Mensen houden van verzamelen. Voorwerpen die voor jou dierbaar of bijzonder zijn, of die je mooi vindt worden bewaard in een kist op zolder of uitgestald op een plank of in een mooie kast. Soms is een verzameling zo bijzonder of kostbaar dat het een schat is. De leerlingen gaan onderzoeken wat hun eigen verzamelingen en schatten zijn. Ze ontdekken dat het leuk en leerzaam is om oude voorwerpen te bewaren en terug te vinden. Daarom hebben we ook musea. Wat wordt daar allemaal bewaard en verzameld en waarom? De leerlingen spelen voor museumbaas en richten in de klas zelf een tentoonstelling in met hun eigen gekozen voorwerpen. Tot slot maken ze aan de hand van voorbeelden van mooie verzamelkisten, die in musea te vinden zijn, hun eigen herinneringenschatkist.
Welkom! Je gaat in de klas werken met het lesmateriaal van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Voor je aan de slag gaat leggen we je uit hoe je dit project tot een succes kunt maken.
Samen ontdekken Onze cultuurlessen zijn gebaseerd op de didactiek van procesmatig werken, de leerlingen doorlopen hierbij een creatief proces. Zij worden zich bewuster van zichzelf, hun omgeving en ontdekken op een speelse manier hun creatieve vermogen. Met als kern dat je als leerkracht samen met de leerlingen beleeft, beschouwt, verbeeldt, bedenkt en maakt.
Houdingsdoelen Bij de introductie, oriëntatie en opdrachten worden kennisdoelen en vaardigheidsdoelen benoemd. Onderstaande houdingsdoelen gelden in het algemeen:
De leerling toont zich nieuwsgierig en proactief.
De leerling kan positief-kritisch reflecteren op eigen werk en op dat van anderen.
Overleg en deel je plannen met de icc’er of je cultuurcoach.
Wij adviseren je het hele project van tevoren door te lezen om je goed voor te bereiden en de mogelijkheden te ontdekken die het project biedt.
Je kunt het lesmateriaal ook downloaden en printen. Gebruik het smartboard voor het beeldmateriaal.
Als richtlijn adviseren wij voor het doorlopen van het creatief proces in het hele project, zes tot acht lesmomenten in te plannen. Alle projecten hebben een introductie, oriëntatie en drie opdrachten. Je kunt ervoor kiezen het lesmateriaal aan te passen naar eigen wensen.
Iedere opdracht heeft dezelfde opbouw: onderzoeken, uitvoeren en presenteren. De reflectievragen kunnen tijdens en na iedere fase van het creatief proces met de individuele leerling of de hele groep besproken worden.
Nodig eens een Kunstenaar in de klas uit. Die kan levendig en beeldend over het beroep vertellen dat past bij dit project. Het gerelateerde aanbod bij dit project vind je op onze site.
Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is ook van grote meerwaarde. Zie VONK voor het actuele aanbod.
Bedenk ook van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt of wilt inschakelen. Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is.
Maak foto’s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen.
Project specifieke informatie
Over dit project De leerlingen gaan zich verdiepen in de begrippen ‘schat’, ‘verzamelen’ en ‘bewaren’. Als introductie onderzoeken ze de betekenis van het woord ‘schat’ aan de hand van een prentenboek of een filmpje en beantwoorden vragen als: wat is een schat eigenlijk, is een bepaalde schat voor iedereen een schat? Bij de oriëntatieopdrachten wordt ingezoomd op wat je allemaal kunt verzamelen en waarom mensen verzamelen. De leerlingen denken na over hoe je een verzameling wilt bewaren. En als je hem goed verstopt is er misschien een schatkaart voor nodig om hem terug te vinden. In de eerste opdracht onderzoeken de leerlingen oude voorwerpen die in een kist op zolder werden gevonden. Wat zijn het voor voorwerpen, waar werden ze voor gebruikt, en kennen ze iets van nu dat vergelijkbaar is? In de tweede opdracht staat het museum, de plek om bijzondere en oude voorwerpen te bewaren, centraal. Wat wordt er in een museum bewaard, en hoe ziet dat er op een museumzaal uit? Vervolgens bedenken de leerlingen wat ze zelf in een museum zouden willen bewaren voor later. Met de gekozen voorwerpen wordt een tentoonstelling ingericht in de klas. In de laatste opdracht ontdekken de leerlingen bijzondere kisten die gebruikt worden om verzamelingen in te bewaren. Ze maken hun eigen klassenschatkist. Daarin verzamelen ze wat ze graag van school zouden willen bewaren van hun tijd in groep 1 of 2.
