Doe onderstaande opdrachten of maak een keuze:
Voorstellingsvermogen
- Lees en bespreek het gedichtje Onzichtbaar van Guusje Schohaus
een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint
- In het theater maken ze gebruik van jouw voorstellingsvermogen en fantasie, zodat je wordt meegenomen in het verhaal en de illusie.
Geef de leerlingen de opdracht hun verbeeldingskracht in te zetten, door met elkaar een verhaal te verzinnen waarbij de leerlingen om beurten een stukje mogen verzinnen en vertellen. Ze moeten dat zo beeldend mogelijk proberen te doen. Met duidelijke omschrijvingen die de situatie zo duidelijk mogelijk maken.
- In de kring: Laat iedereen zijn ogen dicht doen. Begin zelf met een startzin zoals: “Het was diep in de donkere nacht, Mirko had het koud en voelde zich bang, het stinkt hier naar rotte vis, dacht hij….”
Of: “Ik ben een klein meisje”, dacht Mira, “en ik zweef in een hele grote bol, met allemaal kleurtjes om me heen, het ruikt naar aardbeienijs….”.
Griezelen
- Bespreek welke emoties je ervaart bij het lezen van een griezelboek.
- Speel met de leerlingen een griezelverhaal met een begeleid spel. De groep wordt gesplitst in een groep spelers en een groep publiek. Je verzint en vertelt een eng verhaal, met veel sfeer en spanning en met de focus op de zintuigen, de geuren, kleuren en emoties. Zie de bijlage voor een voorbeeldverhaaltje. De leerlingen leven zich zo goed mogelijk in en spelen mee in het verhaal.
Wissel de groepen en verzin een nieuw griezelverhaal.
- Maak groepjes van drie. Elk groepje bedenkt een kort griezelverhaal en gaat dit zo spannend mogelijk met z’n drieën vertellen. Ze mogen het verhaal illustreren met beweging en geluid. Let op een goede spanningsopbouw en dat de spelers om beurten vertellen of elkaar aanvullen.
Geesten
- In deze improvisatie worden de zintuigen horen, voelen en zien gebruikt, waarbij het zien gedeeltelijk wordt genegeerd, want de geest is zogenaamd onzichtbaar.
Schets van tevoren zo beeldend mogelijk de situatie. De spelsituatie is dat telkens vier tot acht leerlingen reizigers spelen, die wachten op de trein op een naargeestig station in de winter. Het is koud en akelig.
Iemand gaat de geest spelen en die is onzichtbaar. De geest mag alles doen met de spelers om ze bang te maken. Dat moet de geest heel langzaam opbouwen. Met subtiele handelingen zoals zachtjes blazen, haren aanraken of iets engs fluisteren. De geest is absoluut onzichtbaar. De reizigers moeten proberen zo echt mogelijk te reageren, zoals het in het echte leven ook zou zijn met een onzichtbare geest.
Let op. De spanningsopbouw is heel belangrijk, net zoals de geloofwaardigheid. Het is niet de bedoeling dat het clownesk wordt.
- Start eventueel de eerste keer zelf met het spelen van de geest. Ook is het is mogelijk om het spel met twee geesten te spelen.
- Bespreek het na.
Was de illusie van de onzichtbare geest overtuigend gespeeld door de spelers? Kon het publiek erin mee gaan?
Mijn lievelings- of droomplek
Geef de leerlingen de opdracht in tweetallen een belevenis te creëren. Ze gaan bedenken hoe ze een medeleerling kunnen meenemen in een zintuiglijke ervaring. Ze maken zich een voorstelling van een sfeer of plek waar ze graag zouden willen zijn en waar ze iemand naar toe zouden willen nemen. Ze beantwoorden de volgende vragen:
- Hoe ruikt het daar?
- Wat zijn de geluiden die je er hoort?
- Wat kun je er voelen met je handen of op je huid?
- Wat kun je er proeven?
- Wat hebben ze nodig om de zintuigen te prikkelen?
Laat ze de materialen verzamelen waarmee passende geluiden, geuren, texturen en dergelijke kunnen worden ervaren. Laat ze bij elkaar uitproberen of het werkt.