verdrietig?
Wat gebeurt er met alle oude/ kapotte speelgoed? Wat doe jij er mee? Wat gebeurt er als je het hebt weggegooid?
Heb jij weleens speelgoed gebruikt voor iets heel anders dan waar het voor werd gemaakt, zelfs als het eigenlijk kapot is?
Als je iets opnieuw gebruikt , dan ben je aan het hergebruiken, oftewel recyclen. Andersom gebeurt het ook: van lege flesjes, oude elektriciteitsdraad, blikjes, dopjes of melkpakken wordt speelgoed gemaakt. Bekijk en bespreek een aantal voorbeelden. Zoek bijvoorbeeld op ‘blikjes auto maken’, ‘petfles auto maken’ of neem een stuk speelgoed mee dat gemaakt is van afvalmaterialen:
Is dit recyclen?
Wat speelt fijner: speelgoed uit de winkel of dit speelgoed?
Speelt je anders met speelgoed van gerecycled materiaal dan van speelgoed uit de winkel?
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling maakt met oude en kapotte speelgoedonderdelen een abstracte compositie, een figuratieve voorstelling, een nieuw speelvoorwerp en een geluidsobject dat wordt gepresenteerd in een eigen tentoonstelling.
4. Opdracht: Mijn speelgoed
In deze opdracht wordt gestart met een brainstorm over kapot speelgoed; wanneer is speelgoed kapot en niet meer leuk om mee te spelen? Wat doe je met kapot speelgoed? Na deze brainstorm gaan de leerlingen zelf kapot speelgoed en losse onderdelen van speelgoed verzamelen. Met de losse onderdelen maken de leerlingen composities in kleur en maken van lossen knipsels figuratieve voorstellingen. Ter inspiratie wordt gekekén naar de kunstwerken van Joan Miró. Naar aanleiding van deze opdracht wordt een stukje geschreven en met foto’s van gemaakt werk op de website van de school gezet of in de schoolkrant geplaatst.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je restmateriaal kunt gebruiken voor het maken van een beeldend werk.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt van speelgoedonderdelen eerst een abstracte compositie en daarna een figuratieve voorstelling.
Benodigdheden
tekenmaterialen
schildermaterialen
oud en kapot speelgoed
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Verzamel zelf drie stukken kapot speelgoed. Brainstorm met de leerlingen wat je er mee zou kunnen doen of van zou kunnen maken.
Bespreek met de leerlingen met welk speelgoed zij thuis niet meer spelen. Waarom spelen ze er niet meer mee; is het saai, kinderachtig of kapot? Inventariseer met de leerlingen het kapotte speelgoed met tekeningetjes of een woordweb.
Vraag de leerlingen elk een stuk kapot speelgoed mee naar school te nemen. Verzamel als leerkracht voor de zekerheid ook kapot speelgoed. Vraag bijvoorbeeld de kringloopwinkel kapot speelgoed voor u te bewaren. Zorg ervoor dat de leerlingen geen gevaarlijk speelgoed meenemen.
Demonteer eventueel met behulp van ouders het kapotte speelgoed. Verzamel de losse onderdelen in een doos. Bespreek met de leerlingen de opbrengst. Herkennen ze het nog of is het onherkenbaar?
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Vorm groepjes van 2 a 3 leerlingen. Vraag ieder groepje een aantal onderdelen van het kapotte speelgoed te kiezen. Geef hen een vel papier of karton en geef hen de opdracht een compositie neer te leggen van deze onderdelen. De compositie mag geen voorstelling hebben. Vraag hen met krijt of potlood de vormen om te trekken en vraag ze de vormen die zijn ontstaan in te kleuren met felle kleuren krijt of verf. NB: Bewaar alle speelgoedonderdelen in een doos. Die worden in een vervolgopdracht gebruikt.
Geef de leerlingen de opdracht de vormen uit te knippen en er een figuratieve voorstelling mee te maken. De voorstelling kan ruimtelijk of vlak zijn. Bijvoorbeeld een mens, een dier, een auto, etc. Maak foto’s van het werk.
Laat werk zien van de beeldend kunstenaar Joan Miró: Vergelijk de resultaten van de leerlingen met het werk van Miró. Zien ze overeenkomsten en verschillen? Waar zou Miro zijn inspiratie vandaan hebben?
Maak een keuze uit de onderstaande opdrachten:
Laat de groepjes vertellen over de resultaten en laat de leerlingen brainstormen over de mogelijke speelfuncties van de nieuwe composities.
