Leestijd: 2 minuten

2. Fair Pay in de kunst- en cultuursector

De Fair Practice Code is de gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie. Een eerlijke beloning hoort daarbij. Vooral in de cultuurbeoefening schort het daar nog wel eens aan. Gelukkig noemt een aantal partijen het belang van fair pay in kunst en cultuur in het verkiezingsprogramma.  Marijn: “In de cultuurbeoefening is het vaak lastig rondkomen. Stel dat je balletles geeft in een wijk waar ouders weinig te besteden hebben. Om je balletschool draaiende te houden, kun je niet te hoge tarieven vragen, anders komt er niemand. Aan de andere kant moet jij ook je brood verdienen. Subsidie is er vaak niet… En dus zien we dat veel zzp’ers van (minder dan) het bestaansminimum moeten zien rond te komen.”

“Gelukkig werken we met Platform ACCT hard aan verbeteringen. Er liggen nu voorstellen over fair pay ter consultatie bij de sector. Onder andere een tarieventool om te bepalen wat een eerlijke beloning is voor welke functie. Maar of die eerlijke beloning vervolgens ook betaald gaat worden, is stap 2.”

“Fair pay is natuurlijk iets dat iedereen wil. De echt interessante vraag is: wie wil ervoor betalen? Wie neemt de rekening op zich voor het deel dat niet uit (klanten van) de sector zelf komt? Het Rijk? Gemeenten? In Den Haag hebben we oplossingen als de Ooievaarspas, maar die zijn vaak niet toereikend, of ingewikkeld om aan te vragen. Dat leidt onder de streep tot een grote zorg: is het veld van cultuurbeoefening wel voor iedereen toegankelijk? En mijn antwoord daarop is nu helaas: nee. Dat heeft deels te maken met financiën, maar ook met het feit dat er niet in elke wijk aanbod is.”

De VVD heeft het in haar verkiezingsprogramma over ondernemend zijn in de kunst. Marijn: “Op zich een prima gedachte: het is mooi als je jezelf kunt bedruipen met je kunstbeoefening. Maar in de praktijk is dat niet altijd en overal eenvoudig. Want een drumschool in een welgestelde wijk zal met een ondernemende leiding best goed draaien. Maar er zijn ook minder welvarende delen in de stad, en bepaalde niches in de cultuurbeoefening, die net zo waardevol zijn, maar het moeilijk hebben, ook al zijn ze ondernemend. Daar zijn geen sponsors, geen subsidies. En met enkel ‘ga ondernemen’ zul je dus waardevolle onderdelen van het cultuurpalet kwijtraken.”

VVD: “Gesubsidieerde instellingen gaan meer ondernemen. Instellingen en organisaties krijgen meer ruimte om ondernemend te zijn, we stimuleren hen om meer geld zelf te verdienen.”

PvdA/GL: “Een eerlijkere beloning voor makers. (…) De kosten voor de uitvoering van de Fair Practice Code worden gedragen door het Rijk en gaan dus niet af van bestaande subsidies. We passen daarnaast de Mededingingswet aan, zodat creatieve zelfstandigen collectief kunnen onderhandelen over hun tarieven.”

Partij voor de Dieren: “Makers in de culturele sector krijgen een eerlijke vergoeding, in lijn met de Fair Practice Code. Daarvoor moet structureel meer budget beschikbaar komen. We investeren ook in regelingen voor kwetsbare zzp’ers en het stimuleren van opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden binnen de sector.”

ChristenUnie: “Kunnen leven van de kunst. Getalenteerde kunstenaars verdienen de kans om een beroepspraktijk op te bouwen. De overheid ondersteunt dit met financieringsvormen als garantieregelingen of revolverende fondsen.”