Korte opdracht: Kinderboekenweek 2023

Korte opdracht: Kinderboekenweek 2023

Extra prentenboeksuggesties:

• Bij mij thuis van Somia Bakali
• Allemaal gezinnen of Alles over diversiteit van Felicity Brooks
• Samen zijn we thuis van Stephanie Parsley Ledyard

Tijdsinvestering: Ca. drie lesuren à 45 minuten

1. Bekijk het begin van de animatie Het hoge huis van Taartrovers. (Tot 1.09 minuut)

Vertel dat we (bijna) allemaal in een huis wonen, een eigen plek voor jou en je familie. Er zijn veel overeenkomsten, maar ook verschillen. We hebben bijvoorbeeld allemaal een slaapplek met meestal een bed, maar niet hetzelfde bed.
Vertel dat jullie in dit project gaan lezen, vertellen en fantaseren over thuis, huizen en buren.

2. Bespreek met de leerlingen wat er bijzonder is bij hen thuis.

Start het gesprek met vertellen over jezelf en je thuissituatie. Hoe woon je, met wie? Waar houd je van en waaraan kun je dat zien bij jou thuis? Wat doe je graag thuis? Zijn er speciale regels? Heb je speciale voorwerpen in huis? Kun je een foto laten zien?

Tip: Wil je dieper ingaan op de verschillende gezinssamenstellingen, bekijk dan samen het prentenboek Allemaal gezinnen of Alles over diversiteit van Felicity Brooks met illustraties door Mar Ferrero.

3. Koos Meinderts en zijn vrouw Annette Fienieg hebben een boekje gemaakt dat heet: Bij ons in de straat. Koos maakte de gedichtjes en Annette de tekeningen. In een straat staan soms verschillende huizen en er wonen altijd allerlei verschillende mensen, vooral in deze fantastische straat.

Bekijk en bespreek met elkaar met de eerste pagina van het leesfragment:
bij ons in de straat
van nummer 1 tot nummer 10
wonen hele rare mensen
kom, dan laat ik ze je zien!

Wie woont waar denk je? Zegt de vorm van het huis iets over wie er woont?

Lees dan het prentenboek voor en laat telkens de tekeningen bij elk gedichtje zien. Bespreek het boek aan de hand van (een aantal van) de volgende vragen:

• Zou deze straat echt bestaan? Waarom wel/niet denk je?
• Welke bewoner van deze straat zou jij als buurman willen hebben? Waarom? Wie niet? Waarom niet?
• In welk huis zou jij willen wonen?
• Klopten je ideeën die je aan het begin over de bewoners van de verschillende huizen had?

Tip: Wil je inspiratie vanuit een andere invalshoek, gebruik dan het prentenboek Bij mij thuis van Somia Bakali. Zie ook de leeswijzer.

4. Koos woont zelf op nummer elf.
Pak het fragment erbij. Waarom zou Koos nummer elf gekozen hebben voor zijn eigen huis, denken jullie? Misschien wel omdat elf rijmt op zelf?
Weten de leerlingen het getal van hun eigen huisnummer? Wat rijmt op dat getal?

Laat de leerlingen een tekening van een huis maken op een A4-vel papier. Bijvoorbeeld een wasco-ecoline tekening. Help de leerlingen op weg door vragen te stellen als:

• In wat voor soort huis zou jij willen wonen, wat past er bij jou?
• Hoe kunnen mensen jouw huis herkennen?

Geef de huizen ook een huisnummer. Verzin er klassikaal korte rijmpjes bij, zoals: 
Heeft iemand mijn ronde huis gezien, ik woon op nummer tien.
Dit mooie huis dat is van mij, ik stap naar binnen en ben blij. 
Misschien heeft het getekende huis een opvallend detail: Het rood van de deur is mijn lievelingskleur.

Zet de teksten op papier en plak ze onder de tekeningen. Hang de tekeningen naast elkaar en vorm met de tekeningen een eigen straat van de klas.

Tip: Bekijk en bespreek als afsluiting het prentenboek Samen zijn we thuis.

Wat maakt thuis echt thuis? Het is veel meer dan alleen maar een huis, een raam, een deur, een kleed. De mensen van wie je houdt, maken van een huis een thuis.