Achtergrond: Hoe cultuureducatie bijdraagt aan kansengelijkheid
Beste toekomstige raadsleden,
Vindt u, net als wij, kansengelijkheid belangrijk en wilt u ook de leerachterstanden door de coronacrisis verkleinen? Dan is het belangrijk blijvend te investeren in cultuureducatie.
Leerachterstanden
Uit onderzoek blijkt dat om goed te kunnen leren, kinderen goed in hun vel moeten zitten, zowel lichamelijk als geestelijk. Ze leren beter als ze in balans zijn en het gevoel hebben dat ze erbij horen. Cultuureducatie draagt daar in grote mate aan bij. Niet voor niets is het één van de interventies binnen in het Nationaal Programma Onderwijs, waarmee we in Nederland de achterstanden die zijn opgelopen tijdens de coronacrisis proberen te verkleinen.
Want cultuureducatie helpt kinderen met het herkennen, erkennen en uiten van hun emoties en die van de mensen om hen heen. Het leert ze te onderzoeken en hun verbeelding te gebruiken. In de kunstvakken kunnen ze veilig en naar hartenlust hun talenten ontdekken, experimenteren, falen, zichzelf zijn en zich vrij voelen. Dat zorgt voor kinderen met meer zelfvertrouwen en een socialere sfeer in de klas. Een beter leerklimaat dus!
Kansengelijkheid
En er is meer, want de cultuurvakken geven kinderen stof tot nadenken die vérder gaat dan enkel feiten en het oplossen van sommen: over welke verschillende manieren er zijn om zich te gedragen, hoeveel mogelijke oplossingen er wel niet zijn, en welke keuzes ze kunnen maken om hun leven in te richten. Cultuurvakken vergroten de wereld van kinderen en hun perspectief op hun leven en hun talenten en daarmee bevorderen we hun kansengelijkheid.
Culturele en sociale hulpbronnen
Kansengelijkheid bevorder je ook door het inzetten van 'culturele en sociale hulpbronnen'. Deze zorgen ervoor dat je je meer thuis voelt in bijvoorbeeld andere milieus en versterken je gevoel van eigenwaarde en geloof in eigen kunnen. Daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk kinderen met zoveel mogelijk hulpbronnen in aanraking komen. Cultuureducatie kan daar op een unieke manier aan bijdragen. Het bezoeken van musea en theaters in de stad, met de hele klas, is hiervan een voorbeeld. Immers, de culturele instellingen van de stad zijn er voor iederéén en een tijdens schooltijd afgelegd bezoek verlaagt later de drempel om er nogmaals heen te gaan. Hiermee vergroten we het 'cultureel kapitaal' van de leerling.
Ook naschoolse cultuureducatie is van groot belang voor kansengelijkheid, omdat medebeoefenaars, docenten en verenigingsleden een belangrijke sociale en culturele hulpbron zijn. Gezinnen met een lagere sociaaleconomische positie wonen vaak in wijken waar ook minder kansen en mogelijkheden zijn. Een goede manier om meer kinderen cultuur te laten beoefenen, is door in de wijken projecten op te zetten waarbij kinderen en hun familie in contact komen met cultuur in hun vertrouwde omgeving. Dit kost veel tijd en energie. Het is nodig de kloof tussen de thuissituatie en de culturele omgeving te verkleinen door het werken met lokale aanbieders van culturele activiteiten, professionals en rolmodellen. Zij staan dicht bij de kinderen en kunnen hen inspireren en nieuwe perspectieven bieden.
Identificatie
Bij cultuureducatie, zowel onder als na schooltijd, is identificatie super belangrijk als je kansenongelijkheid wil bestrijden. Als kinderen zich, inhoudelijk en qua representatie, consequent niet herkennen in datgene wat ze op cultureel gebied zien en horen, of zelfs negatieve stereotypering van hun eigen cultuur meemaken, geef je impliciet de boodschap dat ze minder waard zijn. Het is belangrijk dat álle leerlingen voelen dat zij en hun naasten 'er toe doen en erbij horen'. Daarom is het belangrijk bij cultuureducatie bewust te kiezen voor een breed scala aan culturele en creatieve tradities en een breed scala aan uitvoerders, presentatoren of docenten. Dit verbreedt de blik van kinderen en laat zien dat het één niet beter of meer waard is dan het ander. Een kind dat voelt dat het er toe doet, behoudt betrokkenheid, wil leren en ontwikkelen en zal zich verbonden voelen met de samenleving.
Kortom: kansen genoeg om leerachterstanden en kansenongelijkheid te bestrijden met cultuureducatie. Maar dit vraagt wel wat van iedereen die zich hiermee bezig houdt. Er moet met een brede blik gekeken worden naar het culturele aanbod in de stad en degenen die dat aanbieden. We moeten ons allemaal meer verdiepen in de wereld van de kinderen en jongeren en nadrukkelijk daarbij aansluiten. Dat kost tijd, moeite en doorzettingsvermogen. Daarom is een blijvende investering in cultuureducatie noodzakelijk. Want als wij wensen dat alle kinderen de kans krijgen verder omhoog reiken, dan moeten wij meer naar ze toe buigen. Dat lijkt me een prachtig streven en zeer zeker de moeite waard!
Door Marijn Cornelis, directeur-bestuurder CultuurSchakel