Schrijf een stukje over de opdrachten en de eindresultaten, vergezeld van foto’s, in de schoolkrant, op de website of op de klassenapp.
Reflectie subdoelen
Hoe vond je het om van iets onherkenbaars iets herkenbaars te maken?
Reflectie proces
Wat zou je nog meer met oud speelgoed kunnen doen?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat doe je normaal gesproken met kapot speelgoed?
Hoe vond je het om je speelgoed helemaal uit elkaar te halen? Had je thuis zoiets weleens gedaan?
Heb je welk eens bedacht of je iets anders kunt maken van kapot speelgoed?
Wanneer is speelgoed eigenlijk kapot?
Wat moet je beslist niet doen met kapot speelgoed?
Wat zou je een volgende keer willen maken?
Zie nog steeds het oude speelgoed terug of is het eigenlijk helemaal weg?
Welk werkstuk zou in een museum kunnen staan of vergroot op het schoolplein?
5. Opdracht: Oud en nieuw speelgoed
In de eerste fase van deze opdracht bekijken de leerlingen filmpjes over technisch speelgoed en dat het speelgoed tegenwoordig veel technischer is dan vroeger. In een kringgesprek worden de verschillen en oorzaken van jongens en meisjes speelgoed besproken. In de uitvoerende fase gaan de leerlingen aan de slag met het veranderen van bestaande voorwerpen. Eerst door van een kleerhanger iets anders te maken en daarna door ontwerpen te maken over speelgoed dat gemaakt kan worden van het verzamelde kapotte speelgoed. Zowel de kleerhanger voorwerpen als de ontwerpen voor speelgoed worden gefilmd of gefotografeerd en op de website van de school gezet.
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillende voorbeelden van technisch en digitaal speelgoed.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt van kapotte speelgoedonderdelen een eigen nieuw speelvoorwerp.
Benodigdheden
ijzeren kleerhangers
tekenmaterialen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Maak een keuze uit onderstaande opdrachten:
Ontwikkeling van speelgoed Bekijk en bespreek de volgende filmpjes, waarin technisch en minder technisch speelgoed te zien is:
Speelgoed ontwikkelt zich in de loop der tijd. Het wordt steeds technischer. Zo bestaan er tegenwoordig met chip gestuurde robots en holografische Skylanders.
Klassengesprek Voer een klassengesprek aan de hand van de volgende vragen:
Wat is speelgoed van vroeger, waar speelden je opa en oma mee?
Wat is nu het meest moderne speelgoed?
Hoe ziet het speelgoed van de toekomst eruit?
Welke rol heeft technologie in speelgoed?
Met welk speelgoed speel jij het liefste?
Welke speelgoed vinden ouders goed voor je?
Met welk speelgoed had jij bij de kleuters willen spelen, maar was er niet?
Wat is een nadeel van elektrisch speelgoed? (denk aan stroom, batterijen, etc.)
Laat de leerlingen een naam bedenken voor hun voorwerp. Laat de leerlingen presenteren wat ze hebben gemaakt. Fotografeer de voorwerpen of maak een klein filmpje.
Doorloop in deze opdracht de onderstaande stappen:
Geef leerlingen in duo’s de opdracht om van het uit elkaar gehaalde speelgoed uit deelopdracht 1 en andere gebruiksvoorwerpen nieuw speelgoed te ontwerpen. Gebruik al het materiaal en laat ze drie tot vijf ideeën bedenken en de benodigde onderdelen te verzamelen. Fotografeer het beste idee van elk duo. Besteed aandacht aan:
Is het jongens- of meisjes speelgoed, of maakt het niet uit?
Wat kun je er mee spelen?
Kun je nog andere functies bedenken?
Welke nieuwe functie krijgen de onderdelen?
Toon van elk duo de twee werkstukken (kleerhanger en ontwerp voor nieuw speelgoed) op het digibord en laat de duo’s over hun werkstukken vertellen.
Reflectie subdoelen
Welk spel kun je nu spelen met je voorwerp dat eerst nog niet kon?
Reflectie proces
Welk speelgoed thuis ga je nu op een hele andere manier gebruiken?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Door welk veranderd hangertje ben je het meest verrast?
Door welk speelgoed ben je het meest verrast?
Hoe ben je op ideeën gekomen? Hielpen de filmpjes hierbij?
Is er speelgoed thuis waarmee je anders speelt/ wilt gaan spelen dan voor de opdracht?
Wel speelgoed thuis ga je op een heel andere manier gebruiken?
Aan welk idee zou je nog wat willen toevoegen?