Doelen Er worden twee hoofddoelen geformuleerd die specifiek zijn voor het hele project. De doelen zijn op het gebied van kennis en vaardigheden. Aan het eind van het project worden deze doelen met behulp van de succescriteria geëvalueerd op het gebied van zelfregulering: de leerling kijkt terug en blikt vooruit.
Reflecteren De reflectievragen bij de verschillende fases van het creatief proces kunnen tijdens en na iedere fase met de individuele leerling of de hele groep besproken worden. Zie ook de hand-out: Rollen van de leerkracht.
Bespreek het kort na met de leerlingen: welke schatten werden er gevonden? Vind jij de spullen die jullie in de boeken/ filmpjes zagen ook allemaal schatten? Als jij iets bijzonder vindt, ga je het dan bewaren?
3. Oriëntatie
Benodigdheden
digibord
tas of doos met persoonlijke verzameling, of een foto van de verzameling
Aan de slag in de klas
Doorloop de oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en de opdrachten of maak een keuze.
Het filosofisch gesprek
Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen:
Kun je alles verzamelen?
Mag je alles verzamelen?
Bewaar je alles wat je verzamelt?
Is een schat voor iedereen hetzelfde?
Mijn verzameling Vertel dat je thuis ook een eigen schat hebt. Een prachtige verzameling. Neem de verzameling mee, of een foto daarvan: suikerzakjes, ringen, ansichtkaarten, steentjes, wat dan ook. Of zoek via Google op ‘verzamelingen’ en kies één van de foto’s uit als ‘jouw verzameling’. Vertel de leerlingen over je verzameling:
Wat is dit voor schat?
Waarom verzamel je dit?
Wat vind je er bijzonder aan?
Hebben de leerlingen thuis ook een verzameling? Wat verzamelen zij en waarom? Voelt dit voor hen ook als een schat?
Veilige plek
Bespreek vervolgens met de leerlingen dat je het wel fijn vindt om de schat op een veilige plek te bewaren. Hoe zit dat met hun verzameling/schat? Bewaren zij het goed? Op een veilige plek? Hebben ze wel eens een schat verstopt? Konden ze de schat goed terugvinden?
Bekijk en bespreek het filmpje De schatkaart - Met Flip de Beer (Schooltv). Hierin wordt duidelijk hoe (het gebruik van) een schatkaart werkt.
Bespreek het filmpje kort na aan de hand van de volgende vragen:
Heb jij wel eens een schatkaart gevonden of gezien in een film of verhaal?
Wat werd er toen verstopt?
Waar zou jij wel een schatkaart voor willen maken?
Vond je de schatkaart in het filmpje duidelijk?
Optioneel: verstop met elkaar een voorwerp in de klas en maak met elkaar een schatkaart om dit voorwerp weer terug te vinden.
Succescriterium
Bespreek met de leerlingen de opdracht(en): welke onderwerpen gaan zij onderzoeken de komende les of tijd? Formuleer vanuit het filosofisch gesprek en/of de oriëntatie-opdracht, samen met de leerlingen, een succescriterium waaraan zij werken. Een voorbeeld van een succescriterium bij dit project kan zijn:
De leerling maakt een memoryspel van oude en nieuwe gebruiksvoorwerpen en brengt in een tentoonstelling en een schatkist eigen voorwerpen samen om te bewaren voor later.
4. Opdracht: Een schatkist vol mooie spullen
In deze opdracht onderzoeken de leerlingen een aantal oude voorwerpen die in een oude kist op zolder werden gevonden. Nu misschien vreemde voorwerpen, maar vroeger heel normaal. Wat zijn het voor voorwerpen, waar werden ze voor gebruikt, en kennen ze iets van nu dat vergelijkbaar is?
Subdoel kennis
De leerling benoemt verschillen tussen oude en nieuwe gebruiksvoorwerpen.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een memoryspel van oude en nieuwe gebruiksvoorwerpen.
Benodigdheden
plaatjes van oude voorwerpen en hun moderne variant (werkblad). Zie bijlage 1.
karton, scharen en (behangers)lijm voor het maken van een memoryspel
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop de volgende stappen:
De schatkist van opa
1 Vertel: “Mijn opa woont in een groot oud huis en hij nam me pas mee naar zijn zolder om zíjn schat te laten zien. Hij had daar een grote oude kist staan, vol met voorwerpen die hij vroeger had verzameld. Hij vertelde me dat het vroeger heel normale voorwerpen waren, maar nu misschien een beetje gek. Ik wist inderdaad niet goed wat het voor spullen waren. Zullen we eens samen kijken wat mijn opa in zijn kist heeft zitten? Kijken of jullie het misschien weten?”
2 Bekijk de oude voorwerpen die in de kist van opa zaten. Bespreek ze samen met de leerlingen één voor één: wat zou het kunnen zijn? Wat zou je er mee kunnen doen? Waar werd het voor gebruikt? Wat is het voor materiaal? Waaraan kun je zien dat een voorwerp oud is?
De oude voorwerpen zijn:
stofzuiger
telefoon
speelgoed
lamp
strijkijzer
klompen
fototoestel
cassetterecorder
Optie: Verzamel een aantal van deze voorwerpen in het echt.
Laat de leerlingen op het werkblad de oude en nieuwe variant met lijntjes verbinden.
Laat de leerlingen vervolgens met deze plaatjes hun eigen combinatiespel maken (volgens het principe van Memory). Plak het werkblad op karton, laat de leerlingen de plaatjes een voor een uitknippen.
Suggestie: zijn de moderne varianten misschien in het klaslokaal of op school te vinden? Ga op zoek en verzamel ze.
De leerlingen kunnen deze deelopdracht op verschillende manieren afronden:
Laat de leerlingen in tweetallen hun memoryspel spelen
Laat de leerlingen één van de voorwerpen kiezen en laat hen de manier van gebruiken uitspelen. De rest van de klas raadt om welk voorwerp het gaat.
Gebruik de gevonden voorwerpen om samen in de klas een hoekje in te richten, zó dat de spullen opvallen, als een soort kleine tentoonstelling. Print eventueel foto’s van de oude varianten van de voorwerpen uit en laat deze erbij zien.
Reflectie subdoelen
Hoe kun je zien dat de oude en nieuwe gebruiksvoorwerpen bij elkaar horen?
Reflectie proces
Welke spullen uit jouw huis passen ook in dit spel?
5. Opdracht: Museumbaas voor een dag
Subdoel kennis
De leerling legt uit wat een museum is.
Subdoel vaardigheid
De leerling richt met eigen voorwerpen een eenvoudige tentoonstelling in.
Benodigdheden
digibord
lege kartonnen dozen
waslijn
karton
scharen
lijm
potloden/stiften
voorwerpen van de leerlingen
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren.
Doorloop onderstaande stappen:
1 Bespreek met de leerlingen dat opa in zijn schatkist op zolder bijzondere schatten bewaart.
Waar worden oude en bijzondere spullen ook wel eens bewaard? (In een museum.)
Wie is er wel eens in een museum geweest? Wat heb je toen gezien, wat voor schatten werden daar bewaard? (Schilderijen, beelden, oude voorwerpen, etc.)
Wat vond je de mooiste schat? Hoe worden de voorwerpen getoond?
2 Laat wat foto’s van museumzalen van Haagse musea zien:
Eventueel is via Google meer te vinden; zoek op ‘Haagse musea interieur’.
3 Bespreek met de leerlingen wat zij graag zouden willen bewaren van nu/van zichzelf. Stel dat je ook zo’n mooie kist op zolder zou hebben, wat zou je er dan in doen? Iets van toen je baby was, een bijzondere knuffel, een mooie steen, iets anders? Vraag de leerlingen dit voorwerp, indien mogelijk, mee naar school te nemen of een foto van dit voorwerp. Mocht dit niet lukken of mogelijk zijn, laat de leerlingen er dan een tekening van maken.
4 Stal de meegebrachte voorwerpen, foto’s of tekeningen uit en bekijk ze samen. Wat is van wie? Waarom is het voor diegene zo bijzonder?
5 Kunnen jullie samen de voorwerpen sorteren/groepjes maken? Op formaat, kleur, kostbare voorwerpen, lievelingsdingen, knuffels etc.? Wat voor soort voorwerpen zijn veel meegenomen?
1
Bespreek nogmaals: De spullen van opa in de schatkist worden vaak ook in een museum bewaard; spullen van toen die toen heel normaal waren, maar nu heel bijzonder. Met alle bijzondere voorwerpen van de leerlingen kunnen we nu ook een museum gaan maken. De leerlingen zijn de baas van het museum en gaan samen het museum opbouwen.
2 Bedenk samen hoe je de voorwerpen mooi kan laten zien. Denk aan: ophangen (aan de muur of aan een waslijn), met een mooie lijst, op tafeltjes, doosjes (melkpak, schoenendoos, etc.) als een sokkel, met doeken, slingers, etc. Laat eventueel via Google wat voorbeelden van sokkels zien.
Bij tekeningen of foto’s: moet er nog een mooie lijst omheen? Dit kan dan van bijvoorbeeld karton, stof, purschuim met goudverf of iets anders gemaakt worden. Laat eventueel via Google wat voorbeelden van (bijzondere)lijsten zien.
3 Richt na al deze voorbereidingen de tentoonstelling in. Bedenk samen hoe het museum moet heten, bijvoorbeeld: het bijzondere dingen-museum, het knuffel-museum, het museum van groep 1/2. Maak een bord voor op de deur van de klas
Organiseer een opening van het museum en nodig een andere klas uit of de ouders/verzorgers. De leerlingen vertellen over hun voorwerp aan de klas en/ of aan hun ouders.
Reflectie subdoelen
Welke voorwerpen die zijn meegenomen zou je samen willen tentoonstellen?
Reflectie proces
Wat ontbreekt er nog in je museum?
6. Opdracht: Onze schatkist
In deze opdracht ontdekken de leerlingen bijzondere kisten en kasten om mooie verzamelingen in te bewaren. Ze bedenken wat ze graag uit hun schooltijd zouden willen bewaren voor later, als herinnering aan hun tijd in groep 1-2 en nog eens terug zouden willen zien als ze in groep 8 zitten. Ze maken een gezamenlijke klassenschatkist en verstoppen die.
Subdoel kennis
De leerling legt uit hoe je bijzondere verzamelingen kunt bewaren in een (schat)kist.
Subdoel vaardigheid
De leerling maakt een schatkist met daarin eigen voorwerpen die hem later herinneren aan deze tijd.
Benodigdheden
printer
lege kartonnen dozen
hout, hamers, spijkers
karton
lijm, scharen
gekleurd papier
stiften, potloden, verf
sliertjes, stokjes, watjes, glitters etc. om de schatkisten mee te decoreren
Aan de slag in de klas
Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren en presenteren. Aan het eind van deze opdracht staan evaluatievragen die betrekking hebben op het hele project.
1 Vertel: Opa had een kist om zijn bijzondere verzameling in te bewaren. Er zijn een heleboel mooie kisten en kasten gemaakt om schatten en verzamelingen veilig op te bergen en te bewaren. Zo’n mooie kist laat goed zien dat de voorwerpen die er in bewaard worden, heel bijzonder zijn. Laat een aantal voorbeelden zien:
Bespreek de kistjes met de leerlingen: waar zouden ze voor gebruikt zijn, wat zou er in de kisten bewaard worden?
2 Bespreek: Opa bewaarde allemaal spullen van de tijd dat hij nog jong was. We hebben al onderzocht wat de leerlingen van zichzelf of thuis zouden willen bewaren. Maar stel dat de klas samen een kist voor later zou mogen maken, over hun schooltijd in groep 1-2? Een schatkist om terug te vinden en herinneringen op te halen als ze zelf ouder zijn en in groep 8 zitten? Maak een rondje door de klas en school en bekijk samen welke voorwerpen dat dan zouden kunnen zijn. Iedere leerling kiest een voorwerp. Maak een foto van deze voorwerpen, print ze uit en schrijf de naam van de leerling die het koos erop, eventueel aangevuld met een toelichting op de keuze.
Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden.
Maak samen met de leerlingen een klassenschatkist, om alle (foto’s van de) voorwerpen in te kunnen bewaren. Laat je inspireren door de kisten uit de onderzoeksopdracht. Gebruik bijvoorbeeld een grote doos of een oude houten kist. Iedere leerling voegt zijn eigen stukje toe. Moet alleen de buitenkant versierd worden, of ook de binnenkant?
Bedenk met elkaar of de kist verstopt moet worden en waar. Laat een aantal leerlingen eventueel een schatkaart maken om de plek te onthouden waar de schatkist zal worden bewaard, zodat die in groep 8 teruggevonden kan worden.
Alternatief: iedere leerling maakt zijn eigen schatkistje. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld schoendozen, melkpakken, eierdozen of laat de leerlingen zelf een kistje vouwen/plakken/ timmeren. Moet een kist per se vierkant of rechthoekig zijn, of kan het ook een heel andere vorm hebben? En hoe groot moet de kist zijn om de foto’s van de voorwerpen erin te laten passen?
Maak een keuze uit onderstaande mogelijkheden:
In het geval van één klassenkist: organiseer een officieel moment waarbij de leerlingen één voor één hun voorwerp en/of foto in de kist stoppen en er eventueel iets bij vertellen. Zoek vervolgens een mooie plek in de school om de kist te bewaren en spreek af dat de kist pas weer geopend wordt als de leerlingen bijna van de basisschool gaan, in groep 8.
In het geval van losse kistjes: stal de kisten uit in jullie klassenmuseum en laat de leerlingen over hun kist vertellen. Nodig een andere klas uit en/of de ouders/verzorgers. Is er voor de losse kistjes ook een mogelijkheid om deze op een mooie plek op school te bewaren tot de leerlingen in groep 8 zitten?
Reflectie subdoelen
Waardoor past de klassenschatkist bij jouw voorwerp?
Bespreek met de leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen:
Wat vond je het allerspannendst?
Heb je iets thuis ontdekt waarvan je nog niet wist of wat je niet kende? Wat?
Ben je tevreden over de schatkist?
Denk je dat jullie de kist(en) in groep 8 makkelijk kunnen terugvinden?
Eindreflectie: zelfregulatie terugkijkend
Welke manier om jouw persoonlijke voorwerpen te bewaren vond je het leukst om te maken?
Eindreflectie: zelfregulatie vooruitkijkend
Op welke manier zou je een voor jou belangrijke persoon willen bewaren voor later?
Verder lezen?
Meld je dan nu aan of log in!
Registreer nu en ontvang gratis toegang tot al onze projecten in de Haagse Ladekast.