Welk idee zou je zelf willen uitwerken?
6. Opdracht: Klinkend speelgoed
Aan het begin bekijken de leerlingen veel beeldmateriaal van kunstwerken die van afval zijn gemaakt en waarvan sommige zelfs bewegen zoals Tinguely en Calder. Verder wordt en naar materiaal gekeken van muziekinstrumenten die van afval zijn gemaakt. De leerlingen gaan daarna onderzoeken welke geluiden ze kunnen maken met de losse onderdelen van het kapotte speelgoed. Op basis van dit onderzoek maken de leerlingen muziekmachines en experimenteren en leren hoe ze met diverse materialen de onderdelen aan elkaar kunnen verbinden. Van de muziekmachines worden filmpjes gemaakt en wederom op de website van de school gezet.
Subdoel kennis
De leerling legt uit dat kunstenaars van oud of kapot materiaal kunstwerken maken die bewegen en geluid maken.
Subdoel vaardigheid
De leerling ontwerpt een eigen geluidsobject en laat dit zien in een tentoonstelling.
Benodigdheden
divers verbindingsmateriaal voor het maken van een geluidsmachine zoals: touw, crêpetape, ijzerdraad, stokjes, hangertje, paperclips, tie ribs, lijm enz.
eventueel tekenmaterialen voor het maken van affiches.
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren.
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Bekijk en bespreek een aantal filmpjes over beeldend kunstenaars wiens gemaakt is met afvalmateriaal en soms beweegt: Barry Rosenthal werkt met weggegooid plastic: https://youtu.be/OFxD78LkJFA?t=1m8s
De Haagse beeldend kunstenaar Peter van Loon maakt ook werk dat beweegt en geluid maakt. Zijn werk is hier te bekijken: http://muziekmachines.nl/?page_id=11 Zelf zegt hij over zijn werk: “Ik bouw tot het beweegt en klinkt.” Hoe zou het dan klinken? Laat een van de werken op het bord zien en laat de leerlingen de geluiden maken waarvan ze denken dat ze bij dat kunstwerk horen. Een video over één van zijn werken: https://www.youtube.com/watch?v=7KHX6qnu8wk (Eva eet de appel, 2011)
Bekijk een of meer van deze video’s over muziekmachines:
Neem verschillende stukken speelgoed uit de bak uit opdracht 1 en demonstreer dat alles geluid kan maken. Laat de leerlingen zelf ervaren hoe verschillende stukken materiaal klinken: een holle vorm klinkt anders dan een massieve vorm, ijzer klinkt anders dan plastic, klein klinkt anders dan groot, etc.
Doorloop in deze opdracht de volgende stappen:
Verdeel de klas in groepen van twee tot vier leerlingen. Verdeel de stukken speelgoed over de groepen. Geef de leerlingen bevestigingsmateriaal: Touw, crêpetape, ijzerdraad, stokjes, hangertje, paperclips, tyrap, lijm, etc. Zorg ook voor platen karton waar de werkstukken op gemaakt kunnen worden.
Geef de leerlingen de opdracht zelf een klinkend stuk speelgoed te maken, een soort geluidsmachine. Een machine beweegt, de werkstukken moeten dan ook bewegen en daardoor geluid maken. Basis is het stuk karton. Vertel ze dat ze gaan experimenteren, uitvinden, onderzoeken, net zoals de kunstenaars in de filmpjes. Moedig het experiment aan. Er is geen goed of fout.
Maak een tentoonstelling met de ontwikkelde geluidsmachines. Laat de leerlingen zelf hieraan meewerken. Ook deze tentoonstelling moet een gezamenlijk product worden. Laat de leerlingen een film maken over hun tentoonstelling, of eventueel affiches. Zet de film op de school website.
Reflectie subdoelen
Wat is het meest bijzondere aan jouw geluidsmachine?
Evalueer deze opdracht door onderstaande stappen te doorlopen:
Organiseer met de leerlingen een concert waarin de leerlingen muziek maken met de ontwikkelde machines.
Bespreek na deze ervaring als laatste hoe erg het is (of niet) als speelgoed kapot gaat. Toon het filmpje van een huilende kind dat verdriet heeft om een kapotte speelgoedauto. https://www.youtube.com/watch?v=xub1feTD9Yk Wat zouden de leerlingen het jongetje willen zeggen?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welk van jouw ontworpen voorwerpen zou heel goed in een museum passen?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Met welke ander afgedankt materiaal zou je een nieuw object willen maken?